Grounded Theory uitgelegd: een compleet stappenplan

Met de grounded theory-methode van Strauss en Glaser kun je een nieuwe wetenschappelijke theorie ontwikkelen over je onderwerp die gebaseerd (gegrond) is op data die je verzamelt met kwalitatief of kwantitatief onderzoek.

Je doorloopt hierbij een cyclus van dataverzameling, -analyse en reflectie om categorieën te formuleren waarin je de data indeelt, totdat je theoretische saturatie bereikt. Vervolgens ontwikkel je een theorie die je toetst met behulp van wetenschappelijke literatuur.

Als de theorie niet door bestaande literatuur of nieuwe data ontkracht wordt en daarmee standhoudt, kun je het onderzoek afronden. Zo niet, dan moet je opnieuw data verzamelen en analyseren om een valide theorie te ontwikkelen.

Circulair stappenplan om grounded theory toe te passen

Onderzoek uitvoeren volgens de grounded theory-methode is geen lineair maar een circulair proces, waarbij je stappen meermaals doorloopt. Dit maakt de methode complexer dan veel andere onderzoeksmethoden.

Je begint met een conceptuele theorie die functioneert als hypothese die je met je onderzoek specificeert en uiteindelijk toetst. Om de testfase te bereiken, doorloop je eerst de volgende stappen, die je indien nodig herhaalt om een specifiek onderwerp of probleem te onderzoeken.

Grounded Theory stappenplan

We leggen deze stappen uit aan de hand van een voorbeeld om de methode concreter te maken. Deze voorbeeldsituatie gaat over “Pijn na een beenbreuk”.

Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen

Ontdek nakijken op taal

Stap 1: Bedenk een conceptuele theorie

Verzamel informatie over je onderwerp door literatuur te raadplegen, en stel op basis daarvan een conceptuele theorie op. Zo weet je voor welke variabelen je data moet verzamelen en hoe je deze data kunt analyseren.

De theorie scherp je later in het proces waarschijnlijk aan op basis van je dataverzameling en -analyse.

Voorbeeld: Conceptuele theorie
Een beenbreuk kan leiden tot pijn. De pijnklachten klachten kunnen op diverse manieren tot uiting komen. Daarom zijn er vaak verschillende behandelingen nodig om de klachten tegen te gaan.

Stap 2: Bepaal de doelgroep en trek een selecte steekproef

Bepaal wie tot je doelgroep behoort en zet vervolgens een selecte steekproef op waarmee je je respondenten selecteert. Het kan voorkomen dat je na de initiële dataverzameling ontdekt dat je steekproef vergroot moet worden.

Houd er rekening mee dat je mogelijk alle stappen moet herhalen tot je jouw theorie kunt bevestigen.

Voorbeeld: Doelgroep bepalen
Je besluit personen van 20 tot 40 jaar te selecteren die pijn hebben als gevolg een beenbreuk. Je besluit flyers op te hangen in ziekenhuizen en bij fysiotherapeuten.

Stap 3: Verzamel data tot theoretische saturatie ontstaat

Je kunt de data verzamelen door enquêtes, interviews, focusgroepen of andere dataverzamelingsmethoden te gebruiken. Bepaal hoe je het beste de informatie verkrijgt die jij nodig hebt om een theorie te ontwikkelen over je onderwerp.

Zodra je met je dataverzamelingsmethode geen nieuwe informatie meer verkrijgt en je hiermee geen nieuwe categorieën meer kunt definiëren, is er sprake van theoretische saturatie (verzadiging). Dit is het moment waarop je kunt beginnen met je data-analyse.

Als je tijdens je data-analyse in de volgende stap resultaten verkrijgt die je nog niet kunt verklaren, verzamel je nieuwe data en/of stel je nieuwe categorieën op. Zo ga je verder tot er echt geen nieuwe categorieën meer te definiëren zijn.

Voorbeeld: Dataverzameling
Op basis van de informatie die je uit semigestructureerde interviews verkrijgt, kun je de klachten indelen in categorieën. Echter, je hebt nog niet achterhaald waarom personen verschillende klachten hebben.

Vervolgens bedenk je wie deze vraag zou kunnen beantwoorden en kom je uit bij een arts. Nadat je het interview met deze arts hebt geanalyseerd, weet je dat een complexe fractuur meer pijn veroorzaakt dan een eenvoudige breuk.

De categorie “soort beenbreuk” ontbrak nog in je onderzoek. Deze helpt je te bepalen welke pijnklachten bij welk type breuk horen. Nadat je deze verdeling hebt gemaakt, ontdek je geen nieuwe categorieën meer tijdens de benodigde extra dataverzameling en -analyse. Nu heb je theoretische verzadiging bereikt.

Memo’s bijhouden

Je reflecties over de dataverzameling en -analyse houd je bij in de vorm van memo’s (aantekeningen). Hiermee documenteer je je gedachteproces tijdens het onderzoek en bied je inzicht in je besluitvormingsproces dat leidt tot je nieuwe theorie.

Je voegt uiteindelijk je memo’s toe aan je bijlage, zodat je onderzoek herhaalbaar en daarmee betrouwbaar en valide is.

Wie helpt jou met nakijken?

Betrouwbare hulptroepen vinden is niet makkelijk...

  • Familie
  • Vrienden
  • Studiegenoten
  • Scribbr

We staan altijd voor je klaar

Stap 4: Data coderen met de grounded theory-methode

Als je gebruikmaakt van grounded theory, codeer je je data meestal op drie manieren: eerst open, dan axiaal en tot slot selectief.

1. Open coderen

Ken open codes toe aan woorden of zinsdelen (citaten) uit je interviewtranscripten of enquête-antwoorden en baseer je hierbij op de volgende vragen:

  • Wat is het fenomeen? – Waarover gaat het?
  • Wie is erbij betrokken? – Welke rol hebben de betrokkenen en hoe gedragen ze zich?
  • Wanneer is het gebeurd? – Hoe lang duurt het? Waar vindt het plaats?
  • Hoeveel? – Hoe zeer?
  • Waarom treedt dit fenomeen op?
  • Waartoe dient het?
  • Waardoor kan het veranderd worden?

Verbind de codes met de citaten en noteer daarbij de bovenstaande vragen die hierop van toepassing zijn in combinatie met de antwoorden die je kunt geven op basis van het gehele interview. Hierna kun je eventueel de codes verdelen in concepten.

Voorbeeld: Concepten
In het begin zul je merken dat je veel nieuwe codes genereert en veel informatie in je memo’s opneemt. Tijdens dit proces kun je de codes in concepten samenvatten, zodat je jouw theorie kunt specificeren.

De gehele analyse neem je op in je memo’s.

Voorbeeld: Open coderen in grounded theory
Citaat uit het interview Vragen en antwoorden Open codes
“Mijn been doet heel erg veel pijn sinds ik het bij een skiongeluk gebroken heb.”
  • Wat is het fenomeen?
    Pijn in het been
  • Wanneer trad het op?
    Tijdens het skiën
  • Hoeveel pijn doet het?
    Heel erg veel pijn
  • Waarom trad het op?
    Door een beenbreuk
Sterke pijn

Skiën

Beenbreuk

“Mijn been dat ik gebroken heb toen ik het raam schoonmaakte doet bijna geen pijn, ook al is het gebroken.”
  • Wat is het fenomeen?
    Bijna geen pijn in het been
  • Wanneer trad het op?
    Tijdens het schoonmaken van een raam
  • Hoeveel pijn doet het?
    Bijna geen pijn
  • Waarom trad het op?
    Door een beenbreuk
Lichte pijn

Raam schoonmaken

Beenbreuk

Voorbeeld: codes en concepten
Codes: Sterke pijn en lichte pijn = Concept: pijnwaarneming
Codes: Skiën en raam schoonmaken = Concept: omstandigheden

Herformulering theorie: Een beenbreuk kan ontstaan onder verschillende omstandigheden en leiden tot verschillende pijnwaarnemingen. Daarom zijn er verschillende behandelingen nodig om de klachten tegen te gaan.

2. Axiaal coderen: categorieën opstellen

Axiaal coderen heeft als doel om categorieën op te stellen. Dit doe je door op verschillende manieren te kijken hoe open codes en concepten met elkaar verbonden zijn. Hierbij gebruik je een codeerparadigma, waarbij je categorieën opstelt met betrekking tot:

  1. Het fenomeen dat je bestudeert;
  2. De omstandigheden met betrekking tot dat fenomeen (de context, onderbrekende, structurele en oorzakelijke omstandigheden);
  3. Actie- en interactie-strategieën die bedoeld zijn om het probleem te managen;
  4. De consequenties van deze acties en interacties gerelateerd aan het fenomeen.

Zo ontstaat een netwerk van categorieën die met elkaar in verband staan, met als centraal punt het fenomeen dat je onderzoekt. Wederom houd je al je waarnemingen bij in je memo’s.

Voorbeeld: Axiaal coderen in grounded theory
Het fenomeen dat je onderzoekt is pijnwaarneming bij een beenbreuk. De oorzaak hiervoor kan de beenbreuk zijn.

Deze beenbreuk leidt tot verschillende soorten pijn en die pijn is verbonden met specifieke omstandigheden. Zo kan de beenbreuk verbonden zijn aan tijd (de beenbreuk geneest binnen een bepaalde tijd), een gebeurtenis (het been is tijdens het skiën gebroken) of de omgeving (de beenbreuk wordt in het ziekenhuis behandeld).

Een interactiestrategie om de pijnwaarneming te bestrijden kan bestaan uit pijnstillers en de consequentie hiervan is vervolgens een vermindering van de pijn.

Categorieën: Pijnwaarneming, tijd, gebeurtenis, omgeving, pijnstillers, consequenties.

3. Selectief coderen

Als je selectief codeert, verbind je de axiale categorieën met elkaar tot er kerncategorieën ontstaan. Hierbij is het mogelijk dat een axiale categorie al veel verbanden heeft met alle andere categorieën, waardoor deze als kerncategorie kan worden ingezet.

Als dit niet zo is, kun je jezelf voorstellen dat de axiale categorieën samen een verhaal vormen. Bekijk de categorieën samen en vraag jezelf af wat de kern van dat verhaal is om tot een kerncategorie te komen.

Voorbeeld: Selectief coderen in grounded theory
Twee centrale axiale categorieën zijn bijvoorbeeld de pijnwaarneming en de behandeling van de pijn. Deze twee punten zijn met alle andere axiale categorieën verbonden.

Je zou daarom deze twee categorieën kunnen samenvoegen onder de kerncategorie pijnmanagement.

Stap 5: Je theorie aanscherpen of herformuleren

Op basis van je dataverzameling en -analyse kun je toetsen of je conceptuele theorie standhoudt, je conceptuele theorie verder aanscherpen, of een nieuwe theorie formuleren.

Voorbeeld: Nieuwe theorie of theoretisch model
Conceptuele theorie: Een beenbreuk kan leiden tot diverse soorten pijn. Deze klachten kunnen op meerdere manieren tot uiting komen. Daarom zijn er verschillende behandelingen nodig om de klachten tegen te gaan.

Herformulering theorie in codeerfase: Een beenbreuk kan ontstaan onder verschillende omstandigheden en leiden tot verschillende pijnwaarnemingen. Daarom zijn er verschillende behandelingen nodig om de klachten tegen te gaan.

Aangescherpte nieuwe theorie: Bij een beenbreuk is de pijnwaarneming van de patiënt afhankelijk van de omstandigheden waaronder de beenbreuk is ontstaan en geneest. Het pijnmanagement kan worden ingericht op basis van de geldende omstandigheden in die specifieke situatie.

Aanbevelingen die voortkomen uit de nieuwe theorie:

  • In het geval van voorwaarden A en B kan gekozen worden voor pijnmanagement C en D.
  • In het geval van voorwaarden E en F, wordt aangeraden pijnmanagementmethoden G en H in te zetten.

Stap 6: Ga na of je nieuwe theorie standhoudt

Nu je een nieuwe theorie hebt geformuleerd, toets je aan de hand van wetenschappelijke literatuur en je memo’s of deze nieuwe theorie klopt. Je onderzoekt dus of je bewijs kunt vinden dat deze theorie bevestigt of ontkracht.

Als je geen standhoudend bewijs vindt dat je theorie ontkracht, heb je een valide nieuwe theorie ontwikkeld op basis waarvan je suggesties voor vervolgonderzoek kunt doen of zelf vervolgonderzoek kunt doen. Je kunt op basis hiervan ook aanbevelingen doen of een adviesrapport schrijven.

Vind je wel bewijs dat je theorie ontkracht, dan kun je op basis van deze nieuwe kennis nieuwe data verzamelen en analyseren, je theorie verder aanscherpen en weer toetsen of de theorie klopt.

Belangrijke concepten bij grounded theory

Nu je weet hoe je grounded theory toepast, willen we graag de belangrijkste concepten verder verduidelijken:

Theoretische sensitiviteit

Dit doelt op je vermogen om op basis van data verbanden te leggen, te snappen welke nieuwe data je nodig hebt en theorieën te ontwikkelen. Een theorie ontwikkelen met grounded theory vereist van jou als onderzoeker dan ook een hoge mate van theoretische sensitiviteit.

Theoretische steekproeftrekking (theoretical sampling)

Dit is een manier van data verzamelen om een theorie te creëren waarbij je tegelijkertijd data verzamelt en analyseert.

Met behulp van de theoretische steekproeftrekking ga je steeds op zoek naar nieuwe data die verschilt van de data die je al hebt verzameld, zodat je nog meer informatie verzamelt en daarmee meer inzicht verkrijgt in het fenomeen waarover je een theorie wilt ontwikkelen.

Codes, categorieën en memo’s

De data analyseer je in het begin woord voor woord en regel voor regel. Deze woorden of zinnen codeer je. Op deze manier kan een kernwoord ook direct als code fungeren.

Op basis van de relaties tussen de codes die je aan de data toekent, ontstaan de categorieën. Dit proces en al je denkprocessen en analysestappen registreer je in je memo’s.

Theoretische verzadiging (saturatie)

Op basis van je analyse ontstaat een netwerk van categorieën. Stel je voor dat dit een soort spinnenweb is. Hoe dichter dit web is, hoe meer insecten je vangt. Hoe dichter het netwerk van categorieën, hoe meer de theorie standhoudt.

Je bereikt theoretische verzadiging als uit de dataverzameling en -analyse geen nieuwe informatie meer naar voren komt.

Veelgestelde vragen

Is er wetenschappelijke literatuur over grounded theory?

Als je meer wilt lezen over grounded theory, kun je de volgende boeken raadplegen:

    • Glaser, B., & Strauss, A. (1967). The discovery of grounded theory: Strategies for qualitative research. Aldine.
    • Glaser, B. (1992). Basics of grounded theory analysis. Sociology Press.
    • Strauss, A., & Corbin, J. (1994). Grounded theory methodology: An overview. In N. Denzin & Y. Lincoln (Reds.), Handbook of qualitative research (pp. 273–285). Sage Publications.
    • Strauss A., & Corbin, J. (1998). Basics of qualitative research – techniques and procedures for developing grounded theory (2e ed.). Sage Publications.
Wat is grounded theory?

Met de grounded theory-methode van Strauss en Glaser kun je een nieuwe wetenschappelijke theorie ontwikkelen over je onderwerp die gebaseerd (gegrond) is op data die je verzamelt met kwalitatief of kwantitatief onderzoek.

Je doorloopt hierbij een cyclus van dataverzameling, -analyse en reflectie om categorieën te formuleren waarin je de data indeelt, totdat je theoretische saturatie bereikt. Vervolgens ontwikkel je een theorie die je toetst met behulp van wetenschappelijke literatuur.

Wat is het stappenplan om grounded theory toe te passen?

Je kunt het volgende circulaire stappenplan gebruiken om grounded theory toe te passen:

  1. Conceptuele theorie bedenken (functioneert als hypothese).
  2. Doelgroep bepalen en steekproef trekken.
  3. Data verzamelen totdat sprake is van theoretische saturatie.
  4. Data coderen (open, axiaal, selectief).
  5. Theorie aanscherpen of herformuleren.
  6. Toetsen of je theorie standhoudt.

Als je theorie standhoudt, stop je na stap 6. Als je ontkrachtend bewijs vindt, ga je op basis van deze nieuwe kennis opnieuw data verzamelen en analyseren.

Citeer dit Scribbr-artikel

Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.

Benders, L. (2023, 23 januari). Grounded Theory uitgelegd: een compleet stappenplan. Scribbr. Geraadpleegd op 22 november 2024, van https://www.scribbr.nl/onderzoeksmethoden/grounded-theory/

Wat vind jij van dit artikel?
Lou Benders

Lou was Scribbrs Product- en Kwaliteitsmanager tot ze naar Italië verhuisde voor de liefde en het lekkere weer. Nu werkt ze op afstand aan Scribbrs diensten en aan handige artikelen over academische teksten.