Juridische Leidraad: Parlementaire stukken | Uitleg & voorbeelden
Voor parlementaire stukken neem je alleen een verwijzing op in de voetnoot, maar geen bronvermelding in de literatuurlijst. Volgens de Leidraad voor juridische auteurs (Juridische Leidraad) hoef je in principe ook geen lijst van parlementaire stukken op te nemen, omdat de verwijzingen in de voetnoot al volledig zijn.
Bij parlementaire stukken vermeld je de officiële bron, maar het webadres voeg je niet toe. Je kunt Kamerstukken, Kamervragen en Handelingen vinden op officielebekendmakingen.nl.
Stukken van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal
Kamerstukken zijn schriftelijk uitgewisselde stukken tussen de Regering en het Parlement. Deze stukken worden ook wel ‘witte stukken’ of ‘gedrukte stukken’ genoemd. Alle Kamerstukken krijgen een nummer ter identificatie, waarbij alle Kamerstukken die onder één hoofdnummer vallen een vervolg- of ondernummer krijgen.
Als je naar de gehele parlementaire behandeling (Eerste en Tweede Kamer samen) wilt verwijzen, dan kun je de toevoeging ‘I’ of ‘II’ achter Kamerstukken weglaten. Ook mag je dan de jaartallen weglaten.
Eerste Kamerstukken
Eerste Kamerstukken worden aangeduid met Kamerstukken I (schuingedrukt), gevolgd door het parlementaire zittings- of vergaderjaar (zoals 2019/20), een komma, het dossiernummer, nog een komma, de afkorting ‘nr.’, het ondernummer, weer een komma, de afkorting ‘p.’ en het paginanummer.
Format voetnoot | Nummer voetnoot. Kamerstukken I Jaar, Dossiernummer, nr. Ondernummer, p. Paginanummer. |
---|---|
Voorbeeld voetnoot | 3. Kamerstukken I 2020/21, 34430, nr. AB, p. 7. |
Als je het type document (zoals memorie van toelichting, voorlopig verslag) nog niet noemt in de lopende tekst, mag je deze informatie toevoegen aan de verwijzing.
Tweede Kamerstukken
Tweede Kamerstukken worden aangeduid met Kamerstukken II (schuingedrukt), gevolgd door het parlementaire zittings- of vergaderjaar (zoals 2019/20), een komma, het dossiernummer, nog een komma, de afkorting ‘nr.’, het ondernummer, weer een komma, de afkorting ‘p.’ en het paginanummer.
Format voetnoot | Nummer voetnoot. Kamerstukken II Jaar, Dossiernummer, nr. Ondernummer, p. Paginanummer. |
---|---|
Voorbeeld voetnoot | 5. Kamerstukken II 2020/21, 35815, nr. 2, p. 4. |
Als je het type document (zoals memorie van toelichting, voorlopig verslag) nog niet noemt in de lopende tekst, mag je deze informatie toevoegen aan de verwijzing.
Ondernummers
Als je verwijst naar een gehele behandeling van een wetsvoorstel of nota, mag je de ondernummers weglaten.
Tegenwoordig heeft het ondernummer voor de Eerste Kamer de vorm van een getal en een hoofdletter. Voor 2003/04 werd een getal met een kleine letter gebruikt. Als je naar een minder recent Eerste Kamerstuk verwijst waarbij de kleine letter wordt gebruikt, vermeld je zelf ook een kleine letter.
Tegenwoordig heeft het ondernummer voor Tweede Kamerstukken de vorm van een getal. Voorheen werd echter een hoofdletter gebruikt. Als je een minder recent Tweede Kamerstuk citeert waarbij een hoofdletter wordt gebruikt, zet je de letter op de plaats van het getal.
Zittingsjaren
Vroeger (tot 1983) kon een zittingsjaar slechts een gedeelte van één kalenderjaar beslaan. In die gevallen noteer je alleen het desbetreffende zittingsjaar.
Ook kan het voorkomen dat een behandeling meerdere jaren duurt. In die gevallen noteer je zowel het eerste als het laatste parlementaire jaar.
Afkortingen
Het wordt aangeraden om aan te geven met welk type Kamerstuk (zoals een voorlopig verslag, memorie van toelichting, verslag) je te maken hebt. Hiervoor gebruik je de officiële afkortingen.
Volledige term | Afkorting Eerste Kamer | Afkorting Tweede Kamer |
---|---|---|
Memorie van antwoord | MvA I | MvA II |
Memorie van toelichting | MvT | MvT |
Nadere memorie van antwoord | NMVA I | NMVA II |
Nota naar aanleiding van het verslag | NV I | NV II |
Nader voorlopig verslag | NVV I | NVV II |
Verslag | Verslag I | Verslag II |
Voorlopig verslag | VV I | VV II |
Voor Eerste en Tweede Kamerstukken mag je het type document (zoals memorie van toelichting, voorlopig verslag) tussen haakjes plaatsen op het eind van de voetnoot. Hiervoor gebruik je de officiële afkortingen. Alleen in het geval van bijlagen begin je de voetnoot met het type document.
Handelingen en Kamervragen
Voor handelingen wordt nagenoeg hetzelfde format gehanteerd als voor Kamerstukken. Handelingen die vanaf 2011 gepubliceerd zijn, hebben niet alleen een vergaderjaar en vergaderingsnummer, maar ook een itemnummer. Hiermee kunnen de handelingen makkelijker worden opgezocht.
Als je naar Kamervragen of antwoorden op Kamervragen wilt verwijzen, gebruik je de term ‘Aanhangsel Handelingen I/II’, gevolgd door het zittingsjaar, de afkorting ‘nr.’, en het nummer.
Ambtsberichten en overige beleidsdocumenten
Ambtsberichten
Een ambtsbericht wordt niet door een bewindspersoon ondertekend en daarom wordt het ministerie als auteur beschouwd. Voor ambtsberichten wordt het format voor rapporten gebruikt.
Belastingbesluiten
Belastingbesluiten worden aangeduid als ‘besluit van de Staatssecretaris van Financiën’. Je gebruikt hiervoor hetzelfde format als voor ministeriële regelingen.
Kamerbrieven
Ook Kamerbrieven worden als Kamerstuk gepubliceerd. Je voegt het kenmerk van de brief enkel toe aan de verwijzing als de Kamerbrief nog niet als Kamerstuk gepubliceerd is, maar bijvoorbeeld alleen pas op rijksoverheid.nl.
Andere interessante artikelen
Op zoek naar meer informatie over AI tools, retorica en plagiaat? Bekijk onze artikelen met uitleg en voorbeelden!
AI tools
Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen
Veelgestelde vragen
- Welke bronnen moet ik volgens de Juridische Leidraad opnemen in de literatuurlijst?
-
Volgens de Leidraad voor juridische auteurs neem je alleen bronvermeldingen op voor boeken, tijdschriften en online bronnen. De literatuurlijst bevat geen bronvermeldingen voor wet- en regelgeving en jurisprudentie.
- Hoe verwijs ik volgens de Juridische Leidraad naar (antwoorden op) Kamervragen?
-
Als je wilt verwijzen naar Kamervragen of antwoorden op Kamervragen, verwijs je naar ‘Aanhangsel Handelingen I (of II)’, gevolgd door het zittingsjaar, de afkorting ‘nr.’, en het nummer.
- Hoe verwijs ik volgens de Juridische Leidraad naar een Eerste of Tweede Kamerstuk?
-
Je verwijst op de volgende manier naar een Kamerstuk:
Kamerstukken I (of II, schuingedrukt), gevolgd door het parlementaire zittings- of vergaderjaar, een komma, het dossiernummer, een komma, de afkorting ‘nr.’, het ondernummer, een komma, de afkorting ‘p.’ en het paginanummer.
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.