Gepubliceerd op
25 februari 2023
door
Kassiani Nikolopoulou.
Bijgewerkt op
21 april 2023.
Het placebo-effect is een verschijnsel waarbij mensen echte verbetering melden na een neppe of niet-bestaande behandeling, die een placebo wordt genoemd. Aangezien een placebo geen echt geneesmiddel is voor een aandoening, zijn de waargenomen positieve effecten het gevolg van iemands verwachtingen of geloof in de behandeling.
Een selecte steekproef (non-probability sampling) is een steekproefmethode die gebruikmaakt van niet-willekeurige criteria zoals de beschikbaarheid, geografische nabijheid of expertise van de personen die je wilt onderzoeken om een onderzoeksvraag te beantwoorden.
Een selecte steekproef wordt gebruikt als de parameters van de populatie onbekend zijn of niet individueel kunnen worden vastgesteld. Bezoekers van een website waarvoor gebruikers geen account hoeven aan te maken, kunnen bijvoorbeeld deel uitmaken van een selecte steekproef.
Gepubliceerd op
9 november 2022
door
Kassiani Nikolopoulou.
Bijgewerkt op
23 januari 2023.
Een aselecte steekproef (probability sampling) is een steekproefmethode waarbij je willekeurig een steekproef selecteert. Deze methode wordt ook wel de kanssteekproef, willekeurige selectie of random sampling genoemd.
Om willekeurig te zijn, moet elke onderzoekseenheid (e.g., een persoon, bedrijf of organisatie in je populatie) een gelijke kans hebben om geselecteerd te worden. Dit gebeurt meestal via een willekeurig selectieproces, zoals een loting.
Gepubliceerd op
16 oktober 2022
door
Kassiani Nikolopoulou.
Bijgewerkt op
25 april 2023.
Generaliseerbaarheid (generalizability) is de mate waarin je de resultaten van je onderzoek kunt toepassen op een bredere context (i.e., je resultaten zijn dan te generaliseren).
Onderzoeksresultaten worden beschouwd als generaliseerbaar als de bevindingen kunnen worden toegepast op de breedste context, de meeste mensen, het grootste deel van de tijd.
Generaliseerbaarheid wordt bepaald door hoe representatief je steekproef is voor de doelpopulatie. Dit staat ook wel bekend als de externe validiteit van je onderzoek.
Criteriumvaliditeit (criterion validity) evalueert hoe nauwkeurig een test het resultaat meet waarvoor de test ontworpen is. Een resultaat kan bijvoorbeeld een ziekte, gedrag of prestatie zijn. Er zijn twee soorten criteriumvaliditeit:
Concurrente validiteitmeet jouw test en de criteriumvariabelen in het heden;
Predictieve validiteitmeet deze in de toekomst.
Om criteriumvaliditeit vast te stellen, moet je je testresultaten vergelijken met criteriumvariabelen. Criteriumvariabelen zijn metingen die vaak de “gouden standaard” worden genoemd. Deze variabelen omvatten andere tests die algemeen aanvaard zijn als valide metingen van een construct.
Als je test overeenkomt met het criteriumvariabele, heeft deze een hoge criteriumvaliditeit. Criteriumvariabelen kunnen echter lastig te vinden zijn.
Gepubliceerd op
6 oktober 2022
door
Kassiani Nikolopoulou.
Bijgewerkt op
28 oktober 2022.
Inhoudsvaliditeit (content validity) evalueert in welke mate een meetinstrument alle relevante aspecten van het te meten construct dekt. Dit type validiteit meet of een onderzoeksinstrument volledig representatief is voor het te meten construct.
Een construct is hier een theoretisch concept, begrip, thema of idee. Het is meestal een concept dat niet direct kan worden gemeten.