Inleiding stageverslag | Voorbeeld & Onderdelen
In je inleiding van je stageverslag bespreek je waarom je je stage loopt, wat de stageopdracht inhoudt en bij welk stagebedrijf je stage loopt. Dit is het eerste hoofdstuk van je stageverslag. Je inleiding is ongeveer 800 woorden lang en gaat in op:
- Aanleiding
- Opdracht en werkzaamheden
- Opdrachtgever en stagebegeleider
- Onderzoeksprobleem (onderzoeksstage)
- Stage- en leerdoelen en (bij onderzoeksstage) onderzoeksdoelstelling
- Belanghebbenden bij het onderzoeksprobleem (onderzoeksstage)
- Onderzoeksopzet (onderzoeksstage)
- Leeswijzer
Aanleiding, opdracht(gever) en stagebegeleiding
Ten eerste bespreek je waarom je hebt gekozen om bij je stagebedrijf stage te lopen. Dit is je aanleiding. Als je onderzoek hebt gedaan, geef je aan waarom je specifiek onderzoek hebt gedaan naar jouw onderzoeksonderwerp.
Hierna ga je kort in op de stageopdracht en werkzaamheden die je zou uitvoeren. Geef in twee zinnen aan wat je opdracht was en wat de aard van je werkzaamheden was, bijvoorbeeld het helpen met de organisatie van een groot evenement. Je gaat hierbij ook in op je opdrachtgever en stagebegeleider en geeft aan wat zijn of haar rol is binnen de organisatie en hoe hij of zij je zou begeleiden.
Als je onderzoek centraal staat in je stageverslag, dan besteedt je in je inleiding slechts kort aandacht aan je werkzaamheden.
Stage- en leerdoelen
Ga ook in op het doel van de stage. Welke leerdoelen verwacht je te bereiken door middel van deze stage en wat voor praktische en theoretische vaardigheden wil je opdoen? Als het goed is heb je voor je stage met je docent en/of stagebegeleider je leerdoelen en competenties opgesteld zodat je tijdens je stage duidelijk hier naartoe kon werken.
Het kan ook dat je een heel hoofdstuk moet besteden aan je leerdoelen en competenties. Dit is wederom afhankelijk van jouw studie.
Als je onderzoek hebt gedaan, ga je in je inleiding vaak nog niet in op je stage- en leerdoelen. Deze bespreek je dan in je evaluatie of reflectie die je aan het eind van je stageverslag toevoegt.
Van onderzoeksprobleem tot onderzoeksopzet (onderzoeksstage)
Als je tijdens je stage onderzoek hebt gedaan, presenteer je in je inleiding ook je onderzoeksprobleem, onderzoeksdoelstelling, de belanghebbenden bij je onderzoek en de onderzoeksopzet.
Voor je onderzoeksprobleem schrijf je in welk probleem je meer inzicht moest krijgen om je stagebedrijf te helpen dit probleem op te lossen. Je geeft aan welke informatie nog niet inzichtelijk is en wat je daarom moet onderzoeken. Vervolgens geef je aan wat dus je onderzoeksdoelstelling is.
Je geeft ook aan wie er baat bij hebben dat je meer inzicht in het probleem verkrijgt, bijvoorbeeld je stagebedrijf, de consumenten, dienstverlenenden en/of werknemers. Tot slot volgt een korte omschrijving van je onderzoeksopzet.
Leeswijzer
Voeg als laatste paragraaf je leeswijzer toe waarin je beschrijft wat nog volgt in de volgende hoofdstukken in je stageverslag.
Meer weten over stage lopen?
Wil je meer weten over stage lopen? Bekijk ook eens onze andere artikelen over stage lopen en een stage- of reflectieverslag schrijven!
Stage lopen
Stageverslag schrijven
Reflectieverslag schrijven
Veelgestelde vragen over de inleiding van je stageverslag
- Waarom moet ik een stageverslag schrijven?
-
Je schrijft een stageverslag om aan je docent en stagebegeleider te laten zien wat je geleerd hebt, wat je gedaan hebt en hoe je je hebt ontwikkeld. Je toont hiermee aan dat je begrijpt hoe het stagebedrijf werkt en hoe je meer relevante praktijkkennis hebt gedaan in de lijn van jouw studie.
Als je een onderzoeksstage doet, laat je bovendien zien dat je een valide onderzoek kunt doen en helpen je onderzoeksresultaten meer inzicht te krijgen in het onderzoeksprobleem waarmee je stagebedrijf kampt.
- Wanneer schrijf ik het stageverslag?
-
Je schrijft een stageverslag nadat je de stage hebt afgerond of als je in de afrondende fase bent. Tijdens je stage is het wel een goed idee om alvast sommige onderdelen te schrijven. Zo kun je de vrij snel schrijven over het stagebedrijf, de omgeving en de stageopdracht, maar kun je pas aangeven welke werkzaamheden je daadwerkelijk hebt verricht en deze evalueren aan het einde van je stage.
Als je een onderzoeksstage doet kun je onze werkplanning voor een scriptie gebruiken en tijdens je onderzoek al je theoretisch kader, methodologie en resultaten schrijven.
- Hoe beoordeelt een docent mijn stage aan de hand van mijn stageverslag?
-
Je docent is niet iedere dag bij jou terwijl je stage loopt en heeft ook niet voortdurend contact met je stagebegeleider. Enkel op basis van het rapport van jouw stagebegeleider en vooral op basis van jouw stageverslag kan je docent je stage beoordelen.
Je docent let hierbij op de volgende aspecten:
- Of je stagewerkzaamheden aansluiten op je studie.
- Of je de juiste leerdoelen hebt opgesteld en deze hebt behaald.
- Hoe je je binnen het stagebedrijf en tijdens de stage hebt ontwikkeld.
- Of je voldoende inzicht hebt verkregen in je stagebedrijf in je bedrijfsomschrijving en brancheomschrijving en of je hierbij op de juiste manier de juiste modellen hebt toegepast.
- Of je op objectieve wijze je eigen handelen en gedrag kunt evalueren.
- Of je onderzoek valide en betrouwbaar is.
- Of je een goed geschreven en georganiseerd stageverslag hierover kunt schrijven.
- Wat is het verschil tussen een stageverslag en een reflectieverslag?
-
Het verschil tussen een stageverslag en een reflectieverslag is groot. In je stageverslag is een reflectie (of een evaluatie) slechts een onderdeel van het verslag en beschrijf je de gehele stageperiode, het stagebedrijf en zijn omgeving, je stageopdracht en werkzaamheden en verbind je hier een conclusie aan.
In je reflectieverslag daarentegen ga je enkel in op betekenisvolle situaties en bespreek je die zeer uitvoerig. Je focust hierbij vooral op je eigen ontwikkeling en gevoel.
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.