Reflecteren met de STARR-methode | Stappenplan + voorbeelden

De STARR-methode is de meestgebruikte methode om te reflecteren op je eigen handelen, bijvoorbeeld in een reflectieverslag. STARR staat voor situatie, taak, actie, resultaat en reflectie.

Als je de STARR-methode gebruikt, geef je antwoord op vragen over de situatie, taak, actie, het resultaat en de reflectie.

STARR-reflectie

In de STARR-methode reflecteer je op de vijf pijlers: situatie, taak, actie, resultaat en reflectie.

Situatie
  1. Wat was de situatie?
    • Wanneer speelde de situatie zich af?
    • Wat speelde er?
    • Wie waren erbij betrokken?
Taak
  1. Wat was je taak?
    • Wat was je rol?
    • Wat wilde je bereiken?
    • Wat werd er van je verwacht/Wat verwachtte je van jezelf in deze situatie?
Actie
  1. Hoe heb je het aangepakt en waarom?
    • Hoe pakte je het aan?
    • Waarom heb je het zo aangepakt? Onderbouw dit antwoord met theoretische concepten die je opleiding heeft aangereikt of die je zelf hebt opgezocht.
Resultaat
  1. Heeft het gewerkt en waarom?
    • Heeft het gewerkt?
    • Waarom wel/waarom niet?
Reflectie
  1. Wat heb je ervan geleerd?
    • Hoe vond je dat je het hebt gedaan?
    • Was je tevreden met de resultaten?
    • Wat is de essentie van wat je geleerd hebt?
    • Wat zou je de volgende keer eventueel anders of beter doen?
    • Kun je wat je hebt geleerd ook toepassen in andere situaties?

reflectie STARR-methode

Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen

Ontdek nakijken op taal

Voorbeeld STARR-reflectie

Hieronder staat een voorbeeld van de STARR-methode.

Didactische competentie
Zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen van het leren.Persoonlijke leerdoel
Een duidelijke instructie geven.Situatie
Ik loop stage in groep 4 waarin wekelijkse lessen wereldoriëntatie op het programma staan. De methode die gebruikt wordt gaat uit van vakintegratie aan de hand van thema’s. Het thema was ‘Op wereldreis’.

Taak
Lessen geven op het gebied van wereldoriëntatie aan kinderen van groep 4.  Ik wilde bereiken dat de kinderen rustig aan het werk gingen en ik genoeg tijd overhield om kinderen die meer instructie nodig hebben te kunnen helpen.

Actie
Thema’s voor de lessen kunnen worden gekozen vanuit een bepaald vak, sociale problemen of kwesties, alledaagse kwesties van leerlingen zelf. Het moeten volgens Van Boxtel et al. (2009) aantrekkelijke onderwerpen zijn. Ik heb het thema ingeleid met een filmpje en heb de kinderen krantenknipsels laten meenemen over een land waar ze graag naartoe wilden. Dat heb ik gedaan om de les aantrekkelijker te maken. Elke les ben ik gestart met een instructie waarna de kinderen aan het werk gingen. Ik heb de structuur gevolgd die op de school is afgesproken.

Van Herpen, Mezenberg en Schut (2010) geven aan dat er altijd duidelijkheid moet zijn over de ruimte, de tijd en de criteria. De kinderen kunnen op een bord zien hoeveel tijd ze ergens voor hebben. Het is daarbij ook belangrijk dat het duidelijk is wat de kinderen mogen doen als ze klaar zijn. Na de instructie ben ik een rondje door de klas gelopen en heb ik een aantal kinderen aan de instructietafel geholpen. Dit zijn de kinderen die op dat moment nog extra uitleg nodig hadden.

Resultaat
De kinderen waren zeer enthousiast en het was over het algemeen rustig in de klas. De kinderen die eerder klaar waren zijn rustig verder gegaan met hun weektaak. In het begin had ik het methodeboek nog af en toe nodig. Ik merkte dat de kinderen daardoor wat onrustig werden en met elkaar gingen praten.

Reflectie
Ik was tevreden over hoe de kinderen aan het werk gingen. Ik had alleen te weinig tijd om alle kinderen te helpen. Na de feedback van mijn begeleidster heb ik nog duidelijker de instructie gegeven. Dat hielp, want daarna werd er goed geluisterd en stonden er minder kinderen bij de instructietafel. Om te kunnen differentiëren is het van belang dat instructies effectief gegeven worden zonder dat je het methodeboek nog nodig hebt (Van Herpen et al., 2010).

De volgende keer zal ik nog meer tijd aan mijn voorbereiding besteden zodat ik ook bij een nieuw thema niet meer stof hoef op te zoeken. Ik heb geleerd om een effectieve instructie te geven waardoor de kinderen weten wat ze moeten doen, en ook wat ze moeten doen als ze eerder klaar zijn met hun werk. Ik besef nu dat een goede voorbereiding daarvoor van groot belang is.

Extra STARR-vragen voor een betere reflectie

Als je het idee hebt dat er nog informatie in je reflectie ontbreekt, kun je deze vragen gebruiken om zo volledig mogelijk te reflecteren op bepaalde situaties.

STARR-methode Extra vragen
Situatie
1. Wat was de situatie?

  • Wanneer speelde de situatie zich af?
  • Wat speelde er?
  • Wie waren erbij betrokken?
  • Waar speelde de situatie zich af?
  • Hoe lang speelde dit al?
  • Hoe zag de plek eruit?
  • Waar bevond jij je?
  • Hoeveel mensen waren aanwezig?
  • Wat was het oorspronkelijke doel van de situatie?
Taak
2. Wat was je taak?

  • Wat was je rol?
  • Wat wilde je bereiken?
  • Wat werd er van je verwacht/Wat verwachtte je van jezelf in deze situatie?
  • Welke rol had je binnen het team?
  • Wat waren je specifieke taken?
  • Hoe was de rolverdeling en hoe voelde je je hierbij?
  • Met wie werkte je samen en hoe?
  • Wat vond je van je taak?
  • Hoe voerde je de taak uit?
  • Wie had de eindverantwoordelijkheid?
  • Waarom had jij deze taak gekregen?
  • Wat waren je verantwoordelijkheden?
Actie
3. Hoe heb je het aangepakt en waarom?

  • Hoe pakte je het aan?
  • Waarom heb je het zo aangepakt? Onderbouw dit antwoord met theoretische concepten die je opleiding heeft aangereikt of die je zelf hebt opgezocht.
  • Welke acties en stappen heb je ondernomen en waarom?
  • Wat heb je gezegd en hoe heb je gehandeld?
  • Wat was je eigenlijke plan van aanpak?
  • Hoe ging je om met de teleurstelling?
  • Hoe heb je geprobeerd de situatie te verbeteren?
  • Wat heb je vervolgens gezegd?
  • Heb je de situatie verbeterd?
Resultaat
4. Heeft het gewerkt en waarom?

  • Heeft het gewerkt?
  • Waarom wel/waarom niet?
  • Hoe verliep de situatie uiteindelijk?
  • Wat was jouw specifieke rol in het eindresultaat?
  • Was je opdracht succesvol?
  • Heb je jouw taak succesvol uitgevoerd?
  • Welk resultaat had jouw handelen?
Reflectie
5. Wat heb je ervan geleerd?

  • Hoe vond je dat je het hebt gedaan?
  • Was je tevreden met de resultaten?
  • Wat is de essentie van wat je geleerd hebt?
  • Wat zou je de volgende keer eventueel anders of beter doen?
  • Kun je wat je hebt geleerd ook toepassen in andere situaties?
  • Hoe hebben anderen op jouw handelen gereageerd?
  • Denk je dat je juist hebt gehandeld?
  • Wat voor gevoel heb je overhouden aan de situatie?
  • Ben je trots op het eindresultaat?
  • Zou je met een andere aanpak betere resultaten kunnen behalen?
  • Wat kun je nog zeggen over de rol die jou was toebedeeld en de taken die je moest uitvoeren?

Waarvoor staat de STARRT-methode?

Voor sommige opleidingen gebruik je de STARRT-methode. De toegevoegde T staat voor Transfer. Dit staat voor wat je geleerd hebt van je reflectie op een situatie uit het verleden.

Transfer
  1. Zou de situatie nog eens kunnen gebeuren?
    • Hoe zou je dan willen handelen en waarom?
    • Wat zou je hetzelfde doen?
    • Kun je situaties bedenken waarin je wat je geleerd hebt zou kunnen toepassen?
    • Wat zijn je voornemens voor de volgende keer?

De meeste opleidingen verlangen van je dat je de STARR-methode gebruikt en niet ook de transfer bespreekt.

Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen

Ontdek nakijken op taal

Verwijzen naar de STARR-methode in je bronnenlijst

Je kunt deze bron gebruiken om aan te geven waar je informatie hebt gevonden over de STARR-methode:

  • Benders, L. (2019, 18 november). Reflecteren met de STARR-methode. Geraadpleegd van https://www.scribbr.nl/stage/starr-methode/

Als je naar een andere bron wilt verwijzen, gebruik dan onze APA Generator om automatisch bronnen te genereren in de APA-stijl of de MLA Generator voor de MLA-stijl.

Meer weten over stage lopen?

Wil je meer weten over stage lopen? Bekijk ook eens onze andere artikelen over stage lopen en een stage- of reflectieverslag schrijven!

Veelgestelde vragen over de STARR-methode

Waar staat de afkorting STARR voor?

De meestgebruikte methode om te reflecteren op je eigen handelen, bijvoorbeeld in een reflectieverslag, is de STARR-methode. STARR staat voor situatie, taak, actie, resultaat en reflectie.

Wat is het verschil tussen een stageverslag en een reflectieverslag?

Het verschil tussen een stageverslag en een reflectieverslag is groot. In je stageverslag is een reflectie (of een evaluatie) slechts een onderdeel van het verslag en beschrijf je de gehele stageperiode, het stagebedrijf en zijn omgeving, je stageopdracht en werkzaamheden en verbind je hier een conclusie aan.

In je reflectieverslag daarentegen ga je enkel in op betekenisvolle situaties en bespreek je die zeer uitvoerig. Je focust hierbij vooral op je eigen ontwikkeling en gevoel.

Hoe lang moet mijn reflectieverslag zijn?

Een reflectieverslag is gemiddeld tussen de 3 en 7 pagina’s, afhankelijk van de duur van de periode waarop je reflecteert en de eisen van jouw opleiding.

Waarom moet ik een reflectieverslag schrijven?

Je schrijft een reflectieverslag om je bewust te worden van je eigen gedrag en zo te begrijpen hoe je jezelf kunt verbeteren. Door te reflecteren op je handelen, leer je je sterke en zwakke kanten beter kennen en kun je jouw professionaliteit vergroten.

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

Benders, L. (2023, 13 november). Reflecteren met de STARR-methode | Stappenplan + voorbeelden. Scribbr. Geraadpleegd op 11 november 2024, van https://www.scribbr.nl/stage/starr-methode/

Wat vind jij van dit artikel?
Lou Benders

Lou was Scribbrs Product- en Kwaliteitsmanager tot ze naar Italië verhuisde voor de liefde en het lekkere weer. Nu werkt ze op afstand aan Scribbrs diensten en aan handige artikelen over academische teksten.