Wat is past participle? | Uitleg, Voorbeelden & Vertaling

Past participle is de Engelse benaming voor een voltooid deelwoord. Deze afgeleide vorm van een werkwoord kan worden gebruikt om voltooide werkwoordstijden te vormen. Ook kan het worden gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord. Naast de past participle bestaat ook een present participle, wat een onvoltooid deelwoord is in het Nederlands.

  • In het Engels worden voltooid deelwoorden van regelmatige werkwoorden (regular verbs) gevormd door het suffix -ed toe te voegen aan de stam (bijvoorbeeld: “learn” wordt “learned”).
  • In het Engels worden voltooid deelwoorden van onregelmatige werkwoorden (irregular verbs) gevormd door andere suffixen toe te voegen, zoals -en, -n, -ne of -t. Zo wordt “kneel” bijvoorbeeld “knelt”
Past participle voorbeelden in een zin
The children played with the excited dog.

The injured cyclist was helped by a passerby.

The train will have left by the time you arrive.

I had expected more people to come to the party.

Hoe vorm je past participles

De past participles van regelmatige werkwoorden worden gevormd door het suffix -ed of -d toe te voegen. De past participle van een regelmatig werkwoord is gelijk aan de past simple-vorm, wat in het Nederlands de onvoltooid verleden tijd is. Een voorbeeld hiervan is “to cancel” dat “canceled” als past simple-vorm (ook simple past genoemd) heeft en “canceled” als past participle.

Past participles-voorbeelden van regelmatige werkwoorden
The respected novelist has been nominated for an award.

Encouraged by his friends, Reynold signed up for the race.

I have parked the car in a nearby garage.

De past participles van onregelmatige werkwoorden volgen geen specifiek patroon en kunnen verschillende suffixen hebben, zoals -en, -n, -ne en -t. De past participle van een onregelmatig werkwoord is bovendien niet altijd hetzelfde als de past simple-vorm. Een voorbeeld hiervan is “to steal” dat “stole” als de past simple-vorm heeft en “stolen” als past participle.

Past participles-voorbeelden van regelmatige werkwoorden
Haley is looking for her lost dog.

Hidden in the forest, the cabin is quite difficult to find.

Prita has bought me a gift.

De vorm van de past participle in het Engels is soms afhankelijk van de taalvariant.

  • In Brits-Engels (UK English) worden de past participles van tweelettergrepige woorden die op een -l eindigen vaak gevormd door nog een “l” toe te voegen voor het suffix -ed (“label” wordt “labelled”).
  • In het Amerikaans-Engels (US English) wordt de “l” alleen verdubbeld als de klemtoon op de laatste lettergreep ligt (“label” word “labeled”).

Wie helpt jou met nakijken?

Betrouwbare hulptroepen vinden is niet makkelijk...

  • Familie
  • Vrienden
  • Studiegenoten
  • Scribbr

We staan altijd voor je klaar

Een past participle gebruiken als bijvoeglijk naamwoord

Past participles kunnen in het Engels worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoorden (adjectives) om iets te zeggen over een zelfstandig naamwoord (noun) of voornaamwoord (pronoun).

Past participles als bijvoeglijk naamwoorden
Joseph threw the burned toast in the bin.

The man was clearly agitated.

Rose swept up the shattered vase.

Participial phrases

Een participial phrase is een zinsdeel dat een participle bevat dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord in de hoofdzin.

Om een zwevende bepaling (dangling modifier) in het Engels te voorkomen als je een participial phrase gebruikt aan het begin van de zin, plaats je de naamwoordgroep (noun phrase) direct na de participial phrase. Als je dit niet doet, ontstaat een foutief beknopte bijzin.

Participial phrases in een zin
Surrounded by police officers, the bank robber gave up.

The audience, moved by the performance, applauded the actor.

Flights canceled due to the storm will not be reimbursed.

Let op
Als een participial phrase aan het begin van een Engelse zin staat, voeg je een komma toe achter de phrase. Als de participial phrase in het midden van een zin staat, voeg je een komma voor en na de phrase toe, tenzij deze essentiële informatie geeft.

Past participles en perfect tenses in het Engels

De perfect verb tenses zijn de voltooide werkwoordstijden in het Engels. Deze worden gevormd door een deelwoord te combineren met een vervoegde vorm van het hulpwerkwoord “have” (hebben).

Er zijn drie perfect tenses (voltooide tijden) in het Engels:

  • Past perfect (voltooid verleden tijd): Wordt gebruikt om iets te beschrijven dat gebeurde vóór een andere gebeurtenis.
  • Present perfect (voltooid tegenwoordige tijd): Wordt gebruikt om een gebeurtenis te beschrijven die begon in het verleden en nog steeds plaatsvindt in de huidige tijd.
  • Future perfect (voltooid toekomende tijd): Wordt gebruikt om een gebeurtenis te beschrijven die zal worden afgerond voor een specifiek tijdstip in de toekomst
Voorbeelden: Past participles en perfect verb tenses
When Ada woke up, she saw that it had rained overnight.

I have planned a road trip with my friends.

Tanya will have cleaned the house by the time you arrive.

Let op
De perfect continuous tenses (zoals: “I had been swimming,” “she has been working”) worden gevormd door een vervoegde vorm van het werkwoord “have” te combineren met het voltooid deelwoord van het werkwoord “be” (been) en een present participle (onvoltooid deelwoord).

Past participles in passieve zinnen

Een passieve zin is een zin waarin het onderwerp (persoon of ding) de actie niet uitvoert, maar waarbij een actie wordt uitgevoerd op het onderwerp. Passieve zinnen worden meestal gevormd door een vervoegde vorm van het werkwoord “be” te combineren met een voltooid deelwoord.

Past participles in passieve zinnen
The pages of the book were torn by the child.

All the food is being eaten by the guests.

The parcel will be delivered before noon.

Wie helpt jou met nakijken?

Betrouwbare hulptroepen vinden is niet makkelijk...

  • Familie
  • Vrienden
  • Studiegenoten
  • Scribbr

We staan altijd voor je klaar

Veelgestelde vragen over de past participle

Wat is de Nederlandse vertaling van past participle?

Past participle kan in het Nederlands worden vertaald naar “voltooid deelwoord”.

Wat is de past participle van “ride”?

De past participle van “ride” is “ridden“. Aangezien “ride” een onregelmatig werkwoord is, wordt het voltooid deelwoord niet gevormd door het suffix -ed toe te voegen. De past simple (onvoltooid verleden tijd) van “ride” is “rode”.

Wat is de past participle van “run”?

De past participle van “run” is “run“. Aangezien “run” een onregelmatig werkwoord is, wordt het voltooid deelwoord niet gevormd door het suffix -ed toe te voegen. De past simple (onvoltooid verleden tijd) van “run” is “ran”.

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

Merkus, J. (2023, 20 januari). Wat is past participle? | Uitleg, Voorbeelden & Vertaling. Scribbr. Geraadpleegd op 11 november 2024, van https://www.scribbr.nl/academisch-engels/past-participle-uitleg/

Wat vind jij van dit artikel?
Julia Merkus

Julia heeft onder andere een bachelor in Nederlandse Taal en Cultuur en twee masters in Linguistics en Taal- en Spraakpathologie. Na enkele jaren als editor, onderzoeker en docent schrijft ze nu artikelen over scripties, taalkunde, methodologie en statistiek om studenten te helpen.