APA-stijl bronvermeldingen in de literatuurlijst (voorbeelden)

Dit artikel beschrijft de Nederlandse 7de editie APA-stijl richtlijnen.

In de literatuurlijst aan het eind van je tekst geef je gedetailleerde informatie over een bron. Deze bronvermeldingen horen bij de verwijzingen in je hoofdtekst.

Je kunt makkelijk bronvermeldingen voor de literatuurlijst en verwijzingen in de tekst genereren met Scribbrs gratis APA Generator, maar het is goed om in grote lijnen te weten hoe een bronvermelding wordt vormgegeven. Het zorgt ervoor dat je je eigen werk en eventuele tools die je gebruikt kunt controleren.

Genereer foutloze APA-bronvermeldingen met Scribbr

De vier onderdelen van een bronvermelding in de literatuurlijst

Hoewel het format voor een bronvermelding afhangt van het type bron (bijvoorbeeld een boek, webpagina of video), bestaan bronvermeldingen uit dezelfde vier onderdelen:

  1. Auteur: wie is verantwoordelijk voor de publicatie?
  2. Datum: wanneer werd de publicatie gepubliceerd?
  3. Titel: wat is de naam van de publicatie?
  4. Bron: waar kun je de bron raadplegen?

Wat is jouw plagiaatscore?

Check binnen 10 minuten hoeveel plagiaat je scriptie bevat.

  • Plagiaatpercentage + uitgebreid rapport
  • Lijst met alle gevonden bronnen
  • Jouw scriptie komt niet in de database

Doe de check

Auteur

De auteur is verantwoordelijk voor het maken van de publicatie. De auteur kan een persoon, meerdere personen, een organisatie (zoals een bedrijf, overheidsinstantie of werkgroep) of een combinatie van deze partijen zijn. De auteur kan de schrijver van een tekst zijn, maar ook de host van een podcast of de regisseur van een film.

Basisformat

Bij een bronvermelding in de literatuurlijst wordt de naam van de auteur omgedraaid. Je begint met de achternaam en een komma, gevolgd door de initialen die van elkaar worden gescheiden met een punt en een spatie. Bij een dubbele voornaam met koppelteken, zoals Yeng-Ché, behoud je het koppelteken in de literatuurlijst.

Noem geen persoonlijke titels, zoals PhD, MA of dr., maar voeg wel achtervoegsels toe.

  • Hogeboom, M. A. E.
  • Van ‘t Hof, D.
  • Bruins, L. T. B., jr.
  • Chow, Y.-C.

Tussenvoegsels

Beschouw tussenvoegsels, zoals “van”, “de”, “la” en “el”, als deel van de achternaam. Je sorteert de literatuurlijst op alfabetische volgorde op basis van de achternaam van de eerste auteur.

  • Van der Laar sorteer je op de “v” van “Van” in plaats van de “l” van “Laar”.
  • Da Silva sorteer je op de “d” van “Da” in plaats van de “s” van “Silva”.
  • Van den Berg-den Biesen sorteer je op de “v” van “Van” in plaats van de “B” van “Berg”.

Als je alleen de achternaam van de auteur noemt (zoals bij APA het geval is), krijgt het tussenvoegsel een hoofdletter bij de bronvermelding en de verwijzing in de tekst. Als een naam meerdere tussenvoegsels bevat, krijgt alleen het eerste tussenvoegsel een hoofdletter.

  • Kinderen hebben vaak weinig spreekangst (Van der Laar, 2020).
  • Volgens Van der Laar (2020) hebben kinderen vaak weinig spreekangst.
  • Van der Laar, L. K. (2020). Spreekangst bij kinderen. Vrije Pers.

Meerdere auteurs

Scheid de namen van meerdere auteurs met komma’s. Voorafgaand aan de naam van de laatste auteur voeg je ook een ampersand (&) toe.

Een bronvermelding mag maximaal 20 auteurs bevatten. Als er meer dan 20 auteurs zijn, noem je de eerste 19 auteurs, gevolgd door een beletselteken (. . .) en de naam en initialen van de laatste auteur.

  • Lamers, W., & Rademakers, H. G.
  • Lamers, W., Rademakers, H. G., & Freriks, A.
  • De Bruin, T. C., Maartens, J. R., Wilgers, G. L., Evers, B. B., Kelfkens, R. S., Turner, S. T., Abdullahi, A., Daniels, A. T., Hogenbosch, J., Schaars, L., De Wit, A., Strik, T., De Graaf, J. E., Kippersluis, C., Ourahou, S., Megens, M. D., Van der Vaart, R., Philips, T. F. G., Duinkerken, E., . . .  Mertens, L.

Organisaties of groepen als auteur

Als een organisatie of groep geregistreerd staat als de auteur van een bron (zoals een rapport of brochure), noem je de volledige naam (gebruik geen afkortingen). Als meerdere organisaties of groepen verantwoordelijk zijn voor de publicatie, neem je ze allemaal op in de bronvermelding voor je literatuurlijst. Gebruik geen komma, maar een ampersand (&) om twee groepsauteurs van elkaar te scheiden.

  • Centraal Bureau voor de Statistiek (niet CBS)
  • Microsoft & Apple

Gebruikersnamen

De naam van een auteur kan ook een gebruikersnaam zijn (zoals een Twitternaam). Als je de echte auteursnaam niet weet, noem je alleen de gebruikersnaam in je bronvermelding. Als je de echte naam wel weet, dan noem je deze eerst, gevolgd door de gebruikersnaam tussen blokhaken (brackets). Voeg ook het @-symbool toe.

  • @pewdiepie
  • Bieber, J. D. [@justinbieber]

Aanvullende informatie over de rol

Als bijdragers een andere rol hebben dan “auteur”, dan wordt soms een beschrijving van hun rol toegevoegd tussen haakjes. Kijk naar de onderstaande tabel om te controleren wanneer je een rolbeschrijving kunt toevoegen.

Auteursrollen in APA-bronvermeldingen
Brontype Rol In de bronvermelding (literatuurlijst)
Boek Auteur
Redacteur*
Achternaam, A. A.
Achternaam, A. A. (Red.)
Film Regisseur Achternaam, A. A. (Regisseur)
Tv-programma Producent Achternaam, A. A. (Producent)
Podcast Host Achternaam, A. A. (Host)
Webinar Instructeur Achternaam, A. A.
Kunstwerk Kunstenaar Achternaam, A. A.
Foto Fotograaf Achternaam, A. A.
* Kort de rol van redacteur af tot “Red.” (één redacteur) of “Reds.” (meerdere redacteurs).

Onbekende auteur

De auteur wordt niet altijd expliciet genoemd, maar je kunt deze vaak afleiden uit de context. Zo wordt een “over ons”-pagina meestal geschreven door de organisatie achter de website.

Als je de auteur echt niet kunt bepalen, mag je het onderdeel “auteur” weglaten uit de bronvermelding. Deze begint dan met de titel van de bron, zoals bij een verwijzing naar de Bijbel, Koran of Thora.

De Nieuwe Bijbelvertaling (2de druk). (2007). Nederlands Bijbelgenootschap.

Datum

Het onderdeel “datum” volgt op het onderdeel “auteur”. Hanteer de volgende richtlijnen om de publicatiedatum te bepalen:

  • Boeken: gebruik altijd de copyrightdatum.
  • Wetenschappelijke artikelen: gebruik het jaar waarin het volume is gepubliceerd.
  • Webpagina’s: gebruik de “voor het laatst geüpdatet”-datum als deze betrekking heeft op de inhoud die waarnaar je verwijst. Gebruik niet de copyrightdatum uit de voettekst van de website.

Basisformat

De publicatiedatum staat tussen haakjes en kan de volgende vormen aannemen:

  • (2021)
  • (2021, januari)
  • (2021, 16 januari)
  • (1996-1999)

In de meeste gevallen voeg je alleen het publicatiejaar toe. Bronnen die vaker worden gepubliceerd (zoals kranten, blogs, YouTube-video’s) of gebeurtenissen die op een specifieke datum plaatsvinden (bijvoorbeeld conferenties, toespraken), krijgen vaak de volledige datum.

Raadpleegdatum

Volgens de Amerikaanse APA-richtlijnen vermeld je de raadpleegdatum (de datum waarop je de bron hebt gebruikt) alleen als een publicatie zo ontworpen is dat deze verandert naarmate de tijd verstrijkt. Voorbeelden hiervan zijn verwijzingen naar:

Echter, het is in de praktijk heel lastig om vast te stellen of je met een veranderlijke bron te maken hebt. Daarom is het beter om de raadpleegdatum altijd toe te voegen bij een online bron zonder DOI of stabiele URL.

De raadpleegdatum komt na de titel van de bron en voorafgaand aan de URL in de bronvermelding. Schrijf de zinsnede “Geraadpleegd op”, gevolgd door de dag, de maand en het jaar.

Een webpagina (veranderlijk)
Centraal Bureau voor de Statistiek. (z.d.). Bevolkingsteller. Geraadpleegd op 1 maart 2021, van https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/bevolkingsteller

Dezelfde auteur en datum

Als je meerdere publicaties van dezelfde auteur en uit hetzelfde jaar aanhaalt, moet je een kleine letter toevoegen aan het jaartal om de twee bronnen van elkaar te onderscheiden. Deze letters worden ook toegevoegd aan de verwijzing in de tekst.

  • Versteeg, J. M. (2020a). Het effect van spellingcheckers op de spelvaardigheid.
  • Versteeg, J. M. (2020b). Het vertrouwen van studenten in spellingcheckers.

Voeg de letters toe volgens deze regels:

  • Bronvermeldingen waarbij alleen een jaartal wordt genoemd gaan vooraf aan die met meer specifieke datums.
  • Bronvermeldingen met specifieke datums worden chronologisch geordend.
  • Bronvermeldingen met identieke datums worden worden alfabetisch geordend op basis van de titel (neem “de”, “het” en “een” niet mee in die sortering).

Onbekende publicatiedatum

Als de publicatiedatum onbekend is, schrijf je “z.d.” (zonder datum) in plaats van de publicatiedatum.

Blogpost (onbekende publicatiedatum)
Scribbr. (z.d.). Overzicht van onderzoeksmethoden en dataverzamelingsmethoden. https://www.scribbr.nl/category/onderzoeksmethoden/

Titel

Voor het onderdeel “titel” noem je de naam van de publicatie die je aanhaalt. Dit kan de naam van een tijdschrift of boek zijn (een publicatie die op zichzelf staat) of een specifiek artikel of hoofdstuk uit dat tijdschrift of boek (een publicatie die deel uitmaakt van een groter geheel). In dat laatste geval dien je twee titels toe te voegen aan je bronvermelding.

Basisformat

Als je een op zichzelf staande publicatie aanhaalt, maak je de titel in het “titel”-onderdeel schuingedrukt op en pas je regulier hoofdlettergebruik (sentence case) toe.

Boek (op zichzelf staand)
Brinkman, J. (2011). Cijfers spreken: Overtuigen met onderzoek en statistiek. Noordhoff Uitgevers.

Als je een publicatie aanhaalt die deel uitmaakt van een groter geheel, plaats je de titel van de publicatie in het “titel”-onderdeel (regulier hoofdlettergebruik, geen opmaak) en de titel van het grotere geheel in het “bron”-onderdeel (schuingedrukt) van de bronvermelding.

Tijdschriftartikel (deel van een groter geheel)
Joosten, J. H. T. (2020). Wetenschap van de allerindividueelste expressie en de allerindividueelste emotie. Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 136(3). https://hdl.handle.net/2066/225939

Bronbeschrijvingen tussen blokhaken

Beschrijvingen helpen om bronnen te identificeren. Je voegt ze toe voor bijna ieder brontype, behalve voor boeken, artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften, rapporten, websites en krantenartikelen.

Plaats de beschrijving tussen blokhaken en voeg deze toe na de titel van de bron, maar voor de punt. Geef de eerste letter van de beschrijving een hoofdletter, maar gebruik geen schuingedrukte opmaak. Probeer de beschrijvingen kort en consistent te houden.

YouTube-video
Scribbr. (2020, 11 augustus). Hoe schrijf je een perfecte conclusie | Scribbr [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=_51lKqHScDY

Onbekende titel

Als een publicatie geen titel heeft, geef je in de bronvermelding een beschrijving tussen blokhaken op de plaats van de titel.

Schilderij
Van Gogh, V. (1878-1882). [Portret van een vrouw] [Schilderij]. Rijksmuseum, Amsterdam, Nederland.

Wat is jouw plagiaatscore?

Check binnen 10 minuten hoeveel plagiaat je scriptie bevat.

  • Plagiaatpercentage + uitgebreid rapport
  • Lijst met alle gevonden bronnen
  • Jouw scriptie komt niet in de database

Doe de check

Bron

In het “bron”-onderdeel van de bronvermelding voeg je informatie toe over waar de publicatie kan worden geraadpleegd.

Als je een op zichzelf staand werk (zoals een boek of webpagina) aanhaalt, voeg je de naam van de uitgeverij, database, platform of website toe (afhankelijk van wat relevant is voor jouw bron), en een DOI of URL.

Als je een publicatie aanhaalt die deel uitmaakt van een groter geheel (zoals een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift), bevat je bronvermelding ook informatie over dit grotere geheel. Voorbeelden hiervan zijn de titel, editie, volume- of uitgavenummer, relevante bijdragers (zoals redacteurs), het paginabereik en de uitgeverij, en een DOI of URL van de publicatie.

Titel van het grotere geheel

In de sectie over het “titel”-onderdeel wordt uitgelegd hoe je titels toevoegt aan je bronvermeldingen. De titel van het grotere geheel (zoals een tijdschrift, krant of geredigeerd boek) vormt normaal gesproken het eerste deel van het “bron”-onderdeel. De titel wordt schuingedrukt.

Informatie over de editie en volume- en uitgavenummers

Boeken kunnen verschillende edities hebben, terwijl tijdschriften en magazines meestal volume- en uitgavenummers hebben. Die informatie komt na de titel.

Zet informatie over de editie tussen haakjes, maar gebruik geen cursivering (in tegenstelling tot bij de titel).

Boek
Van den Berg, W., & Couttenier, P. (2009). Alles is taal geworden: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1800-1900 (2de ed.). Uitgeverij Bert Bakker.

Cursiveer het volumenummer en plaats dit achter de tijdschrifttitel in de bronvermelding. Het uitgavenummer komt tussen haakjes te staan na het volumenummer (niet schuingedrukt). Voeg geen spatie toe tussen het volume- en uitgavenummer.

Artikel uit een wetenschappelijk tijdschrift
Dera, J., & Lommerde, N. (2020). Persoonlijke voorkeuren, canonieke werken en leesadviezen: Literatuur volgens leraren Nederlands in opleiding. Levende Talen Tijdschrift, 21(1), 2-13. https://lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltt/article/view/2036/1638

Bijdragers

Als er naast de auteur van de aangehaalde publicatie nog andere relevante bijdragers zijn, noem je deze ook in de bronvermelding. De meest voorkomende bijdragers zijn redacteurs van bundels en vertalers van boeken in een vreemde taal.

In tegenstelling tot het onderdeel “auteur” worden de namen van bijdragers niet omgekeerd. Je introduceert de bijdragers met het woord “In” direct na het “titel”-onderdeel. Vergeet niet een rolbeschrijving toe te voegen tussen haakjes.

Hoofdstuk uit een geredigeerd boek
Reinders, S. (2015). Hieronijmus van Alphen: Kleine Gedigten voor Kinderen. In N. Geerdink, J. Joosten, & J. Oosterman (Reds.), De leeslijst (pp. 140-141). Vantilt.

Paginabereik van de publicatie

Als je een publicatie aanhaalt die deel uitmaakt van een groter geheel, dan moet je het paginanummer of paginabereik van die publicatie aangeven. Dit maakt het makkelijker om deze te raadplegen. Afhankelijk van het brontype, worden de paginanummers voorafgegaan door “p.” of “pp.” en al dan niet tussen haakjes geplaatst.

Artikel uit een wetenschappelijk tijdschrift
Wijnen, F. (2000). Stotteren als resultaat van inadequate spraakmonitoring. Stem-, Spraak- en Taalpathologie, 9(3), 211-230. https://sstp.nl/article/view/19262/16737
Hoofdstuk uit een geredigeerd boek
Ten Haaf, K. (2011). Over die lente. In H. van Zuiden (Red.), De vier jaargetijden: De mooiste gedichten over de seizoenen (pp. 32-33). Uitgeverij Maarten Muntinga.

Uitgeverij, database, platform of websitenaam

Afhankelijk van het type bron moet je de naam van de uitgeverij, database, platform of website toevoegen die verantwoordelijk is voor verspreiding van de publicatie. Als de auteursnaam hetzelfde is als die van de uitgeverij of website, dan mag je deze informatie weglaten uit de bronvermelding.

Blogpost (website)
Benders, L. (2020). Enquêtes correct gebruiken in je scriptie. Scribbr. https://www.scribbr.nl/onderzoeksmethoden/enquete-in-je-scriptie/
Boek (uitgeverij)
Arlidge, M. J. (2020). Nog lange niet. Meulenhoff Boekerij.
YouTube-video (platform)
Scribbr. (2020, 15 juli). Wat is citeren en hoe werkt het? [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=4kHwOY4pJ0o

Fysieke locatie

Sommige publicaties worden in verband gebracht met een specifieke locatie, zoals een kunstwerk in een museum of een conferentiepresentatie. In die gevallen noem je ook de stad en het land in je bronvermelding.

Kunstwerk in een museum
Van Rijn, R. (1642). De Nachtwacht [Schilderij]. Rijksmuseum, Amsterdam, Nederland.

DOI of URL

Publicaties die online kunnen worden geraadpleegd, hebben meestal een URL of DOI. Een DOI wordt vaak gebruik voor wetenschappelijke publicaties en boeken, terwijl een URL vaker voorkomt bij andere online publicaties.

Hanteer de volgende richtlijnen:

  • Voeg altijd een DOI toe aan je bronvermelding indien beschikbaar.
  • Een DOI heeft de voorkeur boven een URL (omdat een DOI nooit verandert).
  • Voeg het protocol (http:// of https://) toe voor zowel een DOI als URL.
  • Voeg geen punt toe na de DOI or URL.
Online krantenartikel
Meij, L. (2010, 26 november). Met meertaligheid vergroot je je kansen. Trouw. https://www.trouw.nl/nieuws/met-meertaligheid-vergroot-je-je-kansen~bdc6018e/
Artikel uit een wetenschappelijk tijdschrift
Cheung, C. M. K., & Thadani, D. R. (2012). The impact of electronic word-of-mouth communication: A literature analysis and integrative model. Decision Support Systems, 54(1), 461-470. https://doi.org/10.1016/j.dss.2012.06.008

Onbekende bron

Als de bron onbekend of niet publiekelijk toegankelijk is, kunnen lezers de publicatie niet raadplegen. In dit geval kun je de bronvermelding niet opnemen in je literatuurlijst. In plaats daarvan dien je te verwijzen naar de bron alsof het persoonlijke communicatie betreft.

Afkortingen in APA-verwijzingen

Enkele veelvoorkomende onderdelen van publicaties worden ingekort om ruimte te besparen in de literatuurlijst. Let op de verschillen in hoofdlettergebruik en interpunctie.

Afkortingen in APA-verwijzingen
Begrip Afkorting
Herziene editie Herz. ed.
Tweede editie 2de ed.
Redacteur(s) Red./Reds.
Vertaler(s) Vert./Verts.
Zonder datum z.d.
Pagina(‘s) p./pp.
Paragraaf par.
Volume(s) Vol./Vols.
Nummer Nr.
Supplement Suppl.

Veelgestelde vragen

Hoe verwijs ik naar bronnen volgens het APA-format?

In APA verwijs je naar een bron door een verwijzing in de tekst op te nemen, evenals een bronvermelding in de literatuurlijst. Elk type bron heeft een eigen format. Een wetenschappelijk artikel wordt bijvoorbeeld op een andere manier aangehaald dan een boek.

Gebruik Scribbrs gratis APA Generator om foutloos en snel bronnen te genereren of kijk naar onze APA-voorbeelden.

Moet ik de locatie van de uitgever opnemen in de bronvermelding voor een boek?

Volgens de 7de editie van het APA-stijlhandboek is informatie over de locatie van een uitgever niet meer nodig. De 6de editie schreef wel voor om de stad en het land waar de uitgever gevestigd is te noemen, maar dit is niet langer het geval.

Hoeveel auteurs neem ik op in de bronvermelding in de literatuurlijst?

Je mag maximaal 20 auteurs opnemen in een bronvermelding in de literatuurlijst.

Als een artikel meer dan 20 auteurs heeft, vervang je de namen tussen de 19de auteur en de laatstgenoemde auteur door een beletselteken (. . .), maar je laat de laatste auteur niet weg:

De Bruin, T. C., Maartens, J. R., Wilgers, G. L., Evers, B. B., Kelfkens, R. S., Turner, S. T., Abdullahi, A., Daniels, A. T., Hogenbosch, J., Schaars, L., De Wit, A., Strik, T., De Graaf, J. E., Kippersluis, C., Ourahou, S., Megens, M. D., Van der Vaart, R., Philips, T. F. G., Duinkerken, E., . . . Mertens, L.

Tip: Geneer gemakkelijk je literatuurlijst met Scribbrs APA Generator.

Hoe gebruik ik tussenvoegsels volgens de APA-stijl?

Achternamen hebben vaak een of meerdere tussenvoegsels (of voorvoegsels), zoals:

  • van, van der, van de
  • de, den, del
  • el, al
  • la, las

Het tussenvoegsel maakt deel uit van de rest van de achternaam, en je sorteert je bronvermeldingen in de literatuurlijst alfabetisch op basis van de achternaam van de eerste auteur.

  • Literatuurlijst: De Maat, I. (2020). Marketingmodellen in scripties. ART19.
  • Verwijzing in de tekst: Daarom suggereert De Maat (2020) dat …

Bij verwijzingen wordt de voornaam weggelaten. Daarom krijgen tussenvoegsels in die gevallen een hoofdletter volgens de APA-richtlijnen. Bij een achternaam met meerdere tussenvoegsels krijgt alleen het eerste tussenvoegsel een hoofdletter.

  • Van ’t Kruijs
  • Van der Steen

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

Merkus, J. (2024, 17 januari). APA-stijl bronvermeldingen in de literatuurlijst (voorbeelden). Scribbr. Geraadpleegd op 23 november 2024, van https://www.scribbr.nl/apa-stijl/bronvermeldingen-literatuurlijst/

Wat vind jij van dit artikel?
Julia Merkus

Julia heeft onder andere een bachelor in Nederlandse Taal en Cultuur en twee masters in Linguistics en Taal- en Spraakpathologie. Na enkele jaren als editor, onderzoeker en docent schrijft ze nu artikelen over scripties, taalkunde, methodologie en statistiek om studenten te helpen.