De hoofdvraag in je scriptie | Formulering & Voorbeelden
De hoofdvraag is de centrale onderzoeksvraag van je scriptie en zorgt voor focus in je onderzoek. De hoofdvraag stel je op met behulp van de probleemstelling die je weer met behulp van de probleemanalyse hebt opgesteld. De probleemoriëntatie is een verdiepende analyse op je gekozen onderwerp.
Aan de hand van het onderzoek dat je doet in je scriptie, probeer je je hoofdvraag vervolgens in je conclusie te beantwoorden. Je hoofdvraag bepaalt dus het soort onderzoek dat je uitvoert.
Omdat je hoofdvraag meestal te breed of complex is om direct te beantwoorden, gebruik je deelvragen of hypothesen om je hoofdvraag stap voor stap te beantwoorden. De deelvragen of hypothesen zorgen voor structuur in je onderzoek.
Hoe ziet een hoofdvraag eruit?
Je hoofdvraag is een afgebakende, enkelvoudige vraag die relevant is voor je scriptieonderwerp. De hoofdvraag kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van onder welke soort onderzoeksvraag je hoofdvraag valt.
Er zijn veel verschillende soorten onderzoeksvragen en het soort onderzoeksvraag bepaalt mede welk type onderzoek je doet en welke onderzoeksmethoden je uiteindelijk gebruikt.
Zo kan een hoofdvraag bijvoorbeeld onder één van de onderstaande soorten onderzoeksvragen vallen:
- Beschrijvende vraag die met kwalitatief onderzoek of literatuuronderzoek wordt beantwoord:
e.g. “Wat is het protocol voor de begeleiding van kinderen met autisme op basisschool Het Zonnestraaltje?” - Toetsende vraag waarbij je een effect meet door met hypothesen een experiment uit te voeren:
e.g. “Scoren studenten beter op het tentamen als ze online colleges hebben gevolgd in plaats van offline colleges?” - Verklarende (of explorerende) vraag waarbij je de oorzaken van een fenomeen wilt achterhalen:
e.g. “Waardoor wordt het ziekteverzuim van baliemedewerkers bij Rabobank Nederland veroorzaakt?”
Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen
Hoe formuleer je een goede hoofdvraag?
Voor het formuleren van een goede hoofdvraag is het belangrijk dat je hoofdvraag de volgende eigenschappen bezit:
- Onderzoekbaar
- Haalbaar
- Origineel
- Complex (geen ja/nee-vraag)
- Relevant
- Specifiek
- Focust op één probleem
Met de hoofdvraag kun je al snel de mist ingaan. Daarom is het belangrijk dat je je houdt aan de volgende criteria.
1. De hoofdvraag bestaat uit één vraag
Beperk je altijd tot één vraag. Als je dit lastig vindt, dan betekent dit dat je de hoofdvraag meer moet beperken en je het onderzoek beter moet afbakenen.
Je vraag kan wel uit meerdere delen bestaan, maar dan moeten deze delen met elkaar te maken hebben, bijvoorbeeld een beschrijvend deel gevolgd door een verklarend deel. Je wilt dan bijvoorbeeld eerst onderzoeken welke ontwikkelingen er plaatsvinden, voordat je de oorzaken van deze ontwikkelingen gaat achterhalen.
2. De hoofdvraag volgt logischerwijs uit de probleemstelling
Op basis van de probleemstelling maak je de hoofdvraag. Het is daarom belangrijk dat je een uitvoerige probleemanalyse doet en deze raadpleegt voor het formuleren van je hoofdvraag.
3. De hoofdvraag kan beter geen mening-vraag of ethische vraag zijn
Een mening-vraag of ethische vraag noem je ook wel evaluerende of normatieve vragen.
Je dient als onderzoeker objectief te zijn en met een dergelijke hoofdvraag is dat niet eenvoudig. Je kunt de vraag dan beter neutraler opstellen.
Een uitzondering op deze regel is als je een filosofische of ethische scriptie schrijft.
4. Met de hoofdvraag wil je geen oplossing bieden
Het is niet de bedoeling dat je met de hoofdvraag een oplossing geeft voor een probleem. Je onderzoek kan informatie verschaffen die een bijdrage kan leveren aan de oplossing voor een probleem, maar geeft nooit de oplossing zelf.
Het is aan de opdrachtgever om uiteindelijk de oplossing te bedenken. In sommige gevallen wordt dat ook nog aan jou gevraagd, bijvoorbeeld als je een adviesrapport en implementatieplan moet aanleveren.
Je kunt dit soort vragen wel omzetten.
5. Van de hoofdvraag moet je geen beleidsvraag of adviesvraag maken
Het is niet aan jou om nieuw beleid te maken voor een organisatie. Dat is een taak van het management. Daarnaast is het niet verstandig om een adviesvraag te gebruiken omdat je dan een advies gaat geven aan je opdrachtgever.
Als je opdrachtgever een advies wil dan kun je beter een adviesplan schrijven naast de scriptie. Je kunt dan van een van de deelvragen een adviesvraag maken en deze deelvraag beantwoorden in het adviesplan.
6. De hoofdvraag is geen ‘waarom’-vraag.
Deze vragen zijn vaak te open en bieden geen goed uitgangspunt voor een onderzoek. Je kunt er nog te veel kanten mee op.
Deze vraag is nog niet specifiek genoeg. Je zal meer vooronderzoek moeten doen en een gerichtere vraag moeten opstellen.
7. Een goede hoofdvraag is geen ja/nee-vraag.
Ja/nee-vragen zijn te beperkt en hiervoor is vaak niet veel onderzoek nodig.
Wanneer je toetsend onderzoek wilt gaan doen met een toetsende vraag dan is het wel mogelijk om ja/nee-vragen te gebruiken. Deze vragen kun je dan ombuigen in hypothesen.
Deelvragen of hypothesen opstellen
Nadat je je hoofdvraag hebt geformuleerd, kun je je deelvragen of hypothesen opstellen. Hiermee kun je je hoofdvraag stap voor stap beantwoorden. Ook geven deelvragen of hypothesen je een richtlijn om je onderzoeksmethoden te bepalen.
Op basis van je probleemstelling, hoofdvraag en deelvragen of hypothesen schrijf je vervolgens je onderzoeksopzet als laatste onderdeel van je onderzoeksplan.
Veelgestelde vragen over de hoofdvraag
- Wat is een hoofdvraag?
-
De hoofdvraag is de centrale onderzoeksvraag van je scriptie. Deze stel je op met behulp van de probleemstelling die je weer met behulp van de probleemanalyse hebt opgesteld.
Je beantwoordt de hoofdvraag met behulp van deelvragen of hypothesen, zodat je stap voor stap een antwoord kunt formuleren.
- Kan een beschrijvende onderzoeksvraag de hoofdvraag zijn van mijn scriptie?
-
Ja, je hoofdvraag kan een beschrijvende onderzoeksvraag zijn, maar op voorwaarde dat de onderzoeksvraag complex genoeg is waardoor hiervoor daadwerkelijk een onderzoek nodig is. Dit betekent dat het antwoord op die vraag niet voorhanden mag liggen. Dan heeft het immers geen nut om hier een onderzoek voor uit te voeren.
- Hoe bouw ik mijn onderzoeksvragen op?
-
Je eerste twee deelvragen zijn meestal beschrijvende vragen die je in je theoretisch kader kunt beantwoorden. De volgende deelvragen beantwoord je door middel van analyses in je resultaten. Je hoofdvraag beantwoord je pas in je conclusie.
Je deelvragen worden zo in chronologische volgorde (van 1 tot bijvoorbeeld 5) beantwoord. Als je eerst antwoord geeft op deelvraag 3 en daarna pas op 1, dan is de volgorde nog niet logisch.
- Zijn mijn onderzoeksvragen goed?
-
Toets zelf hoe goed je onderzoeksvragen zijn met onderstaande lijst vragen. Alleen als het antwoord ‘ja’ is op iedere vraag, zijn ze waarschijnlijk goed:
- Zijn ze niet te makkelijk en is daadwerkelijk onderzoek nodig om ze te beantwoorden?
- Zijn de vragen afgebakend?
- Past de soort onderzoeksvraag bij het soort onderzoek dat je wilt doen?
- Is de volgorde van de vragen logisch?
Heb je steeds ‘ja’ geantwoord? Vraag dan nog aan een of twee medestudenten om feedback en suggesties. Bespreek tot slot je onderzoeksvragen met je begeleider.
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.