Zo maak je een krachtig plan van aanpak (PvA) | Met voorbeelden
In je plan van aanpak (PvA) staat wat je wilt onderzoeken. Het doel is om voorafgaand
aan de scriptie duidelijk uit te werken welk soort onderzoek je wilt doen, waarom je dat gaat doen en hoe je het gaat uitvoeren. Ook kun je een eventuele opdrachtgever toelichten.
Een plan van aanpak heeft meestal de volgende structuur:
- Titelpagina
- Inhoudsopgave
- Inleiding of aanleiding
- Organisatieomschrijving (indien van toepassing)
- Probleemstelling en hoofd- en deelvragen
- Doelstelling en eindproduct
- Theoretisch kader
- Onderzoeksopzet: Wijze van dataverzameling
- Werkplanning
- Concept-literatuurlijst
Om je op weg te helpen, hebben we een template gecreëerd voor jouw plan van aanpak. Je kunt dit template hieronder downloaden in het door jou gewenste format:
Download Word template Download Google Docs template
Inhoudsopgave
- Voorbeelden plan van aanpak
- Titelpagina
- Inhoudsopgave
- Inleiding of aanleiding
- Organisatieomschrijving
- Probleemstelling en hoofd- en deelvragen
- Doelstelling en eindproduct
- Theoretisch kader
- Onderzoeksopzet: wijze van dataverzameling
- Werkplanning
- Voorlopige literatuurlijst
- Werkwoordstijden in je plan van aanpak
- Plan van aanpak vs scriptie
- Plan van aanpak template
- Checklist: Plan van aanpak
- Veelgestelde vragen over het Plan van Aanpak
Voorbeelden plan van aanpak
Bekijk een plan van aanpak voor de opleiding*:
- Bouwtechnische bedrijfskunde (Kevin D’Haeselaer en Corné van Tetering)
- Ruimtelijke ordening en planologie (Erwin Hermsen)
*De documenten zijn afkomstig van de openbare database van de hbo-kennisbank.
Titelpagina
Je begint je plan van aanpak net zoals een scriptie met een titelpagina. De titelpagina bevat de volgende onderdelen:
- pakkende titel van het document (eventueel ook een subtitel);
- opdrachtgever (naam van de organisatie waarvoor de opdracht wordt uitgevoerd en contactgegevens van de contactpersoon);
- naam van de onderwijsinstelling;
- contactgegevens van de begeleider(s) van de onderwijsinstelling;
- datum en plaats (van schrijven);
- auteur(s).
Inhoudsopgave
In de inhoudsopgave staan de onderdelen van je plan van aanpak opgesomd. Zo hebben je lezers meteen een overzicht van de hoofdstukken en paginanummers. Je inhoudsopgave volgt na je titelpagina.
Inleiding of aanleiding
Het eerste hoofdstuk wordt de inleiding of de aanleiding genoemd. Je kunt bij je opleiding nagaan of je dit hoofdstuk inleiding of aanleiding moet noemen. Hier introduceer je je onderzoeksonderwerp en omschrijf je je opdracht.
Onderzoeksonderwerp introduceren
Introduceer eerst je onderzoeksonderwerp op zo’n manier dat de lezer geboeid raakt.
Opdracht omschrijven
Nadat je het onderzoeksonderwerp geïntroduceerd hebt, beschrijf je de opdracht die de aanleiding vormt voor jouw plan van aanpak óf het vraagstuk dat de aanleiding hiervoor is en dat je wilt onderzoeken.
Je bespreekt hierbij ook waarom deze opdracht of het vraagstuk relevant is.
Leeswijzer toevoegen
Je eindigt je inleiding met een korte leeswijzer waarin je aangeeft welke hoofdstukken in jouw plan van aanpak volgen. Zo weten je lezers wat ze kunnen verwachten.
Organisatieomschrijving
Vervolgens geef je aan wie je opdrachtgever is, oftewel naar welke organisatie je onderzoek doet. Afhankelijk van jouw studierichtlijnen beschrijf je de organisatie in de inleiding of in een apart hoofdstuk. Als je organisatieomschrijving deel van je inleiding is, komt na dit onderdeel nog de leeswijzer.
In beide gevallen ga je in op de kenmerken van de organisatie die nodig zijn om de lezer een goed beeld te geven van de organisatie, en die relevant zijn voor jouw onderzoek. Je zou kunnen ingaan op:
- het type organisatie (NGO, eenmanszaak, vennootschap, etc.)
- de oprichting en de oprichter
- de vestiging
- de omvang van de organisatie (aantal vestigingen, transacties, winst, etc.)
- het aantal medewerkers
- de missie en visie
- de kernactiviteiten
- de uitvoeringswijze van deze kernactiviteiten
- de interne en externe communicatie
- de huidige situatie
- actuele ontwikkelingen in de omgeving
- actuele ontwikkelingen binnen de organisatie
Probleemstelling en hoofd- en deelvragen
In dit hoofdstuk ga je dieper in op jouw specifieke onderzoek en formuleer je je probleemstelling, hoofd- en deelvragen.
Probleemstelling presenteren
Eerst geef je aan wat het probleem is dat je in je scriptie (waarvoor je het PvA schrijft) wilt onderzoeken. Bespreek hierbij:
- Wie de eigenaar van het probleem is, oftewel wie geholpen moet worden.
- Welke eerdere oplossingen zijn uitgeprobeerd, maar niet hebben gefunctioneerd.
- Wat de consequenties kunnen zijn als het probleem niet wordt opgelost.
Onderzoek afbakenen
Hierbij is het belangrijk dat je je onderzoek goed afbakent. Beperk het onderzoeksonderwerp bijvoorbeeld tot:
- Een afdeling
- Een tijdsperiode
- Een product
- Een locatie
- Een categorie
- Een doelgroep
Hoofdvraag en deelvragen formuleren
Hierna geef je aan welke hoofdvraag je met je scriptie beoogt te beantwoorden om bij te dragen aan de oplossing voor het probleem.
Deze onderzoeksvraag beantwoord je met behulp van deelvragen. Deze deelvragen presenteer je ook in dit hoofdstuk, tenzij in je studierichtlijnen staat dat je in je PvA alleen je probleemstelling of hoofdvraag hoeft te beschrijven.
Doelstelling en eindproduct
Doelstelling opschrijven
Door je doelstelling(en) op te schrijven, zorg je ervoor dat je opdrachtgever en jij dezelfde verwachtingen hebben van jouw onderzoek. Je kunt je doelstelling opnemen in een apart hoofdstuk samen met de omschrijving van jouw eindproduct óf in een paragraaf in het hoofdstuk over de probleemstelling.
Eindproduct uitleggen
Het kan zijn dat je op basis van jouw onderzoek voor je scriptie ook een advies, website, marketingplan of verdienmodel voor de opdrachtgever creëert. Als dit zo is, geef dan hier aan wat voor eindproduct je oplevert en wat de opdrachtgever hiermee kan.
Theoretisch kader
In het theoretisch kader van je plan van aanpak ga je in op de belangrijkste begrippen, theorieën en modellen die met je onderwerp te maken hebben. Je legt hierbij uit wat deze inhouden en gaat daarna vooral in op waarom deze voor jouw onderzoek relevant zijn (e.g., welke deelvraag je hiermee kunt beantwoorden).
In je scriptie maak je vaak ook gebruik van een theoretisch kader. Het verschil met het theoretisch kader in je scriptie is dat je in je plan van aanpak niet diep ingaat op de inhoud van verschillende theorieën en modellen of overeenkomsten tussen jouw onderzoek en eerder verschenen studies. Je geeft in het theoretisch kader in je plan van aanpak ook nog geen antwoord op je beschrijvende deelvragen.
Onderzoeksopzet: wijze van dataverzameling
In je onderzoeksopzet ga je in op:
- Het soort onderzoek: kwantitatief en/of kwalitatief
- Dataverzameling: fieldresearch of deskresearch
- Dataomschrijving: welke data je gaat analyseren
- Data-analyse: hoe je de data gaat analyseren
Hierna bespreek je ook direct de onderzoeksvoorwaarden en de risicoanalyse. Je geeft aan wat nodig is om je onderzoek uit te voeren, welke risico’s je opdracht negatief zouden kunnen beïnvloeden en hoe je deze kunt ondervangen. Afhankelijk van de richtlijnen van je opleiding bespreek je de onderzoeksvoorwaarden en risicoanalyse in een apart hoofdstuk.
Met je onderzoeksopzet overtuig je jouw lezer van de validiteit en betrouwbaarheid van je onderzoek. Je onderzoek moet op basis hiervan herhaalbaar zijn.
Werkplanning
Tot slot presenteer je jouw werkplanning zodat duidelijk is welke stappen je neemt om je onderzoek succesvol uit te voeren. Dit is een tijdschema waarin je concreet aangeeft wanneer je wat doet.
Om je op weg te helpen hebben we een template van een werkplanning gecreëerd. Je kunt het template hieronder downloaden in het door jou gewenste format:
Download Excel templateDownload Google Sheets template
Voorbeeld werkplanning
Voorlopige literatuurlijst
Deze bronnenlijst is een concept-literatuurlijst waarin je de literatuur weergeeft die je tot nu toe gevonden hebt om je plan van aanpak te schrijven en de bronnen die je van plan bent te gebruiken. Je vermeldt de bronnen in alfabetische volgorde.
De literatuurlijst in je scriptie zal hier waarschijnlijk van afwijken omdat je dan meer bronnen hebt gevonden, sommige bronnen niet relevant zullen blijken of omdat je tijdens het onderzoek nog extra bronnen nodig hebt.
Werkwoordstijden in je plan van aanpak
Je plan van aanpak schrijf je in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Als je verwijst naar onderzoek dat je al hebt gedaan (of andere afgeronde zaken), gebruik je de voltooid tegenwoordige tijd.
Als je niet zeker weet welke tijd je moet gebruiken, houd dan dit schema aan:
- Om te beschrijven wat je gaat doen:
- Onvoltooid tegenwoordige tijd actief: ‘Ik onderzoek hiervoor…’
- Onvoltooid tegenwoordige tijd passief: ‘Hiervoor wordt gekeken naar…’
- Om te beschrijven wat al onderzocht is:
- Voltooid tegenwoordige tijd actief: ‘Tolmatchova en De Klein hebben geconcludeerd…’
- Voltooid tegenwoordige tijd passief: ‘Hiervoor werd onderzocht welke…’
- Om te beschrijven wat voor effect jouw onderzoek kan hebben:
- Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd + hulpwerkwoord ‘kunnen’:
‘Met behulp van deze scriptie zal bedrijf X een marketingplan kunnen opstellen, waarmee…’ - Onvoltooid tegenwoordige tijd + hulpwerkwoord ‘kunnen’:
‘Met behulp van deze scriptie kan bedrijf X een marketingplan opstellen…’
- Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd + hulpwerkwoord ‘kunnen’:
Plan van aanpak vs scriptie
Een veelgestelde vraag is of je onderdelen uit je plan van aanpak direct mag overnemen in je scriptie.
Het antwoord daarop is bijna altijd nee, omdat je in je scriptie in een andere werkwoordstijd schrijft, dieper in moet gaan op de stof of misschien wel een heel andere richting bent opgegaan dan vooraf aangegeven.
Maar je mag wel informatie uit je plan van aanpak gebruiken. Het volgende schema geeft per onderdeel met kleuren aan welke informatie je kunt gebruiken of direct overnemen:
- Groen = Informatie gebruiken en eventueel overnemen
- Geel = Informatie gebruiken, maar niet overnemen
- Rood = Informatie niet gebruiken en overnemen
Onderdeel in PvA | Waar in je scriptie? |
---|---|
Aanleiding | Inleiding: Pas aan als onderdeel van je inleiding. |
Organisatieomschrijving | Inleiding of apart hoofdstuk |
Probleemstelling | Inleiding |
Hoofd- en deelvragen | Inleiding |
Doelstelling | Inleiding |
Theoretisch kader | Theoretisch kader: Schrap niet gebruikte informatie, voeg eventueel nieuwe informatie toe en ga dieper in op je begrippen, theorieën en modellen. |
Onderzoeksopzet: wijze van dataverzameling | Methodologie: Herschrijf je onderzoeksopzet in een uitgebreidere methodologie en gebruik hiervoor de voltooid tegenwoordige tijd of onvoltooid verleden tijd. |
Werkplanning | Eventueel in je bijlagen: In het hoofddeel van je scriptie presenteer je niet de werkplanning voor je scriptie. Die heb je inmiddels al gevolgd en de scriptie heb je al geschreven. Het kan zijn dat je studiebegeleider wel van je vraagt de planning in je bijlagen op te nemen. |
Concept-literatuurlijst | Literatuurlijst: De bronnen die hetzelfde zijn gebleven kun je direct overnemen in de literatuurlijst in je scriptie. Waarschijnlijk vul je deze literatuurlijst aan met nieuwe bronnen en laat je bronnen die je uiteindelijk niet hebt gebruikt weg. |
Plan van aanpak template
Download hieronder ons template van een plan van aanpak in het door jou gewenste format:
Download Word template Download Google Docs template
Checklist: Plan van aanpak
Je Plan van Aanpak zit nu in ieder geval goed in elkaar. Zorg met onze nakijkdienst dat je het document zonder taalfouten kunt inleveren.Checklist: Plan van aanpak
0 / 16
Goed bezig!
Veelgestelde vragen over het Plan van Aanpak
- Waarom moet ik een plan van aanpak (PvA) maken?
-
Je maakt een plan van aanpak (PvA) om zelf precies te weten waarnaar je onderzoek gaat doen en hoe, en om dit aan te tonen aan je begeleiders. Op deze manier kun je zo efficiënt mogelijk een goed onderbouwd onderzoek doen.
- Hoe lang moet het plan van aanpak (PvA) zijn?
-
Hoe lang jouw plan van aanpak (PvA) moet zijn is afhankelijk van de richtlijnen van jouw studie. Een doorsnee PvA is tussen de 7 en 15 pagina’s lang (exclusief bronnenlijst en bijlagen).
- Is het de of het PvA?
-
Je schrijft het PvA, omdat het gaat om het plan van aanpak. Plan is een het-woord.
- Is het nu een inleiding of een aanleiding?
-
Of je het eerste hoofdstuk inleiding of aanleiding noemt, is afhankelijk van de richtlijnen van jouw studie. Als deze richtlijnen onduidelijk zijn en je nog niet weet of je eerste hoofdstuk inleiding of aanleiding moet heten, kies dan voor inleiding. In deze inleiding (of aanleiding) omschrijf je altijd de aanleiding voor jouw plan van aanpak.
- Is het hoofdstuk ‘Aanpak’ hetzelfde als de onderzoeksopzet?
-
Ja. In je aanpak geef je aan hoe je onderzoek gaat doen, net als in je onderzoeksopzet. Het hoofdstuk heeft dan alleen een andere naam.
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.