Heb ik een goede hoofdvraag voor mijn scriptie?
Het kan lastig zijn om een goede hoofdvraag voor je scriptie te formuleren. Het is met name belangrijk dat je hoofdvraag een bijdrage levert aan het oplossen van het probleem dat je in de probleemstelling hebt beschreven.
Een goede centrale onderzoeksvraag heeft zeven eigenschappen:
- Onderzoekbaar
- Haalbaar
- Origineel
- Complex (geen ja/nee-vraag)
- Relevant
- Specifiek
- Focust op één probleem
Je kunt de eigenschappen van jouw hoofdvraag toetsen door te controleren of ze aan drie criteria voldoen:
Criterium I: Onderzoekbaarheid
Check op | Toelichting | Wat te doen? |
---|---|---|
Koppelwoord ‘en’ of ‘of’ komt niet voor in de hoofdvraag. | Je mag ‘en’ of ‘of’ niet gebruiken omdat je dan twee vragen stelt. Dat is niet toegestaan.
Let op: Een uitzondering is wanneer de hoofdvraag bestaat uit een beschrijvend en verklarend deel. |
Herformuleer de hoofdvraag en stel een enkelvoudige vraag. |
Hoofdvraag is niet met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden. | Wanneer je de hoofdvraag wel met ja kunt beantwoorden dan is je vraag niet open genoeg om te onderzoeken. | Herformuleer de hoofdvraag.
Begin met een ander vraagwoord (e.g., hoe, welke) of ga gebruikmaken van hypothesen. |
Er wordt niet gevraagd naar een mening, norm of waarde. | Bij een mening, norm of waarde is objectief blijven lastig terwijl objectiviteit een vereiste is voor goed onderzoek. Een vraag naar een mening wordt ook wel een evaluerende vraag genoemd. | Herformuleer de hoofdvraag waarin je niet vraagt naar een mening of norm. |
De hoofdvraag is meetbaar via waarneembare gegevens. | Indien er niets te meten valt via een onderzoeksmethode moet je de vraag stellen wat het doel is van je onderzoek.
Let op: Soms wordt alleen een literatuurstudie ook geaccepteerd en hoef je niet per se iets te meten. Vraag aan je begeleider de eisen van je onderzoek op. |
Herformuleer de hoofdvraag. |
Er zijn meerdere deelvragen nodig (met elk een eigen type onderzoeksvraag) om antwoord op de hoofdvraag te vinden. | Indien het niet mogelijk is een paar deelvragen te stellen, is de vraag te eenvoudig of niet open genoeg. | Herformuleer de hoofdvraag zodat die open genoeg is. |
Er is theoretische kennis beschikbaar over het onderwerp. | Indien er geen literatuur beschikbaar is dan is de vraag te eenvoudig of niet open genoeg. Het kan ook betekenen dat je probleemanalyse niet goed is uitgevoerd. | Herformuleer de hoofdvraag en mogelijk ook de probleemstelling. |
De vraag is kort en bondig te beantwoorden. | Indien dat niet zo is, is de vraag niet concreet genoeg geformuleerd. | Herformuleer de hoofdvraag in concretere termen. |
Er zit geen ‘als…. dan’ in de hoofdvraag. | De resultaten van je onderzoek zijn bij ‘als… dan’ afhankelijk van een situatie. Dit is toetsend of voorspellend onderzoek (kijkt in de toekomst). Hierdoor loop je het risico dat de situatie te speculatief is (zie voorbeeld). | Herformuleer de hoofdvraag en mogelijk ook de probleemstelling. |
Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen
Criterium II: Haalbaarheid en specificiteit
Check op | Toelichting | Wat te doen? |
---|---|---|
Er zijn heldere keuzes gemaakt wat je wel en niet gaat onderzoeken. | Indien je alles wilt onderzoeken omdat het zo interessant is of omdat alles met elkaar samenhangt, loop je het risico weinig informatie te kunnen verzamelen. Het onderzoek wordt niet diepgaand genoeg en levert niets op. | Herformuleer de hoofdvraag; het is vaak veel interessanter om veel over weinig te weten te komen. |
Onderzoeksmethoden zijn binnen de gestelde tijd uit te voeren. | Bekijk hoelang het duurt om je onderzoek uit te voeren. Het onderzoek kan langer duren dan gepland als bijvoorbeeld de te interviewen personen niet beschikbaar zijn. | Herformuleer de hoofdvraag zodat je het onderzoek in de gestelde tijd kan afronden. |
De hoofdvraag begint niet met ‘waarom’. | Als de hoofdvraag met ‘waarom’ begint kan het antwoord vaak alle kanten op. Het is een verklarende vraag die niet specifiek genoeg is. | Ga terug naar de probleemanalyse en diep het vraagstuk eerst verder uit. Probeer een verband of oorzaak-gevolgrelatie te achterhalen. |
Begrippen in de hoofdvraag zijn helder. | Indien de begrippen niet goed gedefinieerd zijn ontstaat er verwarring. Dit werkt door in je hele onderzoek. | Werk de begrippen in de probleemanalyse uit en herformuleer je hoofdvraag. |
Begrippen in de hoofdvraag zijn specifiek genoeg. | Indien de begrippen te veelomvattend zijn wordt het onderzoek onnodig complex. | Werk de begrippen in de probleemanalyse uit en herformuleer je hoofdvraag. |
In de hoofdvraag wordt niet naar een advies of beleid gevraagd. | Als er naar een advies of beleid wordt gevraagd is het meer dan een onderzoeksvraag. Dit is bij veel opleidingen niet de bedoeling. | Formuleer eventueel een advies- of beleidsvraag in je deelvragen. Dit levert een apart advies– of beleidsrapport op. |
Criterium III: Relevantie en originaliteit
Check op | Toelichting | Wat te doen? |
---|---|---|
Antwoord op de hoofdvraag levert naar verwachting iets op voor de opdrachtgever*. | Als het onderzoek naar verwachting te weinig oplevert om het probleem aan te kunnen pakken kan dit betekenen dat de hoofdvraag niet relevant is voor het geschetste vraagstuk. | Herformuleer de hoofdvraag: zorg dat het antwoord op de hoofdvraag een bijdrage levert aan de oplossing van het probleem. |
Deel van de probleemstelling komt terug in hoofdvraag/ hoofdvraag is een uitwerking van het centrale thema. | Als dit niet zo is, loop je het risico dat het onderzoek geen relatie heeft met de probleemstelling en dus niets ‘in beweging zet’. | Herformuleer de hoofdvraag: zorg dat het antwoord op de hoofdvraag zichtbaar een bijdrage levert aan de oplossing van het probleem. |
De maatschappij heeft iets aan het antwoord op de hoofdvraag. | Als de maatschappij niets aan antwoord heeft loop je het risico dat het onderzoek een antwoord oplevert waar alleen je opdrachtgever* op zit te wachten. Kijk goed naar de eisen die de opleiding aan de maatschappelijk relevantie stelt. | Bekijk de eisen van je opleiding eerst goed. Als maatschappelijke relevantie een eis is, ga dan terug naar de probleemanalyse en diep het vraagstuk verder uit of kies een andere richting zodat het ook maatschappelijk relevant is. |
Onderwerp is actueel. | Als het onderwerp niet actueel is, is het mogelijk al eerder onderzocht. De resultaten zijn mogelijk niet innovatief genoeg. | Ga terug naar de opdrachtgever* en werk dan de probleemanalyse anders uit. Wellicht heb je niet het ‘goede’ probleem te pakken. |
De hoofdvraag is uniek: het is nooit eerder onderzocht. | Als de hoofdvraag niet uniek is, leidt het onderzoek niet tot nieuwe kennis. | Ga terug naar de opdrachtgever* en werk dan de probleemanalyse anders uit. Duik opnieuw in de literatuur. Wellicht heb je niet het ‘goede’ probleem te pakken. |
*Als je geen praktijkgerichte scriptie schrijft maar een wetenschappelijk onderzoek uitvoert, kan het zijn dat je geen opdrachtgever hebt. In dat geval is het belangrijk dat je onderzoek relevant, nuttig en origineel is voor je vakgebied, met name binnen de bestaande wetenschappelijke literatuur over je onderwerp.
En dan?
Zodra je klaar bent met het opstellen van een goede hoofdvraag kun je starten met het opstellen van je deelvragen. Op basis van de probleemanalyse, hoofdvraag en deelvragen kun je vervolgens je onderzoeksopzet gaan schrijven.
Veelgestelde vragen
- Wat is een hoofdvraag?
-
De hoofdvraag is de centrale onderzoeksvraag van je scriptie. Deze stel je op met behulp van de probleemstelling die je weer met behulp van de probleemanalyse hebt opgesteld.
Je beantwoordt de hoofdvraag met behulp van deelvragen of hypothesen, zodat je stap voor stap een antwoord kunt formuleren.
- Hoe bouw ik mijn onderzoeksvragen op?
-
Je eerste twee deelvragen zijn meestal beschrijvende vragen die je in je theoretisch kader kunt beantwoorden. De volgende deelvragen beantwoord je door middel van analyses in je resultaten. Je hoofdvraag beantwoord je pas in je conclusie.
Je deelvragen worden zo in chronologische volgorde (van 1 tot bijvoorbeeld 5) beantwoord. Als je eerst antwoord geeft op deelvraag 3 en daarna pas op 1, dan is de volgorde nog niet logisch.
- Zijn mijn onderzoeksvragen goed?
-
Toets zelf hoe goed je onderzoeksvragen zijn met onderstaande lijst vragen. Alleen als het antwoord ‘ja’ is op iedere vraag, zijn ze waarschijnlijk goed:
- Zijn ze niet te makkelijk en is daadwerkelijk onderzoek nodig om ze te beantwoorden?
- Zijn de vragen afgebakend?
- Past de soort onderzoeksvraag bij het soort onderzoek dat je wilt doen?
- Is de volgorde van de vragen logisch?
Heb je steeds ‘ja’ geantwoord? Vraag dan nog aan een of twee medestudenten om feedback en suggesties. Bespreek tot slot je onderzoeksvragen met je begeleider.
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.