Covariantie | Formule, Interpretatie & Berekening
Covariantie (covariance) is een maat voor spreiding van twee variabelen die weergeeft in welke mate twee variabelen met elkaar samenhangen. Covariantie geeft aan of en in welke richting de variabelen elkaar beïnvloeden.
Waarde | Uitleg | Voorbeeld |
---|---|---|
Positief (> 0) |
|
|
Neutraal (0) |
|
|
Negatief (< 0) |
|
|
Wanneer gebruik je covariantie in je onderzoek?
Covariantie bepaalt de mate van samenhang tussen twee variabelen. Je berekent de covariantie als je de relatie tussen twee variabelen wilt onderzoeken. De covariantie is de makkelijkste manier om te bepalen of twee variabelen samenhangen.
Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen
Covariantie vs variantie
Covariantie en variantie zijn beide een spreidingsmaat. De variantie zegt iets over de spreiding in een dataset (i.e., hoe ver de waarden voor een variabele van het gemiddelde verwijderd zijn).
- De variantie heeft betrekking op de spreiding van één variabele.
- De covariantie wordt afgeleid uit de variantie om de samenhang tussen twee variabelen te meten (ook wel de gemeenschappelijke variantie van variabele x en y).
Covariantie vs correlatie
De correlatie (zoals de Pearson correlatiecoëfficiënt) geeft net als de covariantie de mate van samenhang tussen twee variabelen weer.
Het verschil tussen de correlatie en de covariantie is dat de correlatie een gestandaardiseerde maat is voor de samenhang tussen twee variabelen. Dit betekent dat de correlatie corrigeert voor de meetschaal van de variabelen. De correlatie heeft dezelfde formule als de covariantie, alleen wordt het getal nog gedeeld door de standaarddeviaties van de variabelen. Een correlatie is daarom altijd een getal tussen de -1 en 1, ongeacht de eenheid van de variabelen (e.g., kilogrammen, ponden, percentages, etc.).
De covariantie kan daarentegen elk getal aannemen en is wel afhankelijk van de eenheden van de variabelen. Een covariantie uitgedrukt in seconden is bijvoorbeeld groter dan die covariantie uitgedrukt in minuten.
De correlatie is afgeleid uit de covariantie om de sterkte van de relatie tussen twee variabelen te kunnen weergeven. Ook is het makkelijker om meerdere verbanden tussen twee variabelen met elkaar te vergelijken, omdat de getallen niet langer afhankelijk zijn van de eenheden van de variabelen (i.e., alle correlatiewaarden liggen tussen de -1 en 1).
Omdat een correlatie een eenduidiger beeld geeft van de samenhang tussen twee variabelen, is het gebruikelijker om de correlatiecoëfficiënt te berekenen in je onderzoek. De meest gebruikelijke maat voor de correlatie is Pearsons correlatiecoëfficiënt.
Covariantie handmatig of automatisch berekenen (formule)
De formule voor de covariantie ziet er als volgt uit:
Waarbij:
= de covariantie tussen variabelen x en y
= de som van alle waarden die tussen haakjes volgen
= elke waarde van variabele x
= gemiddelde van variabele x
= elke waarde van variabele y
= gemiddelde van variabele y
= de steekproefgrootte
Je kunt de covariantie handmatig berekenen met deze formule of laten berekenen door een softwareprogramma zoals SPSS of Excel.
Covariantie handmatig berekenen
Om de covariantie handmatig te berekenen, kun je onderstaand stappenplan volgen.
- Studietijd voor tentamen (in uren)
- Tentamencijfer (0 – 10)
Studietijd (in uren) | Tentamencijfer |
---|---|
9.5 | 6.8 |
8.75 | 6.6 |
16.25 | 8.4 |
15 | 7.5 |
12.75 | 7.1 |
21.5 | 8.9 |
14.25 | 7.6 |
3.75 | 6.1 |
12.5 | 7.1 |
13.75 | 7.3 |
Stap 1: Bereken het gemiddelde van x en y
Voor het eerste gedeelte van de formule bereken je het gemiddelde van x en y.
Studietijd (in uren) | Tentamencijfer |
9.5 | 6.8 |
8.75 | 6.6 |
16.25 | 8.4 |
15 | 7.5 |
12.75 | 7.1 |
21.5 | 8.9 |
14.25 | 7.6 |
3.75 | 6.1 |
12.5 | 7.1 |
13.75 | 7.3 |
= 9.5 + 8.75 + 16.25 + 15 + 12.75 + 21.5 + 14.25 + 3.75 + 12.5 + 13.75 = 128
= 128 / 10 = 12.8
= 6.8 + 6.6 + 8.4 + 7.5 + 7.1 + 8.9 + 7.6 + 6.1 + 7.1 + 7.3 = 73.4
= 73.4 / 10 = 7.34
Stap 2: Bereken voor elke x– en y-waarde de afstand tot het gemiddelde
Vervolgens trek je elke waarde van x en y van het gemiddelde af.
x | y | ||
9.5 | 6.8 | 9.5 – 12.8 = -3.3 | 6.8 – 7.34 = -0.54 |
8.75 | 6.6 | -4.05 | -0.74 |
16.25 | 8.4 | 3.45 | 1.36 |
15 | 7.5 | 2.2 | 0.16 |
12.75 | 7.1 | -0.05 | -0.24 |
21.5 | 8.9 | 8.7 | 1.56 |
14.25 | 7.6 | 1.45 | 0.26 |
3.75 | 6.1 | -9.05 | -1.24 |
12.5 | 7.1 | -0.3 | -0.24 |
13.75 | 7.3 | 0.95 | -0.04 |
Stap 3: Bereken het product van de gevonden afstanden
Bereken het product van de gevonden afstanden voor x en y.
x | y | |||
9.5 | 6.8 | 9.5 – 12.8 = -3.30 | 6.8 – 7.34 = -0.54 | -3.30 * -0.54 = 1.782 |
8.75 | 6.6 | -4.05 | -0.74 | 2.997 |
16.25 | 8.4 | 3.45 | 1.36 | 3.657 |
15 | 7.5 | 2.20 | 0.16 | 0.352 |
12.75 | 7.1 | -0.05 | -0.24 | 0.012 |
21.5 | 8.9 | 8.70 | 1.56 | 13.572 |
14.25 | 7.6 | 1.45 | 0.26 | 0.377 |
3.75 | 6.1 | -9.05 | -1.24 | 11.222 |
12.5 | 7.1 | -0.30 | -0.24 | 0.072 |
13.75 | 7.3 | 0.95 | -0.04 | -0.038 |
Stap 4: Tel de gevonden waarden bij elkaar op en deel door de steekproefgrootte – 1
Tel de waarden van de laatste kolom bij elkaar op en deel deze waarde door de steekproefgrootte min 1 (n – 1). Dit is je covariantie.
x | y | |||
9.5 | 6.8 | 9.5 – 12.8 = -3.30 | 6.8 – 7.34 = -0.54 | -3.30 * -0.54 = 1.782 |
8.75 | 6.6 | -4.05 | -0.74 | 2.997 |
16.25 | 8.4 | 3.45 | 1.36 | 3.657 |
15 | 7.5 | 2.20 | 0.16 | 0.352 |
12.75 | 7.1 | -0.05 | -0.24 | 0.012 |
21.5 | 8.9 | 8.70 | 1.56 | 13.572 |
14.25 | 7.6 | 1.45 | 0.26 | 0.377 |
3.75 | 6.1 | -9.05 | -1.24 | 11.222 |
12.5 | 7.1 | -0.30 | -0.24 | 0.072 |
13.75 | 7.3 | 0.95 | -0.04 | -0.038 |
=1.782 + 2.997 + 3.657 + 0.352 + 0.012 + 13.572 + 0.377 + 11.222 + 0.072 – 0.038 = 34.005
= 34.005 / (10 – 1) = 3.778
= 3.778
Covariantie berekenen met SPSS of Excel
Voor het berekenen van de covariantie kun je ook gebruikmaken van SPSS of Excel.
Om de covariantie in SPSS te berekenen klik je in de menubalk op:
- Analyze
- Correlate
- Bivariate
Er verschijnt een scherm waarin je de variabelen selecteert die je wilt analyseren (gewicht en lengte). Klik vervolgens op ‘Options’ rechtsboven in het pop-upscherm. Er verschijnt een nieuw scherm. Vink ‘Means and standard deviations’ en ‘Cross-product deviations and covariances’ aan. Klik op ‘Continue’ en vervolgens op ‘OK’ om de analyse uit te voeren.
Download het Excel-bestand om met dezelfde data te oefenen.
Ga in een lege cel staan en vul de formule =covariantie.s() in voor de covariantie van een steekproef en =covariantie.p() voor de covariantie van een populatie. Tussen de haakjes selecteer je de data van de kolommen, gescheiden door een puntkomma. Druk op enter en de covariantie komt in de lege cel te staan.
Covariantie interpreteren
Je kunt de covariantie interpreteren als de mate van samenhang tussen twee variabelen. Deze wordt berekend op basis van de spreiding van de data.
- Een positieve covariantie geeft aan dat er een positieve relatie is tussen de twee variabelen.
- Een nul, of getal dichtbij de nul, geeft aan dat er geen verband is tussen de twee variabelen.
- Een negatieve covariantie geeft aan dat er een negatieve relatie is tussen de twee variabelen.
Valkuil bij de interpretatie van de covariantie
Als je de covariantie berekent in je onderzoek, wees dan voorzichtig met uitspraken doen over de sterkte van de samenhang.
Omdat een correlatie altijd tussen de -1 en 1 ligt, kun je hiermee makkelijker uitspraken doen over de sterkte van een verband in relatie tot andere correlaties (i.e., groter dan 0.5 is sterk positief en groter dan -0.5 is sterk negatief).
Een covariantie is echter onbegrensd en hierdoor kan het getal alle waarden aannemen, afhankelijk van de eenheid van de variabelen. Een grote covariantie betekent dus niet automatisch dat er een sterke relatie tussen de variabelen is.
Veelgestelde vragen
- Wat is het verschil tussen correlatie en covariantie?
-
Een correlatie en covariantie zijn beide statistische indicatoren voor een verband (samenhang) tussen variabelen.
Het verschil tussen de correlatie en de covariantie is dat de correlatie een gestandaardiseerde maat is voor de samenhang tussen twee variabelen, en de covariantie niet. Dit betekent dat de correlatie is gecorrigeerd voor de meetschaal van de variabelen.
De correlatie is afgeleid uit de covariantie. Een correlatie bereken je aan de hand van dezelfde formule als de formule voor covariantie, alleen deel je het getal nog door de standaarddeviaties van de variabelen.
Hierdoor kan de correlatie enkel een getal tussen de -1 en 1 zijn, terwijl de covariantie een onbegrensd getal is (i.e., de covariantie kan elke waarde aannemen). Het is gebruikelijker om in je onderzoek de correlatie te berekenen, omdat de correlatie ook iets zegt over de sterkte van de relatie.
- Wat is het verschil tussen variantie en covariantie?
-
De variantie weergeeft de spreiding in een dataset (i.e., hoe ver de waarden van een variabele van het gemiddelde verwijderd zijn).
De covariantie toont de mate van samenhang tussen twee variabelen.
De covariantie is afgeleid uit de variantie en wordt ook wel de gemeenschappelijke variantie van x en y genoemd.
- Hoe bereken je de covariantie in SPSS?
-
Om de covariantie in SPSS te berekenen klik je in de menubalk op:
- Analyze
- Correlate
- Bivariate
Er verschijnt een scherm waarin je de variabelen selecteert die je wilt analyseren. Klik vervolgens op ‘Options’ rechtsboven in het pop-upscherm. Er verschijnt een nieuw scherm. Vink ‘Means and standard deviations’ en ‘Cross-product deviations and covariances’ aan. Klik op ‘Continue’ en vervolgens op ‘OK’ om de analyse uit te voeren.
In de SPSS-uitvoer die verschijnt zie je vervolgens de covarianties in een tabel staan.
- Hoe bereken je de covariantie in Excel?
-
Je kunt de =covariantie.s() functie gebruiken om de covariantie van een steekproef te berekenen in Excel.
Als de waarden van je variabelen x en y in kolommen A en B staan, klik je op een lege cel en typ je: “=COVARIANTIE.S(A:A;B:B)”.
Als je de covariantie van een populatie wilt berekenen in Excel, gebruik je de functie =covariantie.p().
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.