Stijlfouten en stijlfiguren | Soorten & Voorbeelden

Stijlfiguren zijn literaire trucs die worden gebruikt om een tekst levendiger, interessanter of overtuigender te maken voor een lezer of luisteraar.

Een stijlfout is een (meestal onopzettelijke) verkeerde afwijking van de norm. Als een stijlfout opzettelijk wordt gebruikt, bijvoorbeeld om ironie over te brengen, kan deze als stijlfiguur worden geclassificeerd.

Voorbeeld: Stijlfouten en stijlfiguren
  • Alliteratie: Liesje leerde Lotje lopen langs de Lange Lindelaan.
  • Contaminatie: Heb je oma nog opgetelefoneerd?
  • Tautologie: Ik wil tevens ook een extra portie nasi bestellen.

Er bestaan tientallen stijlfiguren. In dit artikel worden alleen de veelvoorkomende stijlfiguren en stijlfouten behandeld.

Allegorie

Een allegorie is een verhaal of gedicht dat iets anders symboliseert. Het is een hele lange metafoor, waarbij de schrijver of spreker nooit het bedoelde bij naam noemt.

Voorbeeld: Allegorie
Een van de meest bekende allegorieën is de allegorie van Plato’s grot. In dit verhaal beschrijft Plato een grot met gevangenen die op een bepaalde manier geketend zijn, waardoor ze alleen naar één muur kunnen kijken waarop ze schaduwen zien. Dit is hun realiteit.

Plato stelt dat de gevangen niet zomaar naar de echte wereld zouden kunnen gaan, omdat ze er niet aan gewend zijn en die wereld niet zouden begrijpen. Bovendien zouden de andere gevangenen ze bij terugkomst niet geloven, omdat zij in de realiteit van de schaduwen geloven.

De allegorie staat symbool voor iets anders, namelijk de manier waarop Plato over de maatschappij dacht. Er bestaat geen consensus over de precieze betekenis, maar een van de mogelijke interpretaties is dat Plato beschrijft hoe de mens gebonden is aan vooroordelen en illusies.

Alliteratie

Bij een alliteratie wordt dezelfde beginletters een aantal keer achter elkaar herhaald. Hiermee kan een tekst interessanter worden gemaakt. Dit stijlfiguur wordt veel gebruikt in marketing (voor slogans).

Voorbeeld: Alliteratie
  • Verrassend volledig, verbazend voordelig
  • Heerlijk, helder Heineken

Ambiguïteit of dubbelzinnigheid

Ambiguïteit of dubbelzinnigheid treedt op als een zin of tekst op meerdere manieren kan worden geïnterpreteerd, waardoor spanning wordt opgewekt. Vaak wordt hiervoor een woordspeling gebruikt.

Voorbeeld: Ambiguïteit of dubbelzinnigheid
  • De man die de jongen beroofd heeft.
    • In dit geval maakt de grammatica van de zin niet duidelijk wie de berover en wie de beroofde is.
  • Romee was alweer aan het opscheppen.
    • In dit geval kan “opscheppen” zowel “een maaltijd op een bord leggen” als “over iets pochen/grootspraak” betekenen.

Amplificatie

In de retorica is sprake van het stijlfiguur amplificatie als een situatie, object of persoon op meerdere manieren of vanuit verschillende perspectieven wordt beschreven.

Voorbeeld: Amplificatie 
Ze hield van zijn gezicht. De vorm van zijn mond, de stralende lach. Zijn sprekende ogen en opvallende jukbeenderen. Ze hield van zijn stoppelbaard, zijn wenkbrauwen en de rimpels om zijn mond.

Anafoor

Bij een anafoor worden één of meerdere woorden herhaald in opeenvolgende zinsdelen of zinnen. Dit stijlfiguur wordt vaak gebruikt in toespraken of gedichten.

Voorbeeld: Anafoor
Een bekend voorbeeld van een anafoor is een passage uit de toespraak “I Have a Dream” van Martin Luther King:

I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed: “We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal.”

I have a dream that one day on the red hills of Georgia, the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at the table of brotherhood.

I have a dream that one day even the state of Mississippi, a state sweltering with the heat of injustice, sweltering with the heat of oppression, will be transformed into an oasis of freedom and justice.

I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character.

I have a dream today!

Anticlimax

Bij een anticlimax vindt een opsomming plaats waarbij de leden van de opsomming steeds minder kracht hebben of steeds minder belangrijk zijn. Een anticlimax is het tegenovergestelde van het stijlfiguur climax.

Er wordt ook over een anticlimax gesproken als er veel spanning wordt opgebouwd, maar de ontknoping teleurstellend is.

Voorbeeld: Anticlimax
Het was een gruwelijke ontploffing. Ik bedoel, er was een explosie! Nou ja, er werd siervuurwerk afgestoken.

Antithese

Bij een antithese worden tegengestelde begrippen met elkaar verbonden om ze te versterken.

Voorbeeld: Antithese
Ik blijf je trouw in goede en slechte dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid.

Assonantie

Assonantie is een vorm van rijm waarbij alleen de klinkers rijmen. Dit stijlfiguur wordt ook wel klinkerrijm of halfrijm genoemd.

Voorbeeld: Assonantie
  • Rozen – rode
  • Laten – schapen
  • Riep – lief

Asyndeton en polysyndeton

Bij een asyndeton worden zinsdelen of zinnen naast elkaar geplaatst in een opsomming zonder nevenschikkend voegwoord. Zo wordt vaak het woordje “en”, “maar” of “of” weggelaten. Dit is meestal niet grammaticaal correct.

Voorbeeld: Asyndeton
  • Niet jij, ik moet hieronder lijden.
  • Wat wil je dat ik doe: bellen, appen, mailen?

Het tegenovergestelde van een asyndeton is een polysyndeton. Bij dit stijlfiguur worden meer voegwoorden gebruikt dan verwacht, bijvoorbeeld ter vervanging van een komma.

Voorbeeld: Polysyndeton
  • We gaan of naar de dierentuin, of naar de overdekte speeltuin of naar het zwembad.
  • Luca vroeg en mij, en mijn zus en mijn moeder te eten.

Chiasme

Bij een chiasme wordt een formulering herhaald in omgekeerde volgorde. Een chiasme wordt ook wel een kruisstelling of chiasma genoemd. Het is een bijzondere variant op het stijlfiguur repetitio.

Er wordt ook gesproken van een chiasme als de formuleringen niet exact hetzelfde zijn, maar op elkaar lijken.

Voorbeeld: Chiasme
  • Je moet niet leven om te werken, maar werken om te leven.
  • Dames en heren, jongens en meisjes.

Cliché

Een cliché is een stijlfiguur waarbij een vorm van beeldspraak tot vervelends toe is herhaald. Hierdoor heeft de beeldspraak in sommige contexten en voor sommige mensen alle kracht en schoonheid verloren.

Voorbeeld: Cliché
  • Live, laugh, love
  • Liefde maakt blind

Let op: Het meervoud van cliché is clichés, zonder apostrof.

Climax

Bij een climax vindt een opsomming plaats waarbij de leden van de opsomming steeds meer kracht hebben of steeds belangrijker zijn. Een climax is het tegenovergestelde van het stijlfiguur anticlimax.

Er wordt ook over een climax gesproken als er veel spanning wordt opgebouwd in een verhaal, waarna een spannende of onverwachte ontknoping volgt.

Voorbeeld: Climax
Hij liep stevig door en keek achterom. Hij begon zijn pas te versnellen tot hij rende. Toen hij op de hoek was, sprintte hij verder tot hij dacht dat hij zijn benen niet meer kon bijhouden.

Clou of pointe

De pointe is een geheel onverwachte plotwending in een verhaal. Vaak komen meerdere verhaallijnen plots samen en blijkt dat alle losse elementen al die tijd al in verband stonden. De toelichting van de plotwending wordt de clou genoemd.

Voorbeeld: Pointe
Aarzelend legde Sam haar hand op de deurklink. Na al die tijd zou ze ontdekken wie de remkabels van haar auto onklaar had gemaakt. Ze drukte de hendel omlaag, duwde de deur open en staarde recht in de ogen van haar tweelingzus.

Contaminatie

Een contaminatie is een onjuiste combinatie van twee woorden of woordgroepen die op elkaar lijken in vorm, betekenis of gebruik. In de meeste gevallen is een contaminatie een stijlfout, maar bij bewust gebruik kun je de constructies ook als stijlfiguur beschouwen.

Voorbeeld: Contaminatie
  • Leo komt soms zo scherp uit de bocht.
    • Het is “scherp uit de hoek komen” of “uit de bocht vliegen”, maar niet “scherp uit de bocht komen”.
  • Heb jij de roddels gehoord die rondcirculeren?
    • Het is “rondgaan” of “circuleren”, maar niet “rondcirculeren”.

Contradictio in terminis

Een contradictio in terminis is een uitspraak waarbij de gebruikte woorden met elkaar in tegenspraak zijn. Dit stijlfiguur wordt vaak gebruikt om ironie uit te drukken.

Voorbeeld: Contradictio in terminis
  • Eerlijke politicus (politici worden meestal niet als eerlijk gezien).
  • Gulle Nederlands (Nederlanders worden doorgaans niet als gul bestempeld).

Ellips

Een ellips is de weglating van een of meerdere woorden (zoals een werkwoord). Een ellips is een stijlfiguur als de schrijver of spreker door weglating van de woorden iets probeert te suggereren.

Er bestaan ook andere vormen van een ellips, zoals de weglating van gebeurtenissen of tijdsintervallen bij het vertellen van een verhaal. Dit is echter geen retorische ellips, maar een narratieve.

Voorbeeld: Ellips
  • Ik kan hier nog meer over zeggen, maar …
  • Vrijheid, blijheid.

Enumeratie (opsomming)

Een enumeratie is een opsomming die wordt gebruikt om iets nadruk te geven. Meestal is er ook nog sprake van een climax (of een anticlimax) of een asyndeton (weglating van voegwoorden). In die gevallen is het waarschijnlijker dat de enumeratie als stijlfiguur bedoeld is.

Voorbeeld: Enumeratie
  • Ik zie surveillanten, agenten, brigadiers, en inspecteurs.
  • Hij wil mensen aan het lachen maken, beroemd worden, dat de wereld aan zijn voeten ligt!

Eufemisme

Een eufemisme is een verzachtende omschrijving voor iets onprettigs of ongemakkelijks. Soms wordt dit stijlfiguur onbewust gebruikt in alledaagse taal, maar het kan ook nadrukkelijker, bijvoorbeeld in poëzie.

Voorbeeld: Eufemisme
  • Mijn opa is heengegaan.
  • Ik ben op dit moment tussen twee banen.

Hyperbool

Een hyperbool is een sterke overdrijving, bijvoorbeeld om emotie over te brengen of om iets nadruk te geven. Het is het tegengestelde van het stijlfiguur parabool.

Voorbeeld: Hyperbool
  • Ik ben me doodgeschrokken van je berichtje.
  • Lucas werd bedolven onder de complimenten.

Litotes

Bij een litotes maak je iets duidelijk door het tegenovergestelde te ontkennen. Deze constructie kan voorkomen in alledaagse taal, maar een litotes kan ook nadrukkelijker worden gebruikt als stijlfiguur.

Voorbeeld: Litotes
  • Ik vond je betoog niet slecht!
    • Je vindt het goed, dus je ontkent het tegenovergestelde (“niet slecht”)
  • Zoë is niet onaardig.
    • Je vindt Zoë aardig, dus je ontkent het tegenovergestelde (“niet onaardig”)

Metafoor

Een metafoor is een vorm van beeldspraak waarbij een beeld wordt gebruikt voor iets waar het overeenkomsten mee vertoont. Als metaforen vaak worden gebruikt, verliezen ze hun kracht en eindigen ze als clichés.

Voorbeeld: Metafoor
  • Stress is een sluipmoordenaar.
  • Je kamer ziet eruit als een zwijnenstal.

Onomatopee of klanknabootsing

Een onomatopee of klanknabootsing is een woord dat qua uitspraak overeenkomt met het geluid van een object of dier. Het is een stijlfiguur als iemand het object, dier of de handeling weglaat en alleen het geluid beschrijft.

Voorbeeld: Onomatopee
  • Romaro keek achterom. Sssss. Hij hoorde de slang nog voordat hij hem zag.
  • De kleuter stopte de lepel met soep in haar mond. Slurp!

Oxymoron

Bij het stijlfiguur oxymoron worden twee woorden met een tegengestelde betekenis met elkaar verbonden, waardoor de combinatie in letterlijke zin niet klopt, maar in figuurlijke zin wel.

Voorbeeld: Oxymoron
  • Oorverdovende stilte
  • Oud nieuws

Parabool of understatement

Bij een parabool worden belangrijke dingen, personen of gebeurtenissen als minder belangrijk of groot voorgesteld dan in werkelijkheid het geval is. Een synoniem voor parabool is understatement. Het is het tegenovergestelde van het stijlfiguur hyperbool.

Voorbeeld: Parabool
  • Maak je niet druk! De bevalling is in een paar seconden voorbij.
  • Je landhuis is een mooi optrekje hoor!

Paradox

Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Bij dit stijlfiguur lijkt een zin op het eerste gezicht niet te kloppen, maar als je er dieper over nadenkt, kun je er vaak een belangrijke boodschap uit opmaken. Ook kan een paradox grappig bedoeld zijn.

Als een paradox maar één woordgroep betreft (zoals “koud vuur”), is er sprake van een oxymoron.

Voorbeeld: Paradox
  • Schrijven is schrappen.
  • Iemand die zegt niets te weten, weet alles.

Parallellisme

Bij een parallellisme wordt nadruk gegeven aan een zin door twee keer (ongeveer) dezelfde zinsbouw of inhoud te gebruiken. Parallellismen komen heel veel voor in de Bijbel, Koran en andere religieuze boeken.

Voorbeeld: Parallellisme
  • Spreken is zilver, zwijgen is goud.
  • Uw koningschap omspant de eeuwen, uw heerschappij omvat alle geslachten.

Personificatie

Bij een personificatie wordt een menselijke eigenschap toegedicht aan dieren of objecten. Het is een vorm van beeldspraak en daarmee een stijlfiguur.

Voorbeeld: Personificatie
  • De hond lachte toen hij zijn baasje zag.
  • De droge grond smacht naar het regenwater.

Pleonasme

Een pleonasme is een stijlfiguur waarbij een eigenschap die al in het woord besloten ligt nogmaals wordt genoemd met een ander woord.

Vaak wordt hiermee bewust nadruk gelegd op die eigenschap. Als dit niet de bedoeling van de schrijver of spreker is, is het een stijlfout.

Voorbeeld: Pleonasme
  • Het rode bloed druppelde uit haar vinger.
  • Het karretje van de achtbaan steeg steeds verder omhoog.

Retorische vraag

Een retorische vraag is een vraag waarop de steller geen antwoord verwacht. Dit type vraag wordt gebruikt om de lezer aan het denken te zetten of te overtuigen.

Voorbeeld: Retorische vraag
  • Moet het soms stuk?
  • Deze misdadiger moet veroordeeld worden. Vindt u ook niet?

Synecdoche

Een synecdoche is een stijlfiguur waarbij een verband wordt gelegd tussen een klein deel en het grotere geheel. Dit werkt in beide richtingen:

Pars pro toto

Pars pro toto is Latijn voor “deel voor geheel:. Hierbij noem je een deel van iets of iemand, terwijl je eigenlijk het hele ding of de gehele persoon bedoelt.

Voorbeeld: Pars pro toto
  • Ik wil alle neuzen dezelfde kant op.
  • Voordat we in de tourbus stappen, wil ik eerst alle koppen tellen.

Totum pro parte

Totum pro parte is Latijn voor “geheel voor deel”. Hierbij noem je een groter geheel, terwijl je eigenlijk maar een deel bedoelt.

Voorbeeld: Totum pro parte
  • Frankrijk heeft goed gespeeld tijdens de wereldfinale.
  • Amsterdam introduceert een wet die gendergelijkheid moet bevorderen.

Tautologie

Een tautologie is een combinatie van twee woorden die hetzelfde betekenen, waardoor iets dubbelop wordt gezegd. In de meeste gevallen is een tautologie een stijlfout, maar ingeburgerde of bewuste tautologieën worden als stijlfiguur gezien.

Voorbeeld: Tautologie
  • Ik wil tevens ook benadrukken dat ik niet op de hoogte was van de beslissing.
  • De meubels staan schots en scheef in de kamer.

Veelgestelde vragen over stijlfiguren

In welke setting gebruik je stijlfiguren?

Hoewel stijlfiguren gebruikelijk zijn in een toespraak, betoog, boek of gedicht, wordt het afgeraden om ze te gebruiken in een academische tekst, zoals een scriptie.

Wat is elisie?

Elisie is een stijlfiguur waarbij een of meerdere klanken worden weggelaten. Dit stijlfiguur wordt vooral gebruikt in de poëzie om het metrum (ritme) te behouden als er eigenlijk te veel lettergrepen zijn. Bijvoorbeeld:

  • ’t een of ’t ander, mij maakt ’t niet uit.

De weggelaten klank wordt vervangen door een apostrof.

Wat is een enallage?

Bij een enallage wordt een bijvoeglijk naamwoord voor een woord geplaatst, terwijl het inhoudelijk beter zou passen bij een ander woord in de zin.

Een enallage is meestal een stijlfiguur. Sommige enallages zijn zo vaak gebruikt dat ze volledig zijn ingeburgerd, waardoor er geen verwarring over de betekenis ontstaat. Bijvoorbeeld:

  • Een lekker bordje eten (het eten is lekker, niet het bordje).
Wat is een boutade?

Een boutade is een stijlfiguur waarbij een grappige, korte uitspraak wordt gebruikt om ontevredenheid of een ander negatief gevoel uit te drukken. Een voorbeeld hiervan is: “De mensheid wordt intelligenter, maar niet slimmer.”

Wat is een homerische vergelijking?

Een homerische vergelijking is een hele uitgebreide, niet-noodzakelijke vergelijking die ontzettend lang doorgaat en vaak gebruikmaakt van niet-relevante beeldspraak. Het is een stijlfiguur dat veel voorkomt in de Ilias en de Odyssee (geschreven door Homerus).

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

Merkus, J. (2023, 21 augustus). Stijlfouten en stijlfiguren | Soorten & Voorbeelden. Scribbr. Geraadpleegd op 3 december 2024, van https://www.scribbr.nl/retorica/stijlfiguren/

Wat vind jij van dit artikel?
Julia Merkus

Julia heeft onder andere een bachelor in Nederlandse Taal en Cultuur en twee masters in Linguistics en Taal- en Spraakpathologie. Na enkele jaren als editor, onderzoeker en docent schrijft ze nu artikelen over scripties, taalkunde, methodologie en statistiek om studenten te helpen.