Inleiding schrijven voor je scriptie | Stappenplan & checklist
De inleiding of introductie is het eerste hoofdstuk van je scriptie. Je plaatst de inleiding direct na de inhoudsopgave. De inleiding is bedoeld om de interesse van de lezer te wekken, en de focus, het doel, de relevantie en de richting van je scriptie te bepalen.
Een goede inleiding bestaat meestal uit de volgende onderdelen:
- Aanleiding
- Afgebakend onderwerp
- Organisatieomschrijving (indien van toepassing)
- Huidige kennis over het onderwerp
- Theoretische en praktische relevantie
- Probleem, doel en onderzoeksvragen
- Onderzoeksopzet
- Leeswijzer
Inhoudsopgave
- Doel van de inleiding
- Aanleiding
- Afgebakend onderwerp
- Organisatieomschrijving
- Huidige kennis over het onderwerp
- Theoretische en praktische relevantie
- Probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen
- Onderzoeksopzet
- Leeswijzer
- Tips voor het schrijven van je inleiding
- Voorbeeld inleiding
- Veelgestelde vragen over de inleiding
Doel van de inleiding
Met je inleiding probeer je aan te geven waarom je het onderzoek hebt uitgevoerd, waarnaar je precies onderzoek hebt gedaan, wat het doel hiervan is, en hoe de scriptie is opgezet. Het doel van de inleiding is:
- Interesse van de lezer wekken
Zorg ervoor dat je de interesse van de lezer wekt met heldere voorbeelden uit het dagelijks leven of recente nieuwsberichten door de aanleiding te beschrijven. - Het onderwerp introduceren
Wat is het onderwerp, hoe wordt het onderzoek afgebakend, over welk probleem gaat de scriptie en wat is het doel ervan? - De relevantie van de studie aantonen
Overtuig de lezer van de wetenschappelijke en praktische relevantie. - Aankondigen wat voor onderzoek in de scriptie volgt
Beschrijf in het kort de onderzoeksopzet en welke hoofdstukken nog volgen in een leeswijzer zodat je lezers weten wat ze van je scriptie kunnen verwachten.
Aanleiding
Je begint je inleiding met het formuleren van je aanleiding (problem indication, motivation). Dit kan een eigen ervaring of recente gebeurtenis zijn die betrekking heeft op je probleemstelling of een gebeurtenis bij je opdrachtgever voor wie je je scriptie schrijft.
Door een prikkelend voorbeeld te kiezen en de context van het onderzoek te beschrijven wordt de lezer direct aangemoedigd om de rest van je inleiding te lezen.
Afgebakend onderwerp
Op basis van de aanleiding beschrijf je vervolgens het onderwerp van je scriptie. Zorg direct voor een goede afbakening (scope) van je onderwerp. Een veelvoorkomende valkuil is om te veel te willen onderzoeken, oftewel dat je focus te breed is. Voorkom dit door een deelonderwerp te onderzoeken en dit onderwerp bijvoorbeeld af te bakenen op:
- Geografisch gebied
- Tijdsperiode
- Demografie van de doelgroep
- Thema’s of aspecten van het onderwerp
Organisatieomschrijving
Beschrijf de organisatie waarvoor jij je onderzoek uitvoert. Schets een algemeen beeld van het bedrijf en ga in op specifieke aspecten die relevant zijn voor jouw onderwerp. Je kunt onder andere ingaan op het type organisatie, de vestiging en oprichting, de kernactiviteiten en de omvang van de organisatie, maar ook op de missie en visie van het bedrijf.
Huidige kennis over het onderwerp
Som kort op wat de huidige stand van zaken is over jouw onderwerp door de belangrijkste wetenschappelijke artikelen te citeren en de conclusies toe te lichten. Zo laat je direct zien wat nog niet bekend is over je onderwerp. Op basis hiervan kun je de relevantie van jouw onderzoek aantonen.
Ook als je onderzoek heel praktisch georiënteerd is, moet je proberen een aantal wetenschappelijke bronnen over je onderwerp te vinden waarna je een brug kunt slaan naar de praktijk.
Theoretische en praktische relevantie
Geef met behulp van argumenten aan wat de wetenschappelijke relevantie is van je onderzoek. Je scriptie kan om verschillende redenen bijdragen aan het bevorderen van het wetenschappelijk inzicht in het onderwerp, bijvoorbeeld door:
- Een gat in de literatuur op te vullen;
- Een theoretisch probleem te helpen oplossen;
- Aan bestaande literatuur bij te dragen;
- Een nieuw perspectief op het onderwerp te introduceren.
Als je een scriptie voor een bedrijf schrijft, zul je merken dat de wetenschappelijke relevantie vaak een stuk moeilijker kan worden aangetoond. Meestal is de wetenschappelijke relevantie in dat geval minder belangrijk dan de praktische relevantie.
Bij de praktische relevantie probeer je aan te geven wat het praktisch nut is van je onderzoek. Denk daarbij niet alleen aan het bedrijf waar je stage loopt, maar bijvoorbeeld ook aan het praktisch nut voor de hele bedrijfstak.
Als je dit lastig vindt om te bedenken, probeer dan aan vrienden of bekenden te vragen wat zij denken dat de praktische relevantie van je onderzoek is. Zij kijken vaak op een hele andere manier naar je onderwerp.
Standaardzinnen om de relevantie van je onderwerp aan te geven
- X is interessant om te onderzoeken, omdat …
- X vormt een klassiek probleem in …
- X is sinds de jaren ’60 onderwerp van onderzoek.
- In de afgelopen jaren is meer aandacht gekomen voor X …
- Onderzoek naar X is van aanhoudend belang voor …
- Recente ontwikkelingen op het gebied van X hebben geleid tot een hernieuwde interesse in Y.
- X is of interest because …
- X is a classic problem in …
- X has been an object of research since the 1960s.
- In recent years, there has been an increasing interest in X …
- Investigating X is a continuing concern within …
- Recent developments in the field of X have led to a renewed interest in Y.
Probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen
In dit deel beschrijf je de probleemstelling en de doelstelling die je hebt opgesteld. Op basis van de probleem- en doelstelling kun je je onderzoeksvragen opstellen, namelijk je hoofdvraag en deelvragen.
Als je in plaats van onderzoeksvragen gebruikmaakt van hypothesen kun je die hier ook al noteren. De basis van de hypothesen is het conceptueel model van je scriptie.
Soms komt het echter voor dat je de hypothesen hier nog niet kunt opstellen, omdat je hiervoor eerst literatuuronderzoek doet. De hypothesen en het conceptueel model stel je dan pas na het literatuuronderzoek op, aan het eind van je theoretisch kader en in je methodologie.
Voorbeeldzinnen voor het aanduiden van het doel
- In deze scriptie wordt geprobeerd aan te tonen dat …
- De centrale stelling in deze scriptie is dat/is als volgt …
- This paper attempts to show that …
- The central thesis of this paper is that …
Onderzoeksopzet
Verderop in je onderzoek stel je de onderzoeksopzet in detail op (in je methodologie). In de inleiding geef je alvast een korte samenvatting van je onderzoeksopzet. Wat voor soort onderzoek doe je, hoe verzamel je data en hoe analyseer je de data?
Onderzoeksopzet:
Dit onderzoek is een mixed-methods studie waarin de volgende onderzoeksmethoden worden toegepast:
(1) Enquêtes om data te verzamelen over de kennis, het begrip en de perceptie van het overheidsbeleid bij middelbare scholieren;
(2) Kwalitatief onderzoek om na te gaan of houdingen ten opzichte van het klimaatbeleid samenhangen met variabelen als leeftijd, gender, regio en sociale klasse en;
(3) Interviews om kwalitatieve inzichten te krijgen in de perspectieven en acties van middelbare scholieren met betrekking tot klimaatbeleid.
Leeswijzer
Je eindigt je inleiding met de leeswijzer (chapter outline). De leeswijzer verduidelijkt de structuur van je scriptie en laat zien hoe ieder hoofdstuk bijdraagt aan je centrale doelstellingen.
Je beschrijft hier kort hoe je scriptie is opgebouwd. Kondig ieder hoofdstuk aan in maximaal één paragraaf, maar bij voorkeur in een enkele zin. Zorg dat je leeswijzer niet te eentonig wordt door steeds dezelfde woorden of zinsstructuur te gebruiken.
Bij kwantitatief en kwalitatief onderzoek bespreek je vaak eerst de methoden, dan de resultaten en vervolgens de discussie. Bij een argumentatief betoog, bijvoorbeeld in de geesteswetenschappen, kan echter ook gebruik worden gemaakt van een onconventionele aanpak. Het is belangrijk dat je in de leeswijzer duidelijk maakt hoe je tekst samenhangt.
Tips voor het schrijven van je inleiding
Hieronder staan vier tips voor het schrijven van je inleiding.
1. Begin met je plan van aanpak
Vaak kun je op basis van je plan van aanpak of proposal beginnen met het schrijven van je inleiding. Je zult merken dat veel onderdelen van de inleiding en het plan van aanpak overeenkomen.
2. Schrijf je inleiding op het einde af
Hoewel de inleiding aan het begin van je scriptie staat, betekent dit niet dat je de inleiding eerst moet schrijven voordat je aan de rest van je onderzoek kunt beginnen. Hoe verder je in je onderzoek komt, hoe makkelijker het wordt om een goede inleiding te schrijven die ‘to the point’ is.
Wel is het slim om aan de hand van je plan van aanpak aan het begin alvast een opzet te maken van je inleiding om je zo meer richting en focus te geven voor de rest van je scriptie.
Kijk je inleiding nog eens na als je je onderzoek hebt afgerond om te kijken of deze nog wel aansluit bij de rest van je scriptie. Blijf eraan werken totdat je scriptie een mooi geheel vormt.
3. Gebruik de juiste werkwoordstijden
Voor de introductie van het onderwerp en om aan te geven wat je wilt bespreken, gebruik je de onvoltooid tegenwoordige tijd. Achtergrondinformatie beschrijf je in de onvoltooid verleden tijd.
4. Houd de lengte van je inleiding beknopt
In tegenstelling tot de samenvatting zijn er vaak geen harde eisen voor de lengte van de inleiding. Je hoeft dus niet alles op één pagina te vermelden, zoals in de samenvatting (abstract) van je scriptie.
Wel is de inleiding bij uitstek een onderdeel van je scriptie dat beknopt moet zijn. Probeer jezelf dus niet te herhalen en schrijf alleen datgene op dat voor wezenlijk belang is voor de inleiding.
Voorbeeld inleiding
Een van de nadelen van de huidige groeiende en veeleisende Nederlandse economie is de werkstress die veel werknemers en werkgevers ervaren om te voldoen aan dagelijkse verwachtingen. Werkgerelateerde stress resulteert in Nederland in 7.5 miljoen dagen absentie per jaar wat leidt tot 1.8 biljoen euro aan kosten (TNO, 2015). Inzicht in de bepalende factoren van werkstress kan eraan bijdragen om werkstress en de kosten die hieraan zijn verbonden te voorkomen of beperken.
Stress is volgens Cooke en Rousseau (1984) een staat van nervositeit, spanning en inspanning met als resultaat dat personen niet kunnen voldoen aan emotionele, fysieke en mentale eisen (Selye, 1956). Werk is mogelijk de meest voorkomende bron van stress (Sulsky & Smith, 2005). Veel eerdere studies hebben stress onderzocht met een focus op negatieve gedragingen door hoge stress en de oorzaken van werkstress (Grossi, Keil & Vito, 1996; Ulleberg & Rundmo, 1997; Rabkin & Struening, 1976). Zo kan stress op het werk consequenties hebben voor zowel de persoon zelf als de organisatie waar zij werken en is het een dagelijks gegeven op bijna iedere werkplek. Deze stress kan leiden tot een burnout of absentie.
De bestaande literatuur biedt inzicht in de relatie tussen persoonlijke gezondheid, de werkomgeving en het persoonlijk welbevinden van werknemers. Echter, ondanks de grote hoeveelheid studies naar de oorzaken van werkstress, is er weinig empirisch onderzoek gedaan naar meerdere simultane factoren met betrekking tot stress. Hierdoor is het lastig te bepalen welke factoren het meest van belang zijn om werkstress te reduceren. Om beter te begrijpen welke factoren relevant zijn om werkstress te reduceren, is het doel van deze studie om meerdere simultane antecedenten van werkstress te onderzoeken.
Brookshire (1960) bepaalde werkstressfactoren aan de hand van de volgende categorieën: persoonlijke eigenschappen (zoals de fysieke gezondheid van een werknemer); situaties buiten het werk om (zoals stress in het dagelijks leven); en situaties binnen de werkomgeving (zoals onvoldoende directe begeleiding). Ook deze studie gebruikt deze categorieën en focust hierbij specifiek op: morele identiteit als een dimensie van iemands persoonlijkheid; sociale support buiten en binnen de werkomgeving; en ethisch leiderschap binnen de werkomgeving. Zo gaat deze studie in op drie factoren die bepalend kunnen zijn voor werkstress, namelijk: morele identiteit, sociale ondersteuning (binnen en buiten het werk) en ethisch leiderschap. De onderzoeksvraag van deze studie luidt dan ook als volgt:
“Kunnen morele identiteit, sociale ondersteuning en ethisch leiderschap gezien worden als bepalende factoren met betrekking tot werkstress?”
Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag is een kwantitatieve data-analyse verricht met als afhankelijke variabele werkstress en als onafhankelijke variabelen morele identiteit, sociale ondersteuning en ethisch leiderschap. Hiervoor zijn data verzameld door middel van observaties en een enquête.
Het volgende hoofdstuk van deze scriptie biedt een overzicht van de literatuur over de afhankelijke variabele werkstress en de onafhankelijke variabelen morele identiteit, sociale ondersteuning en ethisch leiderschap. Hoofdstuk 3 gaat in op de hypotheses, de onderzoeksmethode en het conceptueel model. Vervolgens beschrijft Hoofdstuk 4 de kwantitatieve data-analyse en de resultaten hiervan. Tot slot worden in Hoofdstuk 5 de conclusie en discussie gepresenteerd.
Checklist: Inleiding
0 / 13Goed bezig!
Je inleiding zit nu in ieder geval goed in elkaar. Gebruik ook de andere checklists om je scriptie nog beter te maken.
Alle checklisten bekijken Terug naar inleiding checklist* Het kan zijn dat je de hypothesen nog niet kunt opstellen, omdat je hiervoor eerst een literatuuronderzoek gaat doen.
** Het kan zijn dat je eerst het literatuuronderzoek gaat doen voordat je het conceptueel model opstelt.
Veelgestelde vragen over de inleiding
- Hoe lang moet de inleiding zijn?
-
De inleiding van een essay is meestal niet langer dan een of twee paragrafen en maakt normaliter ongeveer 10 tot 20 procent uit van je tekst. Het deel waar het in je essay om gaat is je argumentatie.
- Hoe maak ik onderscheid tussen welke informatie thuishoort in de inleiding en welke in het theoretisch kader?
-
In je inleiding geef je algemene informatie over je onderwerp en baken je je onderwerp af zodat je lezer weet waar je onderzoek over gaat. Met die informatie beschrijf je jouw doelstelling, probleemstelling en presenteer je de hoofdvraag en deelvragen van je scriptie.
In je theoretisch kader geef je antwoord op de beschrijvende deelvragen die je hebt geformuleerd en ga je dieper in op de begripsdefinities die je gebruikt, zodat je lezer nog beter begrijpt wat jouw resultaten en conclusie uiteindelijk betekenen en waar deze precies betrekking op hebben.
- Is het nu een inleiding of een aanleiding?
-
Of je het eerste hoofdstuk inleiding of aanleiding noemt, is afhankelijk van de richtlijnen van jouw studie. Als deze richtlijnen onduidelijk zijn en je nog niet weet of je eerste hoofdstuk inleiding of aanleiding moet heten, kies dan voor inleiding. In deze inleiding (of aanleiding) omschrijf je altijd de aanleiding voor jouw plan van aanpak.
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.
Scharwächter, V. (2023, 13 februari). Inleiding schrijven voor je scriptie | Stappenplan & checklist. Scribbr. Geraadpleegd op 13 november 2024, van https://www.scribbr.nl/scriptie-structuur/een-inleiding-schrijven-voor-je-scriptie/