De juiste werkwoordstijden je scriptie | Met voorbeelden per hoofdstuk
Per scriptiehoofdstuk maak je voornamelijk gebruik van de volgende werkwoordstijden:
- Samenvatting, theoretisch kader en methodologie: onvoltooid en voltooid tegenwoordige tijd en onvoltooid verleden tijd
- Inleiding: onvoltooid tegenwoordige tijd en onvoltooid verleden tijd
- Resultaten, conclusie en discussie: onvoltooid en voltooid tegenwoordige tijd
Welke werkwoordstijd je gebruikt, hangt af van de functie van de zin, zoals feiten presenteren, vorig onderzoek aanhalen of resultaten onderbouwen. Vaak gaat hierbij de voorkeur uit naar de actieve in plaats van de passieve vorm.
Houd er rekening mee dat sommige begeleiders andere ideeën hebben over werkwoordstijden dan in dit artikel en raadpleeg dus ook altijd de richtlijnen van je studie.
Tip: Gebruik onze gratis Grammatica Check om alle grammaticale, spellings- en interpunctiefouten in je tekst te verbeteren.
Samenvatting
In je samenvatting heb je het over je onderzoek dat je al hebt uitgevoerd. Je verwijst daarom naar het afgeronde onderzoek met de voltooid tegenwoordige tijd of de onvoltooid verleden tijd.
Feiten en conclusies daarentegen beschrijf je in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Wanneer je naar feiten in de verleden tijd verwijst, kun je de onvoltooid verleden tijd gebruiken.
Voorbeeldzinnen voor je samenvatting
- Feit: Bedrijf XYZ maakt momenteel geen gebruik van social media.
- Conclusie: De conclusie luidt dat bedrijf XYZ in de huidige situatie niet optimaal gebruikmaakt van de mogelijkheden die social media bieden om het klantenbestand te vergroten.
- Suggesties voor vervolgonderzoek: Op basis hiervan raad ik aan om in een vervolgonderzoek in te gaan op…
Passief
- Feit: Bij bedrijf XYZ wordt momenteel geen gebruik gemaakt van social media.
- Conclusie: Hieruit wordt geconcludeerd dat …
- Suggesties voor vervolgonderzoek: Op basis hiervan wordt aangeraden om in een vervolgonderzoek in te gaan op…
- Afgerond onderzoek: Uit dit onderzoek is gebleken dat…
- Resultaat van afgerond onderzoek: Het experiment heeft bewezen dat…
- Afgeronde handelingen: Hiervoor heeft onderzoeker Z veldonderzoek verricht.
Passief
- Resultaat van afgerond onderzoek: Met behulp van de interviews is bewezen dat…
- Afgerond onderzoek: Met dit onderzoek is aangetoond dat…
- Afgeronde handelingen: Hiervoor is veldonderzoek verricht.
- Feit in het verleden: Bedrijf XYZ maakte tot 2015 geen gebruik van social media.
- Resultaat van afgerond onderzoek uit het verleden: Het experiment uit 2018 bewees dat…
Passief
- Feit in het verleden: Bij bedrijf XYZ is tot 2015 geen gebruikgemaakt van social media.
- Resultaat van afgerond onderzoek uit het verleden: Met het experiment uit 2018 is bewezen dat…
Inleiding
In je inleiding presenteer je onder andere de probleemstelling, doelstelling, onderzoeksvragen en onderzoeksopzet. Hiervoor gebruik je voornamelijk de onvoltooid tegenwoordige tijd.
Wanneer je daarentegen achtergrondinformatie geeft of ingaat op gebeurtenissen in het verleden gebruik je meestal de onvoltooid verleden tijd. In veel gevallen kun je dan ook de voltooid tegenwoordige tijd gebruiken.
Let op: als je je leeswijzer presenteert gebruik je de onvoltooid tegenwoordige tijd en niet de onvoltooid toekomende tijd.
Voorbeeldzinnen voor je inleiding
- Onderwerpintroductie: Dit onderzoek belicht de taalproblemen van mensen met vormen van dyslexie.
- Feit: Dyslexie is een veelvoorkomend probleem.
- Huidige situatie: De taalcomputers zijn momenteel nog niet in staat om bepaalde informatie juist te interpreteren.
Passief
- Onderwerpintroductie: In dit onderzoek worden de taalproblemen van mensen met vormen van dyslexie belicht.
- Feit: Dyslexie wordt door onderzoekers X en Y beschouwd als een veelvoorkomend probleem.
- Huidige situatie: Met de taalcomputers worden momenteel nog geen specifieke data opgeslagen.
- Gebeurtenis in het verleden: Rudolf Berlin bedacht in 1887 de naam dyslexie voor het fenomeen.
- Feit in het verleden: Hij gebruikte het woord destijds om het geval een jongen te beschrijven die moeite had met lezen en schrijven.
- Verwijzen naar vorig onderzoek: Vorige studies onderzochten dyslexie vanuit een medisch perspectief.
Passief
- Gebeurtenis in het verleden: De naam dyslexie werd in 1887 door Rudolf Berlin bedacht.
- Feit in het verleden: Het woord werd destijds gebruikt om het geval een jongen te beschrijven die moeite had met lezen en schrijven.
- Verwijzen naar vorig onderzoek: In vorige studies werd dyslexie vanuit een medisch perspectief onderzocht.
Theoretisch kader en methodologie
In je theoretisch kader ga je dieper in op je probleem, op de inhoud van theorieën, geef je definities en presenteer je hoe modellen functioneren. Hiervoor gebruik je voornamelijk de onvoltooid en voltooid tegenwoordige tijd.
In je methodologie ga je in op de manier waarop je zelf onderzoek doet en hoe je dit aanpakt en aangepakt hebt. Het is afhankelijk van je begeleider of je de methoden voornamelijk in de onvoltooid of voltooid tegenwoordige tijd schrijft.
Wij raden aan om in de methoden de onvoltooid tegewoordige tijd te gebruiken voor zaken die nog steeds gelden, zoals definities en feiten. Voor het presenteren van zaken als resultaten uit eerder onderzoek kun je de voltooid tegenwoordige tijd gebruiken. Voor gebeurtenissen uit het verleden gebruik je de onvoltooid verleden tijd.
Gebruik in je methoden niet de toekomende tijd; deze mag je alleen gebruiken voor iets wat in de toekomst zal plaatsvinden.
Voorbeeldzinnen voor je theoretisch kader en methodologie
- Feit: Deze theorie houdt in dat Z gebaseerd is op J.
- Functie van een model: De concurrentiematrix helpt organisaties in een oogopslag hun positie ten opzichte van andere organisaties te achterhalen.
- Definities: De definitie van liefde luidt als volgt:…
- Beschrijving van je onderzoeksopzet: Dit is een kwalitatief onderzoek.
Passief
- Feit: In deze theorie wordt geopperd dat Z gebaseerd is op J.
- Functie van een model: Met de concurrentiematrix worden organisaties geholpen om in een oogopslag hun positie ten opzichte van andere organisaties te achterhalen.
- Definities: De definitie van liefde wordt als volgt beschreven:…
- Resultaten uit eerder onderzoek: In 2010 heeft Jansen ontdekt dat een goede structuur bijdraagt aan…
- Afgerond onderzoek: Vorig onderzoek heeft uitgewezen dat…
- Afgerond eigen onderzoek in methoden: In antwoord op deelvraag 3 heb ik interviews gehouden met…
Passief
- Resultaten uit eerder onderzoek: In 2010 is ontdekt dat een goede structuur bijdraagt aan…
- Afgerond onderzoek: In vorig onderzoek is benadrukt dat…
- Afgerond eigen onderzoek in methoden: In antwoord op deelvraag 3 zijn interviews gehouden met…
- Gebeurtenissen in het verleden: Dit interview duurde 45 minuten.
- Feiten in het verleden: De proefpersoon had een ernstig spraakgebrek.
Passief
- Gebeurtenissen in het verleden: Het interview werd na een half uur onderbroken.
Resultaten, conclusie en discussie
In je resultaten presenteer je je bevindingen op basis van je onderzoek. Hiermee presenteer je vooral feiten. Je gebruikt dan de onvoltooid tegenwoordige tijd. Je doet dit ook als je conclusies trekt of je conclusies bediscussieert.
Je gebruikt de voltooid tegenwoordige tijd als je verwijst naar het onderzoek dat je gedaan hebt en wanneer je schrijft over afgeronde zaken.
Voorbeeldzinnen voor je resultaten en conclusie
- Feiten: Slechts drie mensen zijn momenteel niet op de hoogte van de nieuwe dienstregeling.
- Resultaten: Acht respondenten hebben moeite de weg te vinden op de vernieuwde website.
- Conclusie: Het nieuwe systeem voldoet daarom nog niet.
Passief
- Feiten: Persoon X wordt iedere week op de hoogte gehouden van de nieuwe dienstregeling.
- Resultaten: Met moeite wordt de weg gevonden op de vernieuwde website.
- Conclusie: Het nieuwe systeem wordt daarom nog niet doorgevoerd.
- Verwijzing naar het eigen afgeronde onderzoek: De resultaten hebben aangetoond dat…
- Verwijzing naar een afgeronde handeling: Met behulp van die theorie heeft Yves gekeken of…
Passief
- Verwijzing naar het eigen afgeronde onderzoek: Met de resultaten is aangetoond dat…
- Verwijzing naar een afgeronde handeling: Met behulp van die theorie is gekeken of…
Uitzonderingen en feedback van begeleiders
Er zijn altijd uitzonderingen. Ga zelf altijd goed na welke werkwoordstijd je het best kunt gebruiken. Hier zijn slechts aanbevelingen gedaan over werkwoordstijden die op bepaalde plekken de voorkeur genieten.
Daarnaast geven sommige scriptiebegeleiders de feedback dat je alleen in de verleden tijd moet schrijven, of zelfs in de voltooid verleden tijd.
Vraag goed na wat ze hiermee bedoelen en vraag om voorbeelden. Vaak bedoelen begeleiders eigenlijk dat je de voltooid tegenwoordige tijd moet gebruiken en de onvoltooid verleden tijd (bijvoorbeeld in je methode of in je resultaten).
Veelgestelde vragen
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.
Benders, L. (2024, 24 juni). De juiste werkwoordstijden je scriptie | Met voorbeelden per hoofdstuk. Scribbr. Geraadpleegd op 10 maart 2025, van https://www.scribbr.nl/academische-stijlregels/werkwoordstijden-per-scriptieonderdeel/