Structuur van een scriptie | Duidelijke Voorbeelden & Template
Voor het schrijven van je scriptie is het belangrijk dat je vanaf het begin een overzichtelijke scriptiestructuur aanhoudt.
Je scriptie is meestal het langste document dat je tot dan toe voor je studie hebt geschreven en kan variëren tussen de 6.000 en 25.000 woorden, afhankelijk van je opleidingseisen. Ook is het vaak het langste en meest uitgebreide onderzoek dat je tot dan toe hebt uitgevoerd. Het structureren van je scriptie kan daarom een hele uitdaging zijn.
Om je op weg te helpen met het creëren van een duidelijke structuur, hebben we een volledig scriptietemplate ontworpen die je gemakkelijk kunt overnemen.
In deze template staan alle hoofdstukken en onderdelen in de volgorde die wij aanbevelen. Bovendien wordt per hoofdstuk en onderdeel uitgelegd wat je moet schrijven en hoeveel woorden je ongeveer moet schrijven. Ook is er al een inhoudsopgave voor je gemaakt.
Je kunt het scriptiesjabloon hieronder downloaden in het door jou gewenste format:
Download Word-sjabloon Download Google Docs-sjabloon
Inhoudsopgave
- Structuur van een scriptie
- Titelpagina
- Informatiepagina (optioneel)
- Voorwoord
- Dankwoord (optioneel)
- Samenvatting (abstract)
- Inhoudsopgave
- Figuren- en tabellenlijst (optioneel)
- Afkortingenlijst (optioneel)
- Begrippenlijst (optioneel)
- Inleiding
- Theoretisch kader en literatuuronderzoek
- Methodologie
- Onderzoeksresultaten
- Conclusie
- Discussie
- Aanbevelingen (optioneel)
- Nawoord (optioneel)
- Literatuurlijst
- Bijlagen
- Gratis collegeslides
- Veelgestelde vragen
Structuur van een scriptie
De opbouw van je scriptie is meestal afhankelijk van een aantal factoren, zoals:
- Je vakgebied (en de eisen van je opleiding)
- Je onderzoeksonderwerp
- Je onderzoeksopzet
Binnen de exacte en sociale wetenschappen omvatten scripties bijvoorbeeld doorgaans een theoretisch kader, methodologie en resultatenoverzicht van het empirische onderzoek. Binnen de geesteswetenschappen is het juist gebruikelijker om je scriptie te structureren als een lang essay, waarin je aan de hand van argumenten toewerkt naar een centrale stelling.
Ga dus goed na welke indeling voor jouw scriptie gebruikelijk en nuttig is.
Scriptievoorbeelden
Hieronder staan een aantal voorbeelden van scripties om inspiratie op te doen.
- Voorbeeld #1 hbo-bachelorscriptie: “Binnenklimaat en energie als parameters van arbeidsproductiviteit” door Reimer van de Woude (2012).
- Voorbeeld #2 wo-bachelorscriptie: “De invloed van tweetaligheid op de ontwikkeling van de ‘Theory of Mind’. De introductie van personages in een verhaal door kleuters.” door Larissa Rutten (2012).
- Voorbeeld #3 wo-masterscriptie: “Samen veiligheid creëren: Een onderzoek naar de voorwaarden waaronder cocreatie tussen burgers en politie gerealiseerd kan worden” door Tamarah Colij (2012).
Titelpagina
De titelpagina is de voorpagina en dus de eyecatcher van je scriptie. Hier presenteer je de titel (en ondertitel) en alle andere belangrijke informatie over je scriptie, zoals je naam, studentnummer, opleiding, naam van je begeleider(s) en inleverdatum.
Informatiepagina (optioneel)
De informatiepagina geeft meer informatie dan de titelpagina. Hier vermeld je:
- wederom de titel (en ondertitel);
- informatie over je begeleiders;
- informatie over jezelf (naam, studentnummer en email);
- informatie over je opleiding;
- de inleverdatum.
Je voegt een informatiepagina toe als je niet alle informatie op je titelpagina kwijt wilt, bijvoorbeeld vanwege de vormgeving of omdat je wilt dat enkel de titel centraal staat, of als je opleiding dit vereist.
Lees meer over de informatiepagina
Voorwoord
Het voorwoord is een persoonlijke noot in je scriptie. Hierin kun je de lezer informeren over jouw persoonlijke achtergrond in de context van je scriptie, zoals waarom je voor het onderwerp hebt gekozen en wat je ervaringen waren tijdens het schrijven. Daarnaast wordt het voorwoord ook gebruikt om iedereen te bedanken die je heeft geholpen met het realiseren van je scriptie.
Lees waarom zo veel studenten Scribbr inschakelen
Dankwoord (optioneel)
Net als in het voorwoord is in het dankwoord ruimte om iedereen te bedanken die je heeft geholpen met het schrijven van je scriptie. Het dankwoord lijkt dus veel op het voorwoord, maar in het dankwoord vermeld je verder geen andere informatie.
Wij raden je aan alleen voor een voorwoord te kiezen en hierin een dankbetuiging toe te voegen. Alleen wanneer je ruimte wilt nemen om veel mensen te bedanken kan een dankwoord een uitkomst voor je zijn (bijvoorbeeld in een proefschrift).
Samenvatting (abstract)
Een van de functies van een samenvatting is om als lezer te kunnen inschatten of de inhoud van je thesis interessant genoeg is om te lezen. Je introduceert het onderwerp daarom direct in de eerste zin.
Je samenvatting is een korte weergave van je scriptie. In je samenvatting beantwoord je kort en bondig vijf vragen:
- Wat is het onderwerp?
- Hoe (met welke methoden) is het onderwerp onderzocht?
- Wat zijn de resultaten van je onderzoek?
- Wat is het antwoord op je hoofdvraag, oftewel je conclusie?
- Wat betekent dit voor vervolgonderzoek en/of aanbevelingen?
Lees meer over de samenvatting
Inhoudsopgave
In de inhoudsopgave som je alle hoofdstukken op en vermeld je daarbij het paginanummer. De inhoudsopgave zorgt ervoor dat de lezer van je scriptie het overzicht heeft en direct kan zien op welk paginanummer een bepaald hoofdstuk begint. Je zet alle onderdelen van je scriptie in de inhoudsopgave, inclusief de bijlagen. Je kunt de inhoudsopgave eenvoudig automatisch genereren in Word.
Lees meer over de inhoudsopgave
Figuren- en tabellenlijst (optioneel)
In de figuren- en tabellenlijst staan alle figuren en tabellen opgesomd die je in je scriptie gebruikt. Wanneer je gebruikmaakt van de functie “Bijschrift invoegen” in Word kun je de lijst automatisch genereren. Je voegt een figuren- en tabellenlijst alleen toe wanneer je van veel figuren of tabellen gebruikmaakt. Op deze manier houd je je scriptie overzichtelijk.
Lees meer over de figuren- en tabellenlijst
Afkortingenlijst (optioneel)
In de lijst met afkortingen vermeld je alle afkortingen van belangrijke begrippen in je scriptie. Door de lijst te alfabetiseren kan de lezer eenvoudig een afkorting opzoeken. Ook deze lijst is optioneel en voeg je alleen toe als je gebruikmaakt van veel afkortingen.
Het ligt aan jouw persoonlijke voorkeur of je de lijst van afkortingen vooraan in je scriptie plaatst of pas na de literatuurlijst. Lijsten die niet al te lang zijn, worden meestal vooraan in de scriptie geplaatst.
Lees meer over de afkortingenlijst
Begrippenlijst (optioneel)
De begrippenlijst, ook wel verklarende woordenlijst genoemd, vormt een opsomming van alle begrippen in je scriptie die een beknopte uitleg nodig hebben. In de begrippenlijst som je de begrippen alfabetisch op en leg je de begrippen uit. Je voegt een begrippenlijst alleen toe als dit de leesbaarheid van je scriptie vergroot omdat je veel vakspecifieke of technische termen gebruikt.
Lees meer over de begrippenlijst
Inleiding
In de inleiding introduceer je de aanleiding, het onderwerp, de probleemstelling, de doelstelling en je onderzoeksvraag (en eventueel deelvragen) en beschrijf je kort de onderzoeksopzet. Een krachtige heldere inleiding zorgt ervoor dat je de lezers voor je wint en ze graag de rest van je scriptie willen lezen.
Theoretisch kader en literatuuronderzoek
In het theoretisch kader probeer je alle beschrijvende onderzoeksvragen te beantwoorden. Deze kun je bijna altijd beantwoorden met een literatuurstudie. Voor elke onderzoeksvraag kun je een aparte paragraaf maken.
Als je toetsend onderzoek doet en hypothesen opstelt of al hebt opgesteld kun je de literatuur gebruiken om een hypothese te ontkrachten of te bevestigen. Je kunt ook het literatuuronderzoek gebruiken om een hypothese op te stellen. Later, tijdens kwalitatief of kwantitatief onderzoek, test je de hypothesen.
In universitaire scripties schrijf je altijd eerst je theoretisch kader en daarna de methodologie. Als hbo-student moet je soms eerst je methodologie presenteren en daarna pas je theoretisch kader. Controleer de richtlijnen van je studie om te bepalen welke volgorde jij moet hanteren.
Lees meer over het theoretisch kader
Methodologie
In dit onderdeel beschrijf je de methodologie die je hebt gebruikt om jouw onderzoek uit te voeren. Je presenteert welk soort onderzoek je hebt gedaan, hoe je data hebt verzameld, de data-kenmerken, het onderzoeksverloop en de wijze van data-analyse.
Je grijpt hierbij ook kort terug op je onderzoeksopzet, het deel van je onderzoeksplan dat je in je research proposal of plan van aanpak hebt behandeld.
Lees meer over de methodologie
Onderzoeksresultaten
In het resultatenhoofdstuk noteer je de belangrijkste resultaten die je met behulp van je onderzoek hebt achterhaald. Je beschrijft ter aanvulling op de methode kort hoe het onderzoek is verlopen en rapporteert de resultaten.
Conclusie
In de conclusie geef je antwoord op de hoofdvraag die je hebt opgesteld naar aanleiding van je probleemstelling. Je doet dit op basis van de antwoorden die je hebt gevonden op je deelvragen in je theoretisch kader en in je resultaten.
Aan de hand van deze antwoorden en overige belangrijke resultaten schrijf je een duidelijke conclusie, waarin geen nieuwe informatie meer aan bod komt.
Discussie
Vaak zijn de resultaten uit de conclusie voor meerdere interpretaties vatbaar. Daarom schrijf je ook een discussie. In de discussie geef je mogelijke interpretaties van de resultaten weer en geef je suggesties voor vervolgonderzoek. Ook noem je eventuele beperkingen en implicaties van het onderzoek.
Aanbevelingen (optioneel)
Veel studenten die een afstudeerstage lopen bij een bedrijf moeten ook nog aanbevelingen of een adviesrapport schrijven. In deze aanbevelingen of dit adviesrapport doen ze aanbevelingen voor het bedrijf naar aanleiding van de conclusies van het onderzoek.
Lees meer over de aanbevelingen
Nawoord (optioneel)
Het nawoord wordt net als het voorwoord vaak gebruikt om mensen te bedanken. Als je al een voorwoord hebt geschreven, is het nawoord vaak overbodig. Een andere functie van het nawoord is reflecteren op je eigen werk (een evaluatie).
Als je de scriptie samen met iemand anders hebt geschreven, kun je in het nawoord aangeven hoe de samenwerking is verlopen en waarvan je geleerd hebt. Veel studenten zijn bovendien verplicht om een reflectieverslag te schrijven. Het reflectieverslag wordt vaak apart geschreven en niet toegevoegd aan de scriptie.
Literatuurlijst
Alle bronnen die je gebruikt, zet je in de literatuurlijst. De onderwijsinstelling geeft vaak aan welke referentiestijl je moet hanteren voor de bronvermelding. De APA-stijl komt het vaakst voor.
Het is belangrijk dat je een correcte bronvermelding en literatuurlijst toevoegt zodat je plagiaat voorkomt. Je kunt gebruikmaken van onze gratis Bronnengenerator om gemakkelijk zelf automatisch bronvermeldingen te genereren in de door jou gekozen referentiestijl. Ook kun je onze Plagiaatchecker gebruiken om je tekst te controleren op plagiaat.
Zeker weten dat al je bronnen kloppen en je foutloos verwijst? Laat dan één van onze experts van de Bronvermeldingsservice ernaar kijken.
Lees meer over de literatuurlijst
Bijlagen
In je scriptie zelf staan enkel kernzaken. Veel documenten die je wel gebruikt hebt, maar niet direct in je scriptie hoeven te staan, voeg je toe als bijlage. Indien documenten bijdragen aan jouw onderzoek moet je ze opnemen in de bijlage, zodat lezers kunnen controleren hoe je onderzoek is uitgevoerd en waar het op is gebaseerd. Veel voorkomende bijlage-onderdelen zijn: interviews, enquêtes, tabellen en figuren, en analyses.
Gratis collegeslides
Ben jij een docent of professor die studenten wil onderwijzen over de de structuur van een scriptie? Of ben je student en op zoek naar een bondig overzicht? Top! Je kunt onze slides gratis downloaden, aanpassen en verspreiden.
Download Google SlidesDownload PowerPoint
Veelgestelde vragen
- Wanneer kies je voor een dankwoord?
-
In de meeste gevallen kies je alleen voor een los dankwoord als je heel veel mensen wilt bedanken. Bij een scriptie is dit meestal niet het geval, waardoor je het dankwoord beter kunt opnemen in je voorwoord.
- Waarvoor wordt een afkortingenlijst gebruikt?
-
In de afkortingenlijst, ook wel verklaring van afkortingen genoemd, vermeld je alfabetisch afkortingen van belangrijke begrippen in je scriptie. Op deze manier kan de lezer deze makkelijk terugvinden.
- Is een figuren- of tabellenlijst verplicht?
-
Een figuren- en tabellenlijst is vaak niet verplicht, maar wordt wel geadviseerd als je van veel figuren of tabellen gebruikmaakt en je scriptie aan de lange kant is.
- In welk hoofdstuk voeg je de leeswijzer toe?
-
De leeswijzer om de structuur van je scriptie te verduidelijken plaats je in de inleiding. Je kunt dit onderdeel eventueel opnemen in een aparte paragraaf op het eind van de inleiding.