Wat is het Hawthorne-effect? | Betekenis & Voorbeelden
Het Hawthorne-effect verwijst naar de neiging van mensen om zich anders te gedragen als ze zich ervan bewust worden dat ze worden geobserveerd.
Als gevolg daarvan is het mogelijk dat wat wordt geobserveerd niet het “normale” gedrag vertegenwoordigt, waardoor de interne validiteit en externe validiteit van je onderzoek in gevaar komen.
Als de werknemers weten dat je ze observeert, passen zij mogelijk hun rookgedrag aan, waardoor de resultaten van je onderzoek worden beïnvloed. Je kunt bijvoorbeeld een hogere of lagere frequentie registreren dan werkelijk representatief is voor de onderzochte populatie.
Net als andere soorten onderzoeksbias komt het Hawthorne-effect vaak voor bij observationele en experimentele onderzoeksdesigns op het gebied van geneeskunde, organisatiepsychologie en onderwijs. Het Hawthorne-effect wordt ook wel het waarnemerseffect (observer effect) genoemd en is nauw verbonden met observer bias.
Wat is het Hawthorne-effect?
Het Hawthorne-effect treedt op als het gedrag van een participant verandert als gevolg van de observatie, eerder dan als gevolg van de behandeling of interventie.
Met andere woorden: als groepen of individuen zich realiseren dat ze worden geobserveerd, kunnen ze hun gedrag veranderen. Deze verandering kan positief of negatief zijn, afhankelijk van de onderzoekscontext. Zo kunnen mensen die deelnemen aan een voedingsgerelateerd experiment hun eetpatroon verbeteren, enkel omdat ze aan het experiment meedoen.
Het waarnemerseffect kan alleen optreden als participanten zich bewust zijn van de observatie. Het Hawthorne-effect is een subtype van performance bias.
Aanvankelijk leken de resultaten erop te wijzen dat de productiviteit verbeterde wanneer de variabelen werden beïnvloed, ook als de omstandigheden minder gunstig werden (zoals minder licht). Elke verandering in de productiviteit verdween echter als de experimenten werden stopgezet.
Uiteindelijk werd geconcludeerd dat de productiviteit verbeterde omdat de werknemers reageerden op de toegenomen aandacht van hun leidinggevenden, en niet op de verandering van de werkomstandigheden. Dit werd bekend als het Hawthorne-effect.
Voorbeeld van het Hawthorne-effect
Gedragsveranderingen die worden toegeschreven aan het Hawthorne-effect kunnen je conclusies ernstig vertekenen, vooral als je een causaal verband tussen variabelen probeert vast te stellen. Het effect tast de interne validiteit van je studie aan.
Op dezelfde manier kan het Hawthorne-effect de externe validiteit van je onderzoek aantasten, waardoor de generaliseerbaarheid wordt verminderd.
Bij de vervolgafspraak blijkt de patiënt in slechtere staat te verkeren. De arts heeft veel gepubliceerde onderzoeken naar Alzheimer-medicatie gelezen waarin patiënten die actieve medicatie (dus geen placebo) voorgeschreven kregen vaak beter of stabieler leken. De arts concludeert dat de behandeling wel moet zijn mislukt omdat de patiënt achteruitgaat. Hij besluit de medicatie te stoppen.
De arts heeft echter geen rekening gehouden met een mogelijk Hawthorne-effect op de onderzoeksresultaten. Mensen die deelnemen aan klinische proeven lijken het vaak beter te doen dan mensen in de praktijk, simpelweg omdat ze deelnemen aan een experiment en geobserveerd worden. In werkelijkheid kan de toegenomen aandacht en interactie met artsen en verpleegkundigen op regelmatige tijdstippen leiden tot betere gezondheidsresultaten.
Vanwege deze reden kan het Hawthorne-effect de generaliseerbaarheid van klinisch onderzoek naar de dagelijkse praktijk beïnvloeden.
Kritiek op het Hawthorne-effect
Recent onderzoek naar de oorspronkelijke studies in Hawthorne Works heeft aangetoond dat de bevindingen onjuist of overdreven waren. Met name aanzienlijke verschillen tussen de controlegroepen en experimentele groepen leidden tot de invoering van verwarrende variabelen waarvan de onderzoekers zich destijds niet bewust waren. Het is zeer waarschijnlijk dat ook andere factoren een rol hebben gespeeld in het originele onderzoek.
Uiteindelijk kan het lastig zijn om precies te bepalen hoe het bewustzijn van participanten de studieresultaten beïnvloedt. Onderzoekers moeten de invloed van dit effect echter in gedachten houden als ze experimenten ontwerpen of resultaten van participantonderzoeken interpreteren.
Andere verklaringen voor het Hawthorne-effect
Er zijn een paar andere factoren die de gedragsveranderingen bij participanten kunnen verklaren. Deze factoren zijn:
- Feedback op prestaties (performance feedback)
- Vraagkenmerken (demand characteristics)
- Nieuwheidseffect (novelty effect)
Feedback op prestaties (performance feedback)
Participanten die feedback krijgen, kunnen ook betere prestaties leveren. In de context van de productiviteit van werknemers kan meer aandacht van onderzoekers bijvoorbeeld tot een hogere productiviteit leiden. Werknemers die regelmatig toegang hebben tot informatie over hun individuele prestaties kunnen anders presteren dan degenen die dat niet hebben.
Vraagkenmerken (demand characteristics)
Vraagkenmerken (demand characteristics) zijn subtiele aanwijzingen die de onderzoeksdoelstellingen van het onderzoek aan de participanten kunnen onthullen. Dit bewustzijn kan ertoe leiden dat ze hun gedrag veranderen. Participanten kunnen zich bijvoorbeeld gemotiveerd voelen om de onderzoeker te behagen.
Nieuwheidseffect (novelty effect)
Een tijdelijke verbetering van de prestaties als gevolg van de eerste keer deelnemen aan een onderzoek staat bekend als het nieuwheidseffect (novelty effect). Deze verbetering kan ook optreden als een nieuw element, technologie, kenmerk of proces in een experimentele setting wordt geïntroduceerd.
Omdat de participanten niet vertrouwd zijn met het nieuwe element, kan een grotere belangstelling aanvankelijk leiden tot een toename van de prestaties of productiviteit. Studenten presteren bijvoorbeeld vaak beter als een leerervaring nieuw is. Het nieuwheidseffect verdwijnt echter na verloop van tijd.
Hoe reduceer je het Hawthorne-effect?
Het Hawthorne-effect kan niet volledig worden vermeden bij experimenteel onderzoek. Er zijn echter wel een paar dingen die je kunt doen om het effect te verminderen:
- Investeer in interpersoonlijke relaties op de onderzoekslocatie. Het onderhouden van contact met de participanten gedurende het experiment vermindert de participantreactiviteit en verbetert de kwaliteit van de dataverzameling.
- Geef participanten taken (filler tasks) die geen verband houden met het doel van het onderzoek. Zo kun je de onderzoeksdoelen verhullen voor de participanten. Overweeg echter altijd of dit ethisch verantwoord is.
- Kies waar mogelijk voor een natuurlijke setting of verborgen observatie. Zo kun je mensen in hun natuurlijke omgeving observeren zonder gezien te worden. Het nadeel hiervan is dat je slechts in beperkte mate conclusies kunt trekken over causale verbanden of kunt generaliseren naar andere contexten. Je moet ook rekening houden met de privacy van de participanten en geïnformeerde toestemming (informed consent).
Interessante artikelen over onderzoek doen
Op zoek naar meer interessante artikelen over een onderzoek uitvoeren voor je scriptie of paper? Bekijk dan ook eens onderstaande artikelen met uitleg en voorbeelden!
Onderzoeksbias
Methodologie
Veelgestelde vragen over het Hawthorne-effect
- Wat zijn bedreigingen voor externe validiteit?
-
Er zijn zeven bedreigingen voor de externe validiteit:
- Selectiebias
- Geschiedenis
- Experimenter effect
- Hawthorne-effect
- Testeffect
- Bekwaamheid-behandeling (aptitude-treatment)
- Situatie-effect
- Wat is performance bias in onderzoek?
-
Performance bias is een algemene term die de effecten beschrijft van een ongelijke behandeling tussen onderzoeksgroepen. Als gevolg daarvan veranderen participanten hun gedrag.
Er zijn twee subtypen van performance bias: het Hawthorne-effect (of waarnemerseffect) en het John Henry-effect.
- Wat zijn vraagkenmerken (demand characteristics)?
-
In onderzoek zijn vraagkenmerken (demand characteristics) signalen die participanten kunnen wijzen op het doel van het onderzoek. Deze signalen kunnen ertoe leiden dat participanten hun gedrag of reacties veranderen op basis van hun verwachtingen van het onderzoeksdoel.
Vraagkenmerken zijn veelvoorkomende problemen bij experimenten in de psychologie en andere sociaal-wetenschappelijke studies, omdat ze een vertekening (onderzoeksbias) van de onderzoeksresultaten kunnen veroorzaken.
Bronnen voor dit artikel
We raden studenten sterk aan om bronnen te gebruiken. Je kunt verwijzen naar ons artikel (APA-stijl) of je verdiepen in onderstaande bronnen.
Citeer dit Scribbr-artikelScharwächter, V. (2023, 20 april). Wat is het Hawthorne-effect? | Betekenis & Voorbeelden. Scribbr. Geraadpleegd op 10 februari 2025, van https://www.scribbr.nl/onderzoeksbias/het-hawthorne-effect/
Sedgwick, P., & Greenwood, N. (2015). Understanding the Hawthorne effect. BMJ, h4672. https://doi.org/10.1136/bmj.h4672