Validiteit van interviews | Uitleg, voorbeelden & stappenplan
Als je een interview ontwerpt, is het altijd belangrijk dat je de interviewvragen zo valide mogelijk maakt.
Op de verschillende soorten interviews zijn echter verschillende soorten validiteit van toepassing. De validiteit van je interviews hangt dus af van het soort interview dat je kiest en hoe je je interview vormgeeft en uitvoert.
Welke soorten validiteit zijn van toepassing?
Soort interview
Soort validiteit |
Gestructureerd | Semigestructureerd | Ongestructureerd | Focusgroep |
---|---|---|---|---|
Constructvaliditeit | Ja | Nee | Nee | Nee |
Externe validiteit | Ja | Ja | Ja | Ja |
Interne validiteit | Ja | Nee | Nee | Nee |
Ecologische validiteit | Ja | Ja | Ja | Ja |
Constructvaliditeit (begripsvaliditeit)
De constructvaliditeit kun je verbeteren door ervoor te zorgen dat je meet wat je wilt meten met je interviewvragen. Het is daarom erg belangrijk dat je de vragen nauwkeurig formuleert.
Voorbeeld constructvaliditeit
Als je iemand vraagt wat diegene van een bepaalde bioscoop vindt, kun je zeer uiteenlopende antwoorden krijgen. Vraag daarom specifiek naar de aspecten waarin je interesse hebt, zoals het filmaanbod of het comfort van de stoelen. Vraag dus niet:
maar bijvoorbeeld:
of:
Wat doe je als de constructvaliditeit laag is?
Als je niet meet wat je wilt meten, en je dus een ander construct meet, kun je geen conclusies formuleren voor jouw onderzoeksvraag. Je hebt daar namelijk geen onderzoek naar gedaan. Het is dus erg belangrijk dat de constructvaliditeit van je onderzoek hoog is.
Tips voor een hoge constructvaliditeit
- Bedenk goed wat je precies te weten wilt komen met je vraag.
- Formuleer je vragen nauwkeurig (laat ze ook controleren door je begeleider).
- Test je vragen op een aantal proefrespondenten om te onderzoeken of je vragen inderdaad meten wat je wilt meten en of ze goed worden begrepen. Een testronde noem je ook wel een pilot.
Interne validiteit
De interne validiteit is bij interviews alleen relevant als je een causale relatie tussen je onafhankelijke en afhankelijke variabelen wilt aantonen. Dit type validiteit kun je verbeteren door alle mogelijke oorzaken van je afhankelijke variabele – naast je onafhankelijke variabele – uit te sluiten.
Dit kun je doen door deze oorzaken als variabelen op te nemen in je interview en er vragen over te stellen, maar ook door de omstandigheden van al je interviews gelijk te houden (denk hierbij aan een vaste volgorde van je vragen en een vaste ruimte waar de interviews worden afgenomen).
Voorbeeld interne validiteit
Stel, jouw onderzoek toont aan:
In dat geval is de onafhankelijke variabele “groenten eten” de voorspeller van de afhankelijke variabele “lengte”. Als je echter niet hebt gecontroleerd voor bijvoorbeeld de lengte van familieleden (wat een relevante factor is in deze situatie), kun je die causale relatie niet met zekerheid vaststellen. Er zijn namelijk andere (genetische) factoren die de lengte ook kunnen hebben beïnvloed.
Wat doe je als de interne validiteit laag is?
In dat geval kun je geen of met erg weinig zekerheid causale relaties tussen je verschillende variabelen aantonen. Je kunt wel gewone relaties (correlaties) tussen deze variabelen aantonen, maar niet met zekerheid stellen welke variabele welke beïnvloedt.
Tips voor een hoge interne validiteit
- Gebruik een interviewschema (met vaste vragen in een vaste volgorde).
- Neem al je interviews onder dezelfde omstandigheden af.
- Controleer voor alle mogelijke verklaringen van de variatie in de afhankelijke variabele, dus vraag bijvoorbeeld niet alleen hoe vaak iemand groenten eet, maar ook hoe lang familieleden zijn.
Externe validiteit
De externe validiteit van je interview kun je verbeteren door genoeg respondenten te werven en door je respondenten willekeurig te selecteren (zodat je daar als onderzoeker geen invloed op uitoefent). Hierdoor heb je meer kans op een representatieve steekproef, waarvan je de resultaten beter kunt generaliseren.
Voorbeeld externe validiteit
Stel dat je je resultaten naar de Nederlandse populatie tussen de 16 en 20 jaar wilt kunnen generaliseren. Aangezien deze populatie erg groot is, heb je al snel honderden respondenten nodig om de validiteit van je resultaten te waarborgen.
Het is belangrijk dat je de respondenten willekeurig selecteert (aselecte steekproef), maar ook dat ze allemaal Nederlands zijn en dat ze binnen de leeftijdscategorie vallen. Als dat niet het geval is, heb je geen representatieve steekproef van de populatie en is de externe validiteit laag.
Wat doe je als de externe validiteit laag is?
In dat geval kun je je resultaten niet generaliseren naar een grotere populatie. Dit betekent echter niet dat je resultaten niks zeggen. Ze zeggen namelijk wel wat over de steekproef die jij hebt gebruikt in je onderzoek. Je kunt alleen niet met zekerheid zeggen dat de resultaten voor de gehele populatie gelden.
Let op: Voor een interview waarmee je onderzoek doet naar een specifieke case (bijvoorbeeld een bedrijf), is het generaliseren van je bevindingen vaak geen doel. In dat geval is de externe validiteit dan ook minder belangrijk.
Tips voor een hoge externe validiteit
- Zorg ervoor dat je voldoende respondenten hebt (vraag bij twijfel aan je begeleider of je voldoende respondenten hebt).
- Zorg ervoor dat je je respondenten op een willekeurige manier selecteert (aselecte steekproef).
- Zorg ervoor dat je respondenten selecteert die overeenkomen met de uiteindelijke populatie waarnaar je wilt generaliseren.
Ecologische validiteit
Als je interne, externe en constructvaliditeit hoog zijn, wil dat niet meteen zeggen dat de resultaten geldig zijn buiten de geschetste situatie van het interview. Hiervoor moet de ecologische validiteit namelijk ook hoog zijn. Deze kun je verbeteren door je respondenten in een voor hen vertrouwde of natuurlijke omgeving te interviewen.
Voorbeeld ecologische validiteit
Als mensen in de vertrouwde omgeving van bijvoorbeeld hun eigen huis worden geïnterviewd, zijn ze mogelijk veel eerlijker in hun antwoorden. Een kunstmatige omgeving, zoals een laboratorium of afgesloten kamertje, kan daarom andere resultaten opleveren, die mogelijk niet van toepassing zijn op de realiteit.
Wat doe je als de ecologische validiteit laag is?
Als de ecologische validiteit laag is, kun je niet met zekerheid zeggen dat de resultaten die je hebt gevonden ook daadwerkelijk van toepassing zijn op de “echte wereld”.
Tips voor een hoge ecologische validiteit
- Laat je interviews plaatsvinden in een natuurlijke omgeving waar je respondenten zich op hun gemak voelen.
- Let hierbij wel op dat het in een kwantitatief gestructureerd interview belangrijk is om alle interviews op dezelfde plek af te nemen (om uit te sluiten dat de omgeving invloed heeft op de antwoorden).
Focusgroep en validiteit
Aangezien je bij een focusgroep meerdere respondenten tegelijk “interviewt”, loop je het risico dat sommige respondenten door anderen overstemd worden. Sommige mensen praten bijvoorbeeld minder makkelijk in een groep dan anderen of hebben de neiging om sociaal-wenselijk gedrag te vertonen door met de algemene mening in te stemmen.
Hierdoor loop je het risico dat de resultaten niet generaliseerbaar zijn, omdat je alleen de antwoorden van de dominantere respondenten hebt verkregen en niet die van de minder dominante sprekers. De steekproef is in dat geval niet representatief. Dit doet daarom af aan de externe validiteit.
Daarnaast kan het zo zijn dat respondenten sociaal-wenselijke antwoorden geven, terwijl ze in werkelijkheid een andere mening hebben. Doordat je ze niet in een voor hen natuurlijke omgeving hebt geïnterviewd, is de ecologische validiteit van de resultaten laag.
Het is niet mogelijk om al deze problemen te voorkomen bij een focusgroep. Daarom zijn deze punten iets om rekening mee te houden als je voor een focusgroep kiest.
Stappenplan: Hoe maak je je interview zo valide mogelijk?
- Zorg ervoor dat de vragen meten wat je wilt meten (constructvaliditeit).
- Gebruik een vast interviewschema en laat alle interviews plaatsvinden onder dezelfde omstandigheden (interne validiteit).
- Zorg dat je alle mogelijke verklaringen van de variatie in je afhankelijke variabele uitsluit (interne validiteit).
- Interview voldoende mensen, kies je respondenten willekeurig (aselect) en zorg ervoor dat ze onderdeel uitmaken van de populatie waarnaar je wilt generaliseren (externe validiteit).
- Laat alle interviews plaatsvinden onder vertrouwde, natuurlijke omstandigheden voor je respondenten (ecologische validiteit).
Veelgestelde vragen
- Wat is validiteit?
-
Bij validiteit gaat het om de vraag of de resultaten uit jouw scriptie wel juist zijn en of je op basis hiervan harde conclusies kunt trekken. Zo corresponderen de resultaten van een valide onderzoek met de werkelijke eigenschappen, fenomenen en variaties in de fysieke en sociale wereld.
Het gaat bij de validiteit voornamelijk om het “instrument” waarmee je onderzoek hebt gedaan.
- Waarvan is de validiteit van een interview afhankelijk?
-
De validiteit van een interview is onder andere afhankelijk van het type interview. Daarnaast hangt de validiteit af van hoe je je interview vormgeeft en uitvoert. Zo is het belangrijk om valide interviewvragen te formuleren.
- Wat is interne validiteit?
-
De interne validiteit is de mate waarin je met zekerheid kunt stellen dat een gevonden causale relatie niet kan worden uitgelegd door andere, externe factoren. Als de interne validiteit hoog is, is het aannemelijk dat de gevonden causale relatie tussen je onafhankelijke variabele en afhankelijke variabele daadwerkelijk aanwezig is.
- Wat is externe validiteit?
-
Externe validiteit is de mate waarin je de resultaten van je onderzoek kunt generaliseren naar andere omstandigheden en groepen.
Citeer dit Scribbr-artikel
Als je naar deze bron wilt verwijzen, kun je de bronvermelding kopiëren of op “Citeer dit Scribbr-artikel” klikken om de bronvermelding automatisch toe te voegen aan onze gratis Bronnengenerator.