Blindering in Onderzoek | Definitie & Voorbeelden
Bij experimenteel onderzoek worden participanten willekeurig toegewezen aan een experimentele groep of een controlegroep (randomisatie). Om te voorkomen dat de resultaten beïnvloed worden, kiezen onderzoekers vaak voor een vorm van blindering, waardoor participanten, onderzoekers en/of data-analisten niet weten in welke groep de participanten zijn ingedeeld.
Er zijn drie soorten blindering:
- Enkelblind onderzoek: participanten weten niet in welke groep ze zijn ingedeeld.
- Dubbelblind onderzoek: participanten en onderzoekers weten niet in welke groep de participanten zijn ingedeeld.
- Driedubbelblind onderzoek: participanten, onderzoekers en data-analisten weten niet in welke groep de participanten zijn ingedeeld.
Experimentele groep versus controlegroep
Bij experimenteel onderzoek is altijd sprake van minimaal één experimentele groep en één controlegroep. In veel gevallen zijn worden meerdere experimentele condities onderzocht, waardoor er meerdere experimentele groepen zijn.
- Een experimentele groep is de groep participanten die de interventie, manipulatie of behandeling ondergaat.
- Een controlegroep is de groep participanten die constant wordt gehouden en of een vervangende behandeling ondergaat (gouden standaard) of helemaal geen behandeling ondergaat (bijvoorbeeld met een placebo).
Door een controlegroep te gebruiken kunnen onderzoekers beter beargumenteren dat een verschil in resultaten echt door de interventie wordt veroorzaakt.
Enkelblind onderzoek (single-blind study)
Bij een enkelblind onderzoek (single-blind study) weten de participanten niet in welke groep ze zijn ingedeeld. De onderzoekers en data-analisten (of beoordelaars) zijn wel op de hoogte van de indeling.
- Het voordeel hiervan is dat participanten de resultaten niet onbewust of bewust kunnen beïnvloeden. Deze vorm van blindering wordt dan ook bijna voor ieder experiment gebruikt.
- Het nadeel is dat de onderzoekers en data-analisten de resultaten wel nog steeds kunnen beïnvloeden.
Dubbelblind onderzoek (double-blind study)
Bij een dubbelblind onderzoek (double-blind study) weten zowel participanten als onderzoekers niet of de participanten zijn ingedeeld in de experimentele of controlegroep. De data-analisten of databeoordelaars weten dit wel.
- Het voordeel van dubbelblind onderzoek is dat zowel de participanten als de onderzoekers de resultaten niet kunnen beïnvloeden. De onderzoekers zullen de ene groep participanten niet anders behandelen dan de andere groep.
- Het nadeel van dubbelblind onderzoek is dat het in de praktijk lastig uit te voeren is, zeker in het geval van een studentenonderzoek. Je hebt een extra persoon nodig die niet betrokken is bij de uitvoering van het onderzoek.
Driedubbelblind onderzoek (triple-blind study)
Bij driedubbelblind onderzoek (triple-blind study) weten de participanten, onderzoekers en data-analisten of -beoordelaars alle drie niet of de participanten in de experimentele groep of controlegroep zijn ingedeeld.
Deze methode wordt niet vaak gebruikt, behalve voor klinisch onderzoek.
- Het voordeel van driedubbelblind onderzoek is dat je op deze manier het risico op bias zoveel mogelijk verkleint. De data-analisten kunnen de data nu niet (on)bewust analyseren op een manier die past bij de hypothese.
- Het nadeel van driedubbelblind onderzoek is dat het erg lastig uit te voeren is, omdat je een team nodig hebt om een studie zo te kunnen uitvoeren. Vaak zijn hier niet de middelen voor.
Voordelen van blindering in onderzoek
Een enkelblind, dubbelblind of driedubbelblind design wordt ingezet om de interne validiteit te waarborgen.
De interne validiteit heeft betrekking op de mate waarin je daadwerkelijk hebt gemeten wat je wilde meten. Alleen bij een hoge validiteit kun je beargumenteren dat er een causaal verband is tussen je onafhankelijke en afhankelijke variabelen.
Als je geen gebruik maakt van blindering kan het gedrag van de participanten, onderzoekers en data-analisten beïnvloed worden door de indeling. Dit kan de resultaten beïnvloeden, waardoor deze vertekend raken:
- Type I-fout: er kunnen effecten worden gevonden die er eigenlijk niet zijn.
- Type II-fout: bepaalde effecten kunnen worden gemist terwijl ze er eigenlijk wel zijn.
Deze risico’s worden door de blindering sterk verminderd. Daarom is blindering een goede manier om verschillende soorten onderzoeksbias te voorkomen. Met een goed design zorg je ervoor dat het verschil in groepsresultaten daadwerkelijk kan worden teruggevoerd op de experimentele manipulatie.
Deblinderen van participanten
Het deblinderen van participanten houdt in dat ze te horen krijgen in welke groep ze hebben gezeten. Dit wordt niet altijd gedaan, maar soms is het noodzakelijk (zoals bij medisch onderzoek).
Ook kan het voorkomen dat een van de geblindeerde partijen per ongeluk eerder dan gepland merkt in welke groep de participanten zijn ingedeeld. Als dit gebeurt, is er wederom een risico dat diegene het gedrag aanpast op basis van deze kennis. Dit kan de resultaten vertekenen.
Veelgestelde vragen over blindering
- Wat zijn de drie typen blindering in onderzoek?
-
Bij blindering in onderzoek weten een of meerdere partijen niet of de participanten zijn ingedeeld in de controlegroep of de experimentele groep. Er zijn drie soorten blindering:
- Enkelblind onderzoek: participanten weten niet in welke groep ze zijn ingedeeld.
- Dubbelblind onderzoek: participanten en onderzoekers weten niet in welke groep de participanten zijn ingedeeld.
- Driedubbelblind onderzoek: participanten, onderzoekers en data-analisten weten niet in welke groep de participanten zijn ingedeeld.
- Waarom wordt gekozen voor blindering in onderzoek?
-
Onderzoekers kiezen vaak voor een vorm van blindering, waardoor participanten, onderzoekers en/of data-analisten niet weten of participanten in de experimentele of controlegroep zijn ingedeeld.
Hierdoor kunnen de geblindeerde partijen de resultaten niet (on)bewust beïnvloeden, waardoor de interne validiteit van een experiment wordt verhoogd.
- Wat is het verschil tussen een experimentele groep en een controlegroep?
-
Participanten die tot de experimentele groep behoren krijgen een of meerdere experimentele condities aangeboden, terwijl participanten in de controlegroep geen enkele experimentele conditie aangeboden krijgen. Zo kun je controleren welk effect optreedt als je niets manipuleert. De samenstelling van de experimentele groep moet zo gelijk mogelijk zijn aan die van de controlegroep.
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.